Feestviering ter eere van mev. Bosboom-Toussaint.
Den 16n September werd in de vereeniging Diligentia, te 's-Gravenhage, hare woonstad, met grooten luister den 70sten verjaardag gevierd der beroemde Nederlandsche romanschrijfster mev. Anna Louiza Geertruida Bosboom-Toussaint. Den 12n September 1812 te Alkmaar geboren, trad zij in 1851 in den echt met den gunstig gekenden kerkschilder J. Bosboom. Er werd haar een album aangeboden, met bijdragen van schrijvers en schilders uit alle Nederlandsche gewesten, bestaande uit meer dan 800 bladzijden, beschreven, beschilderd of beteekend door A. Allebé, G. Antheunis, L.F.A. Apol, J.C. d'Arnaud Gerkens, A. Arts, mev. A. Behrens-Lintzman, J.W. Bilders, D. Bles, J.W. Van Borselen, J.L. de Bruin Kops, W.P. Candel, A. Le Comte, F.J. du Chattel, J.J. Destrée, J.F. Van Deventer, Carl A. Eckstein, O. Eerelman, N.J.A.P.H. Van Es, P.J.C. Gabriel, J.J. Gabriels, A. Hazen, P.J. Haaxman, G. Henkes, J. Hilverdink, Mej. B. Hubrecht, J.C. Horsthuijs, I. Israels, J. Israels, Ch.L. van Kesteren, J.A. Koopmans, W. Lammers, mev. H. Landré-Van der Kellen, F. Lintz, Roland Lary, M. Van der Maarel, J. Lebret, A.J. Madlener, mev. C. Marjolin, J.G. de Man, A. Mauve, T. Mesdag Kz., mev. S. Mesdag-van Houten, H.M. Mesdag, F.P. ter Meulen, A. Neuhuys, F.W. Ouwerkerk, mej. J. Reekers, van Enkhuizen, Ch. Rochussen, W. Roelofs, R.E.J. Roeterink, Ph. L.J.F. Sadée, mej. M. Rooseboom, mej. G.J. Van de Sande-Backhuijzen, J. Van de Sande-Bakhuijzen, mev. C. Scheltema-Boske, P. Schmidt, J.M. Schmidt-Crans, J.G. Smits, J.L. Scheidel, mev. Lina Schneider-Weller, H.J. Scholten, P. Stortenbeker, L. Springer, jhr. mr. V. de Stuers, P. Tetar van Elven, H.A. Van Trigt, H. Veder, Elch. Verveer, M.L. Verveer, J.G. Vogel, mej. M. Vos, P.G. Vertin, J. Vrolijk, W. Van der Waaij, H.J. Van der Weele, E.S. Witkamp, Ph. Zilcken en vele anderen. Er is ook eene studie van Ary Schaeffer in opgenomen, geschonken door mev.
Marjolin geb. Schaeffer, te Parijs.
Behalve deze kostbare albumbladen, werd mev. Bosboom nog aangeboden: een kristallen middenstuk op zilveren voet en rijk met bloemen gevuld; eene bloemenmand met keur van bloemen; de teekening der kas, tot bewaring van het album, vervaardigd wordende uit zwart hout, opgelegd met zilver, voorzien van vier omzilverde hoekkolommen, rustende op even veel kloeke leeuwen. Het deksel zal een prachtig versierd zilveren schild dragen, met het volgende opschrift: Ter zeventigsten verjaardag van mevrouw A.L.G. Bosboom-Toussaint, met lauweren omkransd, waartusschen een lint doorgaat dat de jaartallen 1812-1882 en den feestdag 16 September vermeld. Op de hoeken prijken in gouden letteren de titels van de beroemdste werken der geniale schrijfster. De uitvoering werd door den heer Japin, te Amsterdam, opgedragen aan de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken der heeren J.M. Van Kempen en zonen te Voorschoten. Verder een aantal boekwerken van Noord- en Zuid-Nederlandsche schrijvers, de lijsten van de deelnemers aan het feest met een 1000-tal namen, enz. De stad Amsterdam noemde eene straat de Bosboom-Toussaintstraat. Z.K.H. prins Alexander, prins van Oranje, zond den luitenant-kolonel W.C. Hojel met een in ivoor bewerkt geschenk, het portret van wijlen koningin Sophia der Nederlanden.
Uit de letterkundige bijdragen van het album laten wij er hier een paar volgen:
Aan A.L.G. Bosboom-Toussaint op haar 70n verjaardag.
Van de tienmaal zeven jaar
Meer dan zestien duizend dagen
Vriendschap, achting toegedragen.
Heeft bij blond en grijzend haar,
't Hart ons altijd warm geslagen
Voor wat schoon is, goed en waar.
En zoo lang mijn adem gaat,
Mij 't verstand de dingen laat
In het rechte licht beschouwen,
Zal ik haar in eere houen,
Die, daar ze ijdlen lof versmaadt,
Van de Nederlandsche vrouwen,
Op den top der eere staat.
Ontvange de hoogbegaafde Mevrouw A.L.G. Bosboom-Toussaint de eerbiedvolle hulde en hartelijkste gelukwenschen van hem, die zich boven alle anderen gerechtigd acht, haar als kunstbroeder te begroeten.
Een zelfde jaar zag ons, uit een zelfden stam, geboren worden; eene zelfde roeping viel ons ten deel en beiden leverden wij, in een zelfde vak, menigvuldige vruchten van arbeidslust, kunstzin en vaderlandsliefde: ik voor het eenvoudige Vlaanderen, zij voor het geleerde Nederland.
Ons beiden wordt thans als bekroning voor onzen langen levensloop eene zelfde belooning geschonken: de plechtige hulde der natie, voor welker zedelijke verheffing wij, naar de maat onzer krachten, hebben gearbeid.
Aan de Nederlandsche muze der geschiedenis en der phantasie te mogen gelijken, ware het ook slechts van verre en bij toeval, aanzie ik als eene voor mij hoogst vereerende omstandigheid.
Brussel, den 12den Oogst 1882.
Conscience.
Wij zijn daar om te werken en om te verslijten. De schoone oude boom wordt omgehakt, omdat hij te oud is; het eenmaal zoo schoone meisje heeft een aantal kinderen ter wereld gebracht en trekt thans als oud moedertje niemand meer aan. De boom en het meisje verkondigen beiden, dat alles verslijt.
Laubes.