Als ick kan
heeft met zijne 3e tentoonstelling, die van den 10n tot den 17n Augustus geopend was in de zoogenoemde zaal Verlat, een nieuw en gunstig blijk van zijne kracht gegeven. (Zie onze bladz. 94.)
Adriaensens' twee landschappen bevielen ons minder dan zijne vorige schilderingen, in Als ick kan tentoongesteld. In W. Albrachts Stal verdient de kleur het meest geroemd. F. Anno zond een aardig timmermansbinnenhuisje, getiteld, Een leerling van St.-Joseph. W. Boland, drie hondenstukken, waarvan een, Ter overpeinzing (een hond bij een parkje hortensias), anders het minst gelukte, tevens een verdienstelijk bloemenstuk is; de andere zijn getiteld: Drie wijsgeeren en Een groote dezer aarde (bedoelde groote is een zware hond die, rustig uitgestrekt, als met afgunst en eerbied wordt aangekeken door een onnoozel klein hondje, dat allicht de reusachtige gestalte van zijn kameraad niet zoo benijdbaar zou achten, indien het wist hoe dikwijls hij de zweep moet voelen, die naast hem ten gronde ligt). C.J. Bos' stalgezichten, Melk- en Rusttijd, munten uit door hunne goede kleur. E. Chappels drie bloemenstukken beloven veel. Castel Ebert zond drie stukken, waarvan een, Avond op de heide, een waar puikwerk is. Van P. De Wits drie stukken, vermelden wij inzonderheid de Timmerwerf te Baasrode. L. De Meuter (Brunin) betoonde zich weder een krachtig colorist in de 5 stukken, welke hij tentoonstelde en waarvan de Binnenhoeve ons als het best geslaagde voorkwam. F. Hanno, drie frissche bloemenstukken. Mej. Laukota's oude vrouw die, onder het uitspreken van de verzuchting: Als ik kan, eene naald tracht te vademen, is eigenaardig en beelderig getroffen. H. Luytens Hollandsch dorpsgezicht is beter dan zijne portretten. C. Mertens, een waarlijk goed binnengezicht van het Waterhuis te Antwerpen. Mej. L. Rigelé, een studiekop (oude vrouw) en De eerste pop, beide zeer verdienstelijk. J. Rosiers Werkplaats van den
beeldhouwer Van Beurden, het bijzonderste stuk der tentoonstelling, bezit eene degelijke waarde, ook door toon en kleur; het hoofd van een Venetiaansch edelman en zijne Bloemenverkoopster zijn mede zeer zorgvuldig en karaktervol geschilderd. H. Rul zond niet minder dan een klein half dozijn stukken in, die zich kenmerken door de beste hoedanigheden; zijn Avond te Calmpthout was bestemd voor de verloting. A. Sillis' oude kantwerkster, slapende voorgesteld, terwijl drie jonge katjes op haar kussen met de bouten spelen, kan met eenige verbetering (namelijk aan de handen der vrouw) een waarlijk goed stuk worden. A. Van Beurden, drie fraaie stukken in gebakken aarde: Moederweelde, Avond en Een goed begin; vooral het eerstgenoemde is meesterlijk bewerkt. H. Van de Velde's drie schilderingen kwamen ons voor, niet genoegzaam te zijn voltooid. Aan dit vluchtig overzicht zij nog toegevoegd: 1o dat het grootste gedeelte van de tentoongestelde schilderijen koopers vonden, 2o dat de aanmoedigende leden van Als ick kan eenen afdruk ontvangen van eene fraaie sterkwaterplaat, door P. De Wit vervaardigd naar zijne schilderij Rustende visschersschuiten, 3o dat het stuk van den heer Rul bij de verloting werd gewonnen door denzelfden heer Heyens, wien bij de vorige trekking insgelijks het lot beviel, een bewijs dat het geluk niet uit de wereld is.