De Vlaamsche School. Jaargang 28
(1882)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 69]
| |
Cornelius Van Kiel door P.J. De Cuyper.Reeds in 1845 vestigde de dichter Prudens Van Duyse de aandacht op den geleerden Kilianus, over wien hij een gedicht liet verschijnen in Het Taelverbond, deel i, blz. 150, opgedragen aan den heer A. Hermans,
Teekening en houtsnede van Ed. Vermorcken.
burgemeester te Duffel. In 1863 werd Kilianus eene eerste hulde bewezen door het plaatsen van zijn borstbeeld in de zittingszaal van den gemeenteraad zijner geboorteplaats Duffel. Dit borstbeeld was gemaakt door C. Jacobs, insgelijks in de gemeente Duffel geboren. (Zie onze jaargg. 1863, blz. 187 en 212; 1865, blz. 124.) In 1873, op het xiie taal- en letterkundig congres te Antwerpen, in de 3e algemeene vergadering, den 20sten Augustus, stelde wijlen de heer L. Jottrand (1803 + 1877) voor, de Nederlandsche en Belgische regeering te verzoeken samen te werken om voor Cornelis Kiliaan een standbeeld te Duffel op te richten, welk voorstel door wijlen den heer A. BergmannGa naar voetnoot(1) werd ondersteund. De heer L. Jottrand beloofde, dat hij in het een of ander tijdschrift eene levensschets van Kiliaan zou uitgeven. Wij meenen niet dat deze toezegging werd vervuld. (Zie 1873, blz. 165 en 1875, blz. 131.) In 1874 liet de heer P. Génard in de Toekomst eene levensschets van Kiliaan verschijnen; in 1880 zag van den heer Max. Rooses in de uitgaven der Antwerpsche Bibliophilen eene levensschets van Kilianus het licht, terzelfder tijd als de Latijnsche gedichten van den geleerde, en in hetzelfde jaar verscheen van denzelfden schrijver in het Nederlandsch museum te Gent eene studie, getiteld: Hoe de woordenboeken van Plantijn en Kilianus tot stand kwamen. De heer Rooses verschilt met den heer Génard over de schrijfwijze van Kilianus' Vlaamschen naam; hij grondt zich hierop, dat Kilianus op de twee Vlaamsche boeken, die hij bij Plantijn liet drukken, telkens zijnen naam Cornelis Kiel en zijn handteeken als C. Kiel schreef. In de registers van Plantijn heet hij nu eens Kiel, dan weer van Kiel, maar Kiel het meest. Van de levensschets des heeren P. Génard ligt eene tweede vermeerderde uitgaaf ter pers. Het standbeeld, zooals het hier voorkomt en op 8 Mei wordt ingehuldigd (zie bladz. 50). dankt men den beeldhouwer Petrus Josephus De Cuyper, geboren te Antwerpen den 16n November 1808; hij is de derde beeldhouwer zijner familie en was even als zijn jongere broeder Joannes LeonardusGa naar voetnoot(1) een leerling van den meest beroemden van het drietal, hun oudste broeder Joannes Baptista 1807 + 1852. Hij studeerde even als zijne broeders aan de Antwerpsche academie ten tijde van M.I. Van Brée, wiens dankbare leerlingen zij zijn gebleven.Ga naar voetnoot(2) P.J. De Cuyper heeft zich vroeger meestal met de bemeubeling van kerken onledig gehouden; inzonderheid zijn vele Roomsch katholieke kerken in Holland met zijne werken versierd, zooals altaren, biecht- en predikstoelen, communiebanken, heiligenbeelden enz., waartusschen men vooral roemt het hoogaltaar der St.-Antoniuskerk, te Haarlem, op 4 Maart 1856 plechtig ingewijd door zijne hoogw. den bisschop dezer stad. (Zie verder ons tijdschrift van 1861, blz. 63. over zijne werken in de St.-Willebrordskerk, te Amsterdam; zijn standbeeld van Pieter Coudenberg, blz. 36, 111, 132; onzen jaargang 1865, blz. 8. Andere werken van zijne hand zijn nog door ons aangeteekend in 1863, blz. 65 en 124; 1867, blz. 69 en 197; 1869, blz. 183.) Den 27n Augustus 1861 was onze beeldhouwer in den echt getreden met mejuffrouw Maria Anna Hooghart, overleden te | |
[pagina 70]
| |
Antwerpen in 1868 en ter wier gedachtenis hij in de Sint-Antoniuskerk te Antwerpen een O.-L.-Vrouwebeeld als gedenkteeken oprichtte. Dezelfde kerk bevat door hem gemaakte beelden van den H. Jozef ter herinnering van wijlen den zeer eerw. heer J. Cras, pastoor der parochie; de heiligen Bernardus en Nicolaas, ter nagedachtenis der ouders van den beeldhouwer en zijne gade. De heer P.J. De Cuyper was in Antwerpen altijd een voorstander der Vlaamsche zaak en maakte deel uit van de meeste letter- en toonkundige maatschappijen. Dat hij ook de pen weet te hanteeren hebben onze lezers kunnen nagaan uit zijne briefwisseling met ons over een tafereel in het Antwerpsch museum. (Zie 1869, blz. 48.) Sinds 1873 is hij metterwoon te Duffel gevestigd, waar het model van het standbeeld van den beroemden M.I. Van Brée in zijnen tuin prijkt. Zie nog over Kilianus of zijne werken onze jaargangen: 1874, blz. 91, 105; 1875, blz. 125, 131; 1877, blz. 183. |
|