De Vlaamsche School. Jaargang 30

De galerij des roems te Berlijn.

De hervorming van het Tuighuis, te Berlijn, in eene galerij des roems van het Pruisisch leger, zal, volgens een berichtgever schrijft, binnen kort geheel voltooid zijn. Het Tuighuis is een gebouw dat in het jaar 1700 op last van Pruisens eersten koning werd gesticht, naar de plannen van Behring. Het vormt een vierkant van 88 meters, heeft twee verdiepingen en is 18 ¼ meters hoog. De benedenverdieping, voor de geschutverzameling bestemd, bestaat uit 4 galerijen, elk 88 meters lang en 23 ½ meters breed; zij heeft haar oorspronkelijken bouwtrant behouden en is alleen van mozaïekvloeren voorzien. Daarentegen zijn de bovenlokalen belangrijk gewijzigd en is de binnenplaats met glas overdekt geworden. In het midden van de plaats verheft zich een Borussia-beeld (een werk van Reinhold). Aan elke zijde van de groote trap, welke naar de bovenzalen van het museum voert, houden 2 groote bronzen hellebardiers de wacht. In de bovenlokalen zijn de oost-, west- en zuidgalerijen (langs zijvensters verlicht) voor wapenverzamelingen bestemd. De noordelijke galerij, de eigenlijke galerij des roems, die haar licht van boven krijgt, is gesplitst in 3 afdeelingen; de middelste is voor de heerschers, de twee andere voor de veldheeren bestemd. De Heerschershalle is door een prachtigen koepel bedekt, die zich 10 meters boven de andere gebouwen verheft; in zijn gewelf, in welks midden het lichtraam is gemaakt, prijkt een prachtig fresco van den schilder Geselschap, een Romeinschen zegetocht voorstellende. Onder het groote fresco komen 4 geschiedkundige tafereelen: Kroning van Frederik I te Koningsbergen in 1701; 2. Eedsaflegging der Silezische standen in handen van Frederik I te Breslau; 3. Het te wapen roepen van het volk door Frederik Willem III in 1813; 4. De uitroeping van het keizerrijk te Versailles in 1871. De standbeelden van de Pruisische koningen zullen onder deze geschiedkundige tafereelen worden geplaatst. De beide zijgalerijen, gesplitst in 24 afdeelingen, zullen de voorstellingen te zien geven van 16 groote veldslagen, te beginnen met dien van Fehrbellin (1675) tot de veldslagen van den laatsten tijd, tegen Frankrijk geleverd. De borstbeelden der groote veldheeren zullen mede in deze halle eene plaats vinden. In de wapenzaal zullen ook afbeeldingen prijken van verdienstelijke generaals, die door daden of krijgskunst hebben uitgeblonken. Merkwaardige voorwerpen, die eens het eigendom van koningen en helden waren, zullen hier evenmin ontbreken.