Tentoonstelling van schoone kunsten te Luik.
De tweejaarlijksche tentoonstelling voor schoone kunsten, die gehouden wordt in twee gebrekkige lokalen, bevat 418 kunstwerken. Tusschen de meest verdienstelijke schilderijen vermelden wij: L. Abry, Aangenaam gesprek; G. Anthony, Voorstelling der verloofde, van de laatste driejarige tentoonstelling te Antwerpen (1882, blz. 150); mej. E. Beernaert, Te Domburg en Oevers der Schelde te Antwerpen; A. Boudry, Opgicleide speler (verkocht); H. Bource, De Zondagsche muts (zie blz. 27) en Zij zijn allen weg (een oud zeeman en zijn kleindochtertje op de duinen, eene visscherschuit ziende afvaren); L. Bullerkotten, Straat te Vianden en Molen van Solwaster; C. Cap, Schouwveger (vermeld op blz. 27, thans met veel verbeterde figuren); J. Capeinick (Gent). Voorbereiding voor de markt en puike Witte seringen en azaleas; C.D. De Caren (Rijssel), De molen, een wintergezicht (verkocht); Th. Ceriez, Dambordspelers (xve eeuw) en Wandeling; F. Cogen (zie 1882, blz. 166); D. Col, De spotvogel (der laatste driejarige tentoonstelling van Antwerpen); A. Coomans (Schaarbeek), Schapen in den stal en Schapen op de weide, beide verkocht; H. Dauriac, Broodje met een glas bier en Ververschingen; A. De Bergh, Bij de wederkomst uit het lof (zie 1882, blz. 162); X. De Cock, De molen in de weide, eene aangelegde schilderij; E. Delperée, Kinderportret (reeds te Antwerpen gezien); E. De Praetere, Far-niente (zeer goed geschilderde ezels), verkocht; mej. M. Dumont, Visscherssloep (verkocht); mej. V. Du Mont
(Gent), Weidende os (verkocht); P.J.C. Gabriel (Brussel), De morgen in de omstreken van Amsterdam (verkocht); A. Hennebicq, Eene moeielijkheid, goed als beweging, maar te veel gerammel in de kleeding; L. Herbo, In de velden, fijn van toon en De bevallige, lief geteekend; J. Heyermans, Gebed voor het onweder, eene oude kennis; J. Janssens, Watermolen en De sluis; W. Linnig, eene zeer goed geslaagde Vlaamsche keuken; A. Marcette, De Gulden-Berg (eene straat) te Antwerpen; J.A. Neuhuys, Het album (verkocht); M. Nisen, een goed portret, waarvan de handen niet genoeg gestudeerd; F. Nisen, Belangwekkende plaats; E. Quitton, keurig gepenseelde vogeltjes; E. Regnault, Verhoor afwachting bij den Pacha, fraaie samenstelling en goed van kleur; A. Serrure, In de werkplaats en de Vervelende, het eerste is het gelukkigste; L. Tytgadt, Oude blinde Italiaan; J. Ubaghs, 2 goede portretten, vooral nr 288; P. Van der Ouderaa, Rechterlijke eerherstelling (zie 1882, blz. 149), geheel overwerkt en veel verbeterd aan licht en lucht; zal zeer waarschijnlijk voor het Luiksch museum worden aangekocht; P. Van Havermaet, Mijn troost (eene koffiedrinkster), ergerlijk slecht geplaatst; Th. Weber, Schippersschuit van Blankenbergh vertrekkende, zeer schilderachtig.
Tusschen de verkochte stukken merkten wij nog op: F. Keelhoff (Elsene), Gezicht uit de Kempen; C. Keppenne (Luik), Weg te Genck; H. Marcette (Spa), Hoek van het gehucht Prefayhai (bij sneeuwweder); J. Montigny (Tervueren), Novembermorgen; mev. M. Romiée (Luik), Violierbloemen; F. Smith-Hald (Parijs), Avond op de Noorweegsche kusten; mej. M. Soubre, Rozen en Goudsbloemen; mej. A. Lefebvre, Het oogenblik der betaling; J. Godenne (Gent), IJsberg van Roselaeui, Well en Wetterhorn; A. De Knyff, Het dorp Comblin; voor het tombola zijn aangekocht het reeds vermelde stuk van J.A. Neuhuys, F. Sonderland (Dusseldorp), Broeder en zuster en een stuk Bloemen van H. Robbe.