De Vlaamsche School. Jaargang 29

Tentoonstelling van schoone kunsten te Parijs.

De jaarlijksche tentoonstelling voor schoone kunsten, ingericht door kunstbeoefenaren, is in het nijverheidspaleis op 1 Mei geopend en bevat 8084 kunstwerken, waartusschen 4900 tafereelen, zijnde 300 meer dan het vorige jaar. Tusschen de werken van Belgische tentoonstellers zagen wij de volgende:

E. Carpentier, Eene te vereffene zaak; F. Charlet, De zaaiers; E. Charlet, 2 portretten; A. Clarys, Dieren; P.J. Clays, Zeestuk; F. Cogen, Visschers; Coosemans, Landschap; F. Courtens, Voormiddag; J. Croegaert, Stadsgezicht; A. De Knyff, Landschap; G. Delsaux, Landschap; L.H. Devillez en J. Dillens, Borstbeelden in marmer; A. De Vriendt, Paus Paulus III voor het portret van Luther; J. De Wit, Studiestuk; L. Frederic, H. Franciscus (drievoudig stuk) en Krijtverkoopers van de laatste driejarige tentoonstelling van Antwerpen; F. Gailliard, Gezicht op Treurenberg; F.J.C. Halkett, De non, volgens Diderot; A. Hamesse, Kerk van Herbeumont en Gezicht uit Ardennen; L. Herbo, 2 genrestukken; K. Hermans, De getrouwde; A. Heymans, Landschap; E. Hoeterickx, De aangift bij het tolkantoor; J.B. Huysmans, Oostersch binnenvertrek; D. Oyens, De bekroonde; P. Oyens, Portret van D. Oyens; P. Pantazis, Herinnering aan Athene; mev. H. Ronner, Nieuwe huurders; E. Smits, Studiekoppen; L. Speekaert, Naakt beeld; H. Stacquet, Kanaal te Oostende en Omstreken van Brussel; J. Van Beers, twee schilderijtjes, Terugkeer van de wedrennen (eene jonge wereldsche vrouw in open rijtuig) en Rigoletta (eene jonge dame ten harent uitgestrekt op eene tigerhuid); G. Van den Bos, Stilleven; E. Van Gelder, Honden; G. Van Haise, De H. Livinus kreupelen genezende in Vlaanderen; E. Van Hove, Een geneesheer van voorheen; G. Vogels, twee zeestukken; F. Willems, De strik; R.P. Wytsman, Landschap.

[p. 84]

Bij het openen van de tentoonstelling is er het volgende gebeurd. De schilders Vauquelin en J. Van Beers, die hunne stukken slecht geplaatst achtten, hebben deze deels beklad, deels met messen in stukken gesneden. Beide werden naar den voorzitter der maatschappij geleid, waar men hun de kaarten van tentoonsteller ontnam; voortaan, zoo wordt gemeld, zullen hunne werken op geene tentoonstelling van de maatschappij meer worden toegelaten.

Aan de volgende Belgische kunstbeoefenaren zijn onderscheidingen toegekend: graaf J. de Lalaing, schilder en F. Lauwers, plaatsnijder een eeremetaal van 3^e klasse J. Coosemans en G. Vanaise eene eervolle melding.

In September heeft de van overheidswege ingerichte driejarige tentoonstelling plaats (zie 1882, blz. 153); voer deze zijn 611 Fransche en 188 buitenlandsche kunstbeoefenaren opgegeven, waartusschen uit België 31 schilders en 16 beeldhouwers, uit Holland 10 schilders en 2 beeldhouwers.