De Vlaamsche School. Jaargang 29

Kroniek.

Antwerpen. De heer Paulis-Fourdrigniers heeft aan het gemeentebestuur 6 schilderingen, op doek, geschonken, gemaakt door H.A. Myin (1760+1826).

- 3 December en volgende dagen waren van den kunstschilder Robert Mols 25 door hem geschilderde gezichten op Venetië, Marseille, Luik, Seraing, Nieupoort enz. tentoongesteld. De bezoekers betaalden 50 centiemen kijkgeld en bekwamen daarvoor een nummer, waarmede zij een insgelijks tentoongesteld stuk van den edelmoedigen schilder konden winnen, die deze tentoonstelling had ingericht ten bate van de bewaarscholen Bethlehem en Maria-Henrietta.

- Het trekken van Venus voorbij de zon is te Antwerpen den 6ⁿ December goed kunnen waargenomen worden door de heeren A. De Boe, O. baron van Ertborn en H. Schleusner, die nabij het aan de Schelde gelegen zwemdok een waarnemingstoestel hadden geplaatst. Eenige belangstellenden waren mede tegenwoordig. Buitenlands, op vele plaatsen, werd de overgang door betrokken lucht onzichtbaar gemaakt. Elders zijn een zeer groot getal lichtbeelden van het verschijnsel genomen, onder andere in de Vereenigde-Staten en door den uitgezonden Belgischen waarnemer den heer Houzeau.

[p. 12]

Mechelen. De Vlaamsche Bond looft eenen prijs uit van 500 fr. en een gouden eeremetaal voor eene Volksgeschiedenis van de stad Mechelen, in de Nederlandsche taal, ten minste 200 blz. gewoon octavo groot. De stukken, waarvan de schrijvers zich voorloopig niet mogen doen kennen, vrachtvrij in te zenden vóór 1 October 1883 aan den voorzitter van den Vlaamschen Bond, in de Oude-Brusselschestraat n^r 12, te Mechelen, bij wien het programma verkrijgbaar is. Als de geschiedenis gedrukt wordt, bekomt de schrijver 25 exemplaren van zijn werk.

Brussel. Bij koninklijk besluit van 29 November is de 5-jarige prijs voor natuurlijke wetenschappen van 1877-81, toegewezen aan den heer De Koninck, rustend leeraar van de hoogeschool van Luik, voor zijne verhandelingen over de voorwereldrijke bewerktuigde schepping in Australië en zijne beschrijving van de dieren welke aangetroffen zijn in de steenkoolhoudende kalklagen in België.

- Koninklijke academie van België. De eerw. pater Renard van het genootschap van Jezus en de heer Mansion, hoogleeraar te Gent, zijn 16 December 1882 benoemd tot briefwisselende leden van de klasse voor wetenschappen.

- De koepel van het nieuw gerechtshof zal versierd worden met vier reusachtige bronzen beelden: de Gerechtigheid (beeldhouwer A. Desenfants), de Wet (A. Dutrieux), de Macht (Th. Vinçotte) en de Koninklijke Goedertierenheid (A. De Tombay). Ieder beeld zal omtrent 5000 kil. zwaar en ongeveer 5^m80 hoog zijn. Het beeld van A. De Tombay is reeds afgeleverd aan de Koninklijke Geschutgieterij om in brons te worden gegoten. De dikte van het brons zal van 0^m08 tot 0^m10 gaan. Het beeld zal in 30 stukken uit elkaar kunnen genomen worden.

- De door A. Cattier gemaakte beelden van Lycurgus en Demosthenes zijn reeds geplaatst aan de groote trap in den zuilengang van den hoofdgevel van het nieuw gerechtshof.

- Bij Fr. J. Olivier is verschenen: n^r 1 van den 2ⁿ jaargang der Annales du bibliophile belge (nieuwe reeks), bevattende eene bijdrage over de Ana-uitgaven door L. Mohr, eene onuitgegeven fabel van wijlen J.B.A.M. Jobard (1792 + 1861) en eene aanbeveling van het werk Les musiciens néerlandais en Italie enz door E. Van der Straten; verder een verzorgden catalogus van boeken met koopprijzen.

- De maatschappij Orpheon heeft van den gemeenteraad een hulpgeld van 10,000 fr. bekomen, om in den loop des jaars een grooter koorzangprijskamp te Brussel in te richten.

Leuven. De beeldhouwers J. Smeesters, V. Petré en Em. Godts hebben vijf door hen gemaakte beelden in Rochefortsche steen voor de buitenzijde van het stadhuis geleverd. Omdat de voetstukken der bovenste beeldsteden van de stadhuistorens erg slecht zijn, zal de buitenversiering van het gebouw voorloopig gestaakt worden. De bouwmeester J. Van Ysendyck, te Brussel, maakt de plannen voor de versiering en bemeubeling der gothieke zaal van het stadhuis. Voor dezelfde zaal heeft A. Hennebicq de portretten voltooid, ten voeten uit geschilderd, van den schilder Diederik Bouts, den beeldhouwer Joost Beyaert en de kleurster van boeken en prenten Maria Van Belle, die te Leuven in de xvi^e eeuw hare kunst met groote vaardigheid uitoefende.

Gent. 26 November is op de begraafplaats buiten de Brugschepoort een bij inschrijving bekostigd gedenkteeken van Lieven De Winne onthuld onder een zeer grooten toeloop van vrienden en vereerders. Het gedenkteeken, in Griekschen stijl, is ontworpen door den heer Edmond De Vigne en door den heer Houtstone uitgevoerd. Het voert De Winne's welgelijkend borstbeeld, gemaakt door den heer Paul De Vigne. Op het voetstuk een palet en de schaar der schikgodin. Er werden redevoeringen uitgesproken door de heeren A. Wagener (Gent) en Raymakers (Brussel), waarna de heer Em. Hiel een dichtstuk voordroeg, dat een diepen indruk maakte. (Zie onze jaargangen 1880, blz. 81 en 191; 1881, blz. 38 en 1882, blz. 60.)

- De kunstschilder L. Tydgadt, die in het stedelijk museum een stuk had, voorstellende den H. Sebastianus, heeft verkregen dit te mogen inruilen voor eene door hem geschilderde Episode uit den Oosterschen oorlog.

- 21 November is uit de nalatenschap van mev. J. Van den Bossche-Speelman voor het Gentsche museum aangekocht: een tafereel van M. De Hondekoeter (Gezicht op een kasteel, gestoffeerd met pluimgedierte) voor 850 fr. en eene uit de abdij van Gembloers afkomstige kopie naar A. Van Dycks Gevangenneming van Samson bij Dalila.

Brugge. De eerw. heer Mues, onderpastoor in St.-Andrieskerk te Antwerpen, die verscheidene jaren in Italië verbleef, heeft in de Brugsche afdeeling van het Davidsfonds eene belangrijke verhandeling gehouden over den Vesuvius en Pompeji.

- Wie mededingt in den prijskamp voor het gedenkteeken van Breydel en De Coninck (zie onzen vorigen jaargang blz. 147), moet bij zijne schets en kleinmodel een geboetseerd hoofd voegen, gelijkvormig aan de gewone maten van een menschenhoofd. De inzendingen vrachtvrij te doen in de eerste 14 dagen van Juni 1883, (vóór 15 Juni) aan den burgemeester van Brugge, ter Halle, Grootemarkt.

Hasselt. Door den heer Briers, gemeenteontvanger te Wellen, is het provinciaal archief in bezit gekomen van een aantal registers van verhuring, tiende- en leenheffing der oude abdij van Herckenrode uit de xvii^e en xviii^e eeuw.

Peruwelz. Deze stad heeft Leo Herbo gelast de portretten te schilderen van de 4 burgemeesters die zij sedert 1830 had.

Buitenland.

Maastricht. Er is spraak van de oprichting eener stedelijke muziekschool. De jaarlijksche kosten zijn geschat op 6600 gl.

's-Gravenhage. In n^r 299 (1882) van het Dagblad komt het volgend bericht voor: ‘Professor Veth heeft den 16ⁿ December in het Aardrijkskundig Genootschap medegedeeld, dat. onder toezicht van het genootschap, een aardrijkskundig woordenboekje voor Nederland, naar de nieuwe spelling, in bewerking is. 't Is onzes inziens aan bedenking onderhevig eigennamen te veranderen en Texel bij voorbeeld Tessel te gaan noemen; want met hetzelfde recht kan men dan eischen dat professor Veth zich Vet ga noemen enz.; een eigennaam is een eigennaam.’

- De fabriek van den heer H. Bogaerts, te Vught, inzonderheid bekend door de peinture-Bogaerts, is aan eene Engelsche maatschappij verkocht voor 1,500,000 gl. De heer Bogaerts blijft bestuurder, op eene bezoldiging van 12,000 gl. 's jaars.’

Amsterdam. Een oude kleerenkooper dezer stad werd onlangs eigenaar van een schilderijtje voor de som van tien stuivers en verkocht het dadelijk aan den kunsthandelaar in oudheden G., in de Kalverstraat, te Amsterdam, voor 6 gl.; deze liet het weldra over aan den Duitschen kunsthandelaar Karl Krutler, voor 4000 gl. Het was een echte Jan Steen.

- In deze stad zal van 15 Mei tot 30 September, in het Panorama-gebouw, eene internationale tentoonstelling gehouden worden, uitsluitend gewijd aan de beeldhouwkunst.

Nijmegen. De vestingen dezer stad worden geslecht. Bij de afbraak van een knekelhuisje is, diep onder den grond, het overblijfsel aangetroffen van eene kerk uit den eersten christentijd, benevens een 12-tal schedels, nog in goeden staat verkeerende en sommige van ivoorwitte tanden voorzien; de koppen waren op eenigen afstand van elkander ingemetseld. Er werden ook Romeinsche munten en een aantal voorwerpen gevonden die overgebracht zijn naar het stadhuis.