De iguanodon,
zoo luidt de naam van een monster uit de voorwereld, dat op eene diepte van omtrent 350 meters in de krijtlagen van eene steenkolenmijn te Bernissart (Doornik) is gevonden en hetwelk, behoorlijk ineengezet, voor een iegelijk te zien is op het binnenplein van het museum te Brussel. Het geraamte is ruim 3 1/2 meters hoog; de kop is als van een paard, de hals gelijkt aan dien van eene giraffe; eene ribbenkaak als van een reusachtigen vogel, zonder valsche ribben; twee korte voorpooten, met drie aan elkaar sluitende teenen en een duim aan weerszijden; twee sterke, struisvogelachtige achterpooten met drie teenen en een ruim 3 meters langen krokodillenstaart. Tusschen de achterpooten, aan den eersten staartwervel, bevinden zich twee lange beenderen, die bijna recht naar onder gaan en met elkaar in aansluiting komen, zoodat zij een bekken vormen, gelijk de vogels er een hebben. De iguanodon wordt voor een reusachtig buideldier gehouden, welks huid bedekt was met schelpen (bij de opgraving vond men nog schelpen aan het lichaam). Snijtanden werden bij het dier niet aangetroffen; wel maaltanden. Dit geeft te denken dat het zich enkel met planten voedde.