De Vlaamsche School. Jaargang 29(1883)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Het lied van Brugge's beiaard. In Brugge staat een reus, Met eeuwen op zijn kruin; Toch klinkt zijn lied nog hel, Ver over veld en duin. Daar roert hij weer zijn tong Tot eigen maatgeluid... Weet gij, wat of zijn groet, Wat of zijn zang beduidt? *** Daar was een tijd - dus bromt een klokke - Dat Brugge rijk en machtig was, De koningin der westersteden... Zij voedde een edel, krachtig ras, Bezield met kunst- en kennisliefde, Met godsdienstzin en vrijheidszucht, Zij voedde een volk, dat leven wilde, [pagina 146] [p. 146] Als vogels in het veld der lucht, Als visschen in den schoot der zeeën; Een volk, dat elken dwang verstiet, En nooit zijn duur gekochte rechten Lichtzinnig, lijdzaam krenken liet! *** Die tijden zijn vervlogen! - Dus vangt een anderen aan - En geen van Brugges helden Is ooit heropgestaan! Die tijden zijn vervlogen, Die grootheid is voorbij; En Vlaandren draagt het schandmerk Der lafste bastaardij! De tijden zijn vervlogen; En 's lands geschicht alleen Noemt nog den naam der Klauwaarts, Der helden van voorheen! *** Al zijn ook die tijden van grootheid verzwonden, - Dus klingelt een derde, zoo troostend als blij - Toch flikkert bij wijlen een straaltje van hope, Toch acht ik het uur der verlossing nabij? Mag Brugge niet roemen op menigen kunstschat. Trots eeuwen en rampen bewaard in heur schoot? En wijst zij niet, moederlijk fier, op de zonen Die jaren besteedden aan ieder kleinood? Bereidt zij zich niet om de helden te vieren, Die Vlaanderen hoedden voor schande en geweld? Herdenkt zij niet jaarlijks den nacht van de Metten, Den bloedigen kamp op het Groeninger veld? En roept zij de zee niet terug naar heur haven, En rijst heure Halle niet op als een baak? En lokt zij de Besten des lands niet te zamen, Om liedren te kweelen in Vlaanderens spraak? *** Zoo zingen, éen voor éen, De klokken, groot en kleên, In Brugges grijzen toren, En bij den lesten klank Laat heel het spel éen zang Door wind en weder boren: Zij welkom, broeders van wijd en zijd, Die nog aan Brugge uw liefde wijdt! Zijt welkom, dichters, wier innig woord Mij heeft begeesterd, mij heeft bekoord! Zijt welkom, denkers, die mij het spoor Hebt aangewezen van macht en gloor! Zijt welkom, strijders voor recht en eer: Straks viert heel Vlaanderen zijn vrijheid weer! Theodoor Sevens. Kortrijk. Vorige Volgende