De Vlaamsche School. Jaargang 29
(1883)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijZilveren beelden te Antwerpen, in 1455.De zilversmidskunst had in België, in de 15e eeuw, eene verbazende hoogte bereikt. Zulks was men grootendeels verschuldigd aan de weelde van het huis van Burgondië, dat den smaak der pracht ten onzent gemeen had gemaakt. In plaats van koperen beelden, vervaardigde men beelden in zilver, om tot sieraad te dienen in de woningen en zalen der grooten. Gillis Puytoir, amman van Antwerpen, legde, den 10n Juli 1455, voor schepenen van Leuven, eene lijfrente aan van 40 saluiten ten voordeele van zekere Catharina De Huys, dochter van Lancelot en van Elisabeth de Hont of 's HontsGa naar voetnoot(3). In de akte dezer rente leest men: ‘Item, ter sekerheit van der voerscreve lyfrenten, also verre dat na den rechte vander stat behoert, het zy voere tverloep, afquitinge oft bewisinge, heeft de voirsc. Gielis den voirs. personen daerop de lyftocht steet ende Clase van Vucht ende elken van hen metten rechte te pande gesedt des hier naevolght in walschen, te weten: ung fermellet d'or garny d'une grosse table de dyamant taillié à plusieurs faces de deux gros rubis, sur couleur de ballay, et d'une grosse pierre longue en marmere de poire, om den voirs. personen en elken van hen daer mede te behelpen.’ Gemelde Gillis Puytoir bekende denzelfden dag voor schepenen van Leuven verschuldigd te zijn aan Hubrecht van der Straten, wonende binnen deze stad, eene som van 1040 gouden rijders. Tot waarborg van deze som stelde hij zes zilveren beelden ten onderpand. In de akte leest men het volgende: ‘Item, de vorsc. Gielis Putoir heeft den vorsc. Hubrechte, metten rechte, te pande gesedt, voer de vorsc. schoutGa naar voetnoot(1), de juwelen hier na verclaert: yerst een beelde, silveren vergult, verwapent, in den voet, metten ouden wapenen, wegen de sevenentwintich en een halven merct. Item, een andere beelde, silveren vergult, houdende in d'een hant eenen ronden stock en in d'ander hant een boec, verwapent als vore, wegende xxvij merct, ij onchen. Item, een beelde silveren vergult, houdende met d'een hant eenen kelc ende metter ander hant benedictie ghevende in schyne, wegende xxiij merct, vj onchen. Item, een beelde silver vergult houdende in d'een hant eenen stoc en in d'ander hant een boec, verwapent als voere, wegende xxvij ½ merct. Item, een andere beelde, silvere vergult, houdende in d'een hant eenen spere ende in d'ander hant eene javellieGa naar voetnoot(2), verwapent als voere, wegende xxvj merct, vj ½ onche. Item, een ander beelde silver vergult, houdende in d'een hant een mes ende in d'ander hant een boec, verwapent als voere, wegende xxvj merct, ij onchen. Item, viij silveren platte scotelen, te weten ij grote en vj cleyne, verwapent metter wapenen ons genedigen heeren, wegende tsamen xlj merct, v onchen.’Ga naar voetnoot(3) Uit dit stuk schijnt het te blijken dat Puytoir tot een welgegoed huis behoorde. Deze beelden vertoonden naar allen schijn van waarheid apostelen en andere heiligen. Wat is er van die beelden geworden, waaraan verdienstelijke zilversmeden al hunne kunst ten koste hadden gelegd? Zij zijn ongetwijfeld in den smeltkroes verdwenen en de stof ervan heeft een anderen vorm aangenomen. Sic transit gloria mundi. Leuven, 15 Oogst 1882. Ed. Van Even. |
|