De Vlaamsche School. Jaargang 29

Sterfgevallen.

Paulus MELNIKOFF, als Russisch romanschrijver befaamd onder den aangenomen naam van Andreas Petschevhij, is volgens een bericht van 20 Maart overleden.

Ridder A. de BISEAU de HAUTEVILLE, kunstschilder, is einde Maart, bij eene bergbeklimming in Grauwbunderland, schielijk overleden. Zijn lijk is naar Brussel overgebracht en te Laeken begraven.

Antoon Felix BOURÉ, de zoo gunstig gekende beeldhouwer, is op 8 April overleden te Elsene, op 50 jarigen ouderdom. Tot zijne bijzonderste werken behooren de in zink gegoten en gebronsde Leeuw op de Leopolds- en Ambiorix op de Berchemschepoort te Antwerpen; vier leeuwen bij het paleis der academieën en den afsluitingsmuur der Koninklijkestraat, en de griffoenen van het hoofdportaal van het nieuw gerechtshof te Brussel; de Leeuw van Gileppe en het Kind met de hagedis in het rijksmuseum te Brussel. Hij laat onvoltooid twee groote beelden achter, Cicero en Ulpianus, die bestemd waren voor de groote trap van het nieuw gerechtshof te Brussel.

Aloysius DE BACKER, pater van het genootschap van Jezus, is den 8ⁿ April te Leuven overleden. Hij was de medewerker en opvolger van zijnen broeder Augustus in de Bibliotheek der schrijvers van het genootschap van Jezus.

Daniel Jan STEYN PARVÉ, provinciaal opziener van het middelbaar onderwijs, zeer gunstig gekend als geleerde en wetenschappelijk schrijver, is den 11ⁿ April te 's-Gravenhage overleden, ruim 57 jaren oud.

Maritz BLANKART, veldslagenschilder en dramaschrijver, is te Stuttgart overleden.

Louis VEUILLOT, de beroemde Fransche staatkundige schrijver, geboren in 1813 te Boynes (Loire), is te Parijs overleden den 7ⁿ April. Zijne grootste krachten wijdde hij aan het opstellen van het dagblad L'Univers. Buitendien gaf hij verscheidene groote strijdschriften uit, onder andere Odeurs de Paris, Satires, Parfums de Rome, Corbui et d'Aubecourt. Eene zijner pennevruchten op een ander gebied, werd, door nu wijlen P. Goossens vertaald, opgenomen in de Vlaemsche School van 1860, onder den titel: Over het huwelijk en Chamounix.

Augustin COUTAN, beeldhouwer, geboren te Lyon, wiens zoon Julius-Felix in 1872 te Parijs primus van Rome was, is te Parijs overleden in de eerste helft van April.

Antony BERRUS, teekenaar van talent, is te Parijs overleden.

L. de PLASMAN, als rechtsgeleerd en tevens als stichtelijk schrijver in Frankrijk befaamd, is volgens een bericht van 15 April overleden te Anteuil, 92 jaren oud.

Ignatius JACOMETTI, de bekwame beeldhouwer, algemeen bestierder van de pauselijke paleizen, is volgens een bericht van 24 April overleden, 64 jaren oud. Onder andere is zijn Judaskus beroemd. Zijn laatste werk is het standbeeld van Pius IX, waaraan nog weinig te doen overblijft, om geheel voltooid te wezen.

Michel MASSON, die zich in de Fransche letterkunde naam verwierf door een zeer groot getal romans en ongeveer 200 tooneelstukken, terwijl hij onvoltooid een Fransch-Chineesch woordenboek achterlaat, is volgens een bericht van 25 April overleden, 83 jaren oud. Hij was een werkmanszoon, genoot slechts middelmatig onderwijs en was achtereenvolgens tooneeldanser, boekhandelaars bediende, diamantslijper en koffiehuisknecht. Door eigen studie werkte hij zich op tot een bekwaam en geleerd letterkundige.

Reinhart DOZY, leeraar aan de hoogeschool te Leiden, is einde April aldaar overleden. Hij werd te Leiden den 21ⁿ Februari 1820 geboren. Reeds in 1845 maakte hij zich naam door zijn Dictionnaire détaillé des noms et vêtements chez les Arabes. Behalve eenige opstellen in de Gids, van geschied- en letterkundigen aard, schreef hij over den gunstigen invloed dien de omwenteling in Frankrijk sedert 1789 heeft uitgeoefend op de studie der middeleeuwsche geschiedenis (Leiden 1850); verder nog: Islamisme, behoorende tot het werk der voornaamste godsdiensten (1863); De Israëlieten te Mekka van Davids tijd tot op de 5^e eeuw onzer tijdrekening (Haarlem 1864); Verklarende lijst der Nederlandsche woorden, die uit het Arabisch, Hebreeuwsch, Chaldeeuwsch, Perzisch en Turksch herkomstig zijn (1867). Voorts schreef hij nog in het Fransch over den Spaanschen held Le Cid; over de Spaansche geschiedenis in de middeleeuwen en de geschiedenis der Muzelmannen. Het vorige jaar voltooide hij zijn groot Arabisch woordenboek, waaraan hij zijn geheel leven had gearbeid. Voor zijne studenten was de overledene niet slechts een leeraar, maar een vriend.

Julius SANDEAU, de begaafde Fransche romanschrijver, is den 24ⁿ April te Parijs overleden. Hij werd op 11 Februari 1811 geboren.

Eduard MANET, die bij de Fransche schilderschool de onder den naam van impressionisme bekende nieuwe richting invoerde en door zijne werken tot een vrij aanmerkelijk aanzien bracht, is in Mei te Parijs overleden, nadat hij, slechts weinige dagen vóór zijn dood, zich nog de afzetting van een been getroost had. Hij was een leerling van Thomas Couture. Onder zijne meest gekende schilderijen behooren de Spaansche zanger. Het kind met den degen, de Oude muzikant, Lola van Valencia, De straatzangeres, De muziek in de Tuileriën, Olympia, De goede Bock. Manet, die den ouderdom van 50 jaren bereikte, was getrouwd met eene Nederlandsche vrouw, geboortig van de stad Bommel.

Louis VIARDOT, in zijnen tijd een letterkundige van naam en een groot criticus op kunstgebied, is in de eerste dagen van Mei te Parijs overleden, 83 jaren oud.

Elezear PIN, de ook als dichter bekende Fransche senator, is in 't begin van Mei overleden, 70 jaren oud.

James YOUNG, de Schotsche scheikundige die de paraffineolie uitvond, is half Mei overleden te Edinburg.

Alexander GERGONNE, een verdienstelijk beeldhouwer, is na eene 2-jarige ziekte omstreeks half Mei overleden te Sivry en van den arme begraven. Hij laat eene weduwe met 4 kinderen broodeloos achter.

BERTLEPSCH, de door zijne reisboeken voor verschillende landen welbekende Duitsche schrijver, geboren te Göttingen in 1814, is 15 Mei te Zurich overleden.

[p. 101]

Johan KLEIN, die beroemd is onder andere om zijne uitstekende teekeningen voor de geschilderde ramen van de hoofdkerken te Keulen en te Munster, is rond half Mei plotseling overleden, terwijl hij te Venetië, waar hij pas van uit Padua aangekomen was, in eene gondel naar een hotel voer.

Ferdinand de BRAEKELEER, de oudste Vlaamsche schilder, van wien wij in 1864

Diana van Versailles.
Houtsnede van Jan De Blust. (Zie blz. 104.)

(blz. 117) eene korte levensschets en een zeer welgelijkend portret, gesneden door J. Nauwens, hebben gegeven, is te Antwerpen overleden den 16ⁿ Mei, in zijn 92^ste jaar, in zijne woning in de Leopoldslei n^r 83. Sedert de verschijning van voormeld portret, werden 's mans bijzonderste werken in ons tijdschrift aangeteekend. De lijkdienst had plaats in de St.-Josephskerk, Zaterdag 19 Mei, ten 10 ure; des meesters zoon, de uitmuntende schilder Henri De Braekeleer, ging de eerste achter het lijk. Eene zeer talrijke schaar van vrienden en beoefenaars der kunst woonde de plechtigheid bij. De slippen van het baarkleed werden gedragen door de heeren Jac. Cuylits, J. Delin, J. Geefs, J. Schadde, J.B. Van Rooy en K. Verlat. Den overledene werd als officier der Leopoldsorde krijgseer bewezen door eene compagnie van het 7^e linie. De begrafenis had plaats op het kerkhof van Berchem, waar de heeren J. Delin en G. Kempeneers redevoeringen uitspraken. De heer Jos. Delin vergiste zich als hij zegde dat F. De Braekeleer deel uitmaakte van het Antwerpsch gemeentebestuur onder wijlen den heer J.F. Loos. F. De Braekeleer was gemeenteraadslid van 1838 tot 1842. (Het verdient vermelding, en wel op deze plaats, dat in eene Geschiedenis der vaderlandsche schilderschool, een werk in 3 deelen, bij wed. Loosjes Pr., te Haarlem, in 1840 gedrukt, Ferdinand De Braekeleer opgegeven wordt, als reeds overleden te zijn, toen dit werk afgedrukt werd. In het Aanhangsel, blz. 87-88, leest men: ‘Hij (Ferdinand De Braekeleer) overleed, helaas! te Antwerpen tot groot verlies voor de kunst, in 't jaar 1839, en was alzoo slechts 47 jaren oud; hoe veel genoegen had zijn kunstpenseel nog kunnen verschaffen!’)

Jost SCHIFFMANN, de bekende landschapschilder, is, volgens een bericht van 17 Mei, te Munchen overleden.

Herman Jan VAN DEN BRINK, de bekwame Nederlandsche bouwkundige, is den 17ⁿ Mei te 's-Gravenhage overleden.

Henri RIVIÈRE, kapitein van de Fransche zeemacht, wiens sneuvelen te Hannoï (Indo-China), onder dagteekening van 19 Mei wordt gemeld, was een zoo verdienstelijk schrijver als dapper officier. Buiten een aantal tooneelstukken, liet hij onder andere de volgende werken verschijnen: Pierrot et Caïn, La main coupée, La marine française sous Louis XV, La nouvelle Calédonie, Les batailles de la vie enz. De schrijvers vereeniging te Parijs heeft eene inschrijving geopend om den overledene een gedenkteeken op te richten.

Emiel de la BÉDOLLIÈRE, een bekwaam staat- en letterkundig schrijver, geboren te Amiens den 24ⁿ Mei 1810, is den 24ⁿ Mei te Parijs overleden.

Eduard René LEFEBVRE de LABOULAYE, lid van den Franschen senaat, schrijver van eene Histoire du droit de propriété foncière en Europe depuis Constantin jusqu'à nos jours, van een Essai sur les lois criminelles des Romains concernant la responsabilité des magistrats, van Paris en Amérique, Prince Caniche, Souvenirs d'un voyageur, Contes bleues enz., is den 25ⁿ Mei overleden te Parijs, waar hij den 18ⁿ Januari 1811 geboren was.

Xav. HEUSCHLING, rustend hoofdambtenaar van het ministerie van financiën, bekend door geschriften over het belastingwezen en inzonderheid door werken over de statistiek, is den 25ⁿ Mei te Laeken begraven. De overledene heeft aan den Belgischen staat 50,000 fr. vermaakt, om uit de rente van die som een 5-jarigen prijs voor statistiek te stichten. Hij heeft ook gelden voor studiebeurzen beschikbaar gesteld en een aantal voorwerpen geschonken aan het museum van de Hallepoort, te Brussel. Buitendien zonderde hij een kapitaaltje af, om eene wiegschool op te richten in zijne geboortestad Luxemburg, welke daarbij zijne penningverzameling krijgt en voor haar museum het marmeren medaillonportret van des erflaters zuster. In 1879 (blz. 159) en 1881 (blz. 192) vermeldden wij geschenken van den heer Heuschling aan het museum van Leuven.

Jan Frans ALLARD, op het einde der maand Mei, te Dendermonde, in 64-jarigen ouderdom overleden, maakte zich in de Vlaamsche letterkunde bekend als opsteller van het weekblad 't Ros Beiaard (1858) en schrijver van een drietal romans, waaronder Ernest Stevenaart en Johan Tack. Hij deed zijne studiën aan de hoogeschool van Leuven. Verslaafdheid aan den sterken drank bracht hem en zoomede zijn huisgezin tot de diepste ellende. In de laatste jaren liep hij het land af, als leurder, met pennen, inkt en papier.

J.B.A. Emiel BERANGER, kunstschilder, is einde Mei overleden te Sèvres, oud 68 jaren.

W. CHAMBER, de beroemde Engelsche encyclopedist en

[p. 102]

uitgever van Chambers Journal, is rond 30 Mei te Edinburg overleden, 83 jaren oud.

Mattheus HENNEN, een uitstekend muzikant, oud-primus van het muziekconservatorium te Luik, oud-leeraar aan de Antwerpsche muziekschool, geboren te Heerlen, den 24ⁿ Februari 1828, is te Antwerpen overleden den 4ⁿ Juni. Hij werd begraven in zijne geboorteplaats. Talrijke vrienden en vereerders van den overledene deden zijn lijk uitgeleide tot aan den ijzeren-weg, waar de heeren Ed. Hagelsteen en F. Van Aken treffende redevoeringen uitspraken.

Jan Joseph DUCAJU, de bekende tooneelschrijver, tevens graveerder op steen, is den 10ⁿ Juni overleden te Antwerpen, waar hij op 26 Juni 1826 geboren werd. Van zijne veelgespeelde tooneelstukken is eene nieuwe uitgaaf ter perse. (Zie 1881, blz. 153.)

Jacob FELSING, plaatsnijder, geboren te Darmstadt den 22ⁿ Juli 1802, is aldaar overleden op 11 Juni.