De Vlaamsche School. Jaargang 29
(1883)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 177]
| |
Steensnede van C. T'Felt, steendruk van L. Seghers en zonen.
Het door den heer P. Dens gemaakte plan, wordt onder de leiding van dezen bekwamen bouwmeester uitgevoerd. De gebouwen vormen een langwerpig vierkant, gelegen tusschen de Gemeenteplants, de Osy- en de Van-Straelenstraat; de voorgevel is gekeerd naar de Gemeenteplaats en heeft eene lengte van 54m50; de zijgevels in de Osystraat en de Van-Straelenstraat hebben eene gezamenlijke lengte van 108 meters. De groote voordeur, in 't midden van den voorgevel, waar men naar toe gaat met twee zijtrappen, geeft uit in eene voorzaal van 14 meters lengte bij 7m20 breedte, van waar men komt op den binnenkoer. Rechts van de voorzaal is de woning van den prefect en de raadkamer van het besturend bureel. Links, de woning van den portier, het bureel van den secretarispenningmeester, en de raadkamer van de leeraars. De staatsiekamer, bestemd voor schoolplechtigheden, beslaat bijna gansch de bovenverdieping van dit gedeelte van het gebouw. De binnenkoer is een vierkant van 57 meters lengte bij 30m50 breedte; rondom dezen koer zijn de gebouwen met de klassen en andere lokalen voor 't onderwijs. De beide vleugels, bestaande uit eene beneden- en bovenverdieping, zijn voorzien van een verwelfden zuilengang, 3 meters breed, waarin verschillige zalen uitkomen. In den rechtervleugel zijn de zes Latijnsche klassen en de studiezaal, beneden. Op het eerste, de teekenzaal en de muziekzaal. In den linkervleugel, zijn de beroepsklassen. Het achtergebouw, zonder verdieping, bevat in 't midden, een amphitheater voor leergangen van natuur- en scheikunde; rechts en links, de beide voorbereidende klassen; daarachter twee zalen of kamers voor de verzamelingen, en eindelijk de turnzaal, 27m60 lang en 8m60 breed, in verbinding door eenen gang met de gaanderijen van den koer. Achter de vleugels, ter weerszijden van dezen gang, ligt aan den eenen kant, het laboratorium voor de scheikundige werkoefeningen van de leerlingen, aan den anderen kant, het kabinet van natuurkunde. Het aantal en de grootte van de lokalen zijn berekend voor eene gezamenlijke bevolking van 750 leerlingen, waarvan 210 in humaniteiten en 540 in de beroepsafdeeling. De grondvesting van het lokaal werd in 1880 gebouwd door den heer L. Buisseret, van Antwerpen; zijn aannemingsprijs bedroeg fr. 116,084.73. De bovenbouw, die nu reeds geheel onder dak is, werd aangenomen door den heer E. Hargot, van Luik, voor 809,000 fr. De werken begonnen in Juni 1881. De bedekking in ruitzink van het atheneum werd ondernomen door de heeren Chauxfontaines en D'Ans, te St.-Gillis (Brussel), voor 24,325 fr. De lokalen zullen gestookt worden met heet water. De vervaardiging en plaatsing van het verwarmingstoestel werd opgedragen aan den heer Flor. Schaeffer, van Antwerpen, voor fr. 31,637.12. De voorgevel van het gebouw is versierd met drie beelden. Het hoofdbeeld, voorstellende het Onderwijs, is gemaakt door den beeldhouwer Jos. Ducaju, voor 2200 fr.; de zijbeelden, de Wetenschap en de Dichtkunst zijn toevertrouwd aan de heeren Robert Fabri en Eugenius De Plijn, ieder voor 1200 fr. De stad leverde den steen. Voorts wordt door de heeren J. Janssens en F. Van Dievoort sieraadbeeldhouwwerk uitgevoerd, dat zij aangenomen hebben te maken voor 10,000 fr. Volgens de voorwaarden van de onderneming, moet het nieuw atheneum den 1n Juli 1884 geheel voltooid zijn. Onder bouwkundig oogpunt beschouwd, is dit uiterlijk het schoonste werk dat de bouwmeester P. Dens tot stand bracht. |
|