De Vlaamsche School. Jaargang 28
(1882)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijKroniek.Antwerpen. Zondag 26 Maart vierden de leerlingen en oud leerlingen der koninklijke academie voor schoone kunsten den 25sten verjaardag der benoeming als leeraar van den kunstschilder Lucas Schaefels.Ga naar voetnoot(1) Er was voorgenomen 's meesters beeltenis in marmer te doen maken door den reeds verdienstelijk gekenden beeldhouwer A. Van Beurden. Het feest had plaats in de groote lange zaal der academie in de Venusstraat, ten 11 1/2 ure; de heeren burgemeester, schepenen en gemeenteraadsleden waren tegenwoordig, alsook de eere-bestuurder en de leeraren der academie, benevens familieleden en genoodigde vrienden van den held van het feest. Nadat de voorzitter der inrichtingscommissie voorlezing gehouden had van een adres van dankbetuiging, uit naam van de leerlingen en oud-leerlingen van Lucas Schaefels, werd het kleed weggenomen dat het plaasteren model van het goed gelijkend portret van den vereerde bedekte. Een jeugdige knaap bood den heer Schaefels eene eikenkroon met zilveren eikels aan; op de blauw satijnen linten die de kroon versierden, stond in zilveren letteren te lezen: Aan Lucas Schaefels zijne dankbare leerlingen 1857 - 26 Maart - 1882. De heer burgemeester L. de Wael voerde het woord als voorzitter van den bestuurraad der academie, de heer G. Geefs namens de afdeeling beeldende kunsten van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen. De heer Schaefels drukte herhaalde malen zijne erkentelijke gevoelens in hartelijke woorden uit. Ten besluite werd door al de aanwezigen een voor den gevierden kunstenaar bestemd gedenkschrift van de plechtigheid, met hunne namen onderteekend. - Gedurende het stormweder dat op Zondag 26 Maart in Antwerpen heerschte, is een steen van 15 en een van 17 kilos zwaarte van Onze-Lieve-Vrouwetoren afgerukt. De eene steen viel op de Schoenmarkt, de andere op eene afgeslotene plaats die gebruikt wordt door werklieden welke aan de herstelling der kerk gebezigd zijn. Er werden geene ongelukken door veroorzaakt. - De voortreffelijke Antwerpsche zanger H. Fontaine (de begaafde zoon van den drukker van ons tijdschrift) maakt eene omreis door een gedeelte van Frankrijk en wordt in alle plaatsen waar hij optreedt toegejuicht door het publiek, terwijl de dagbladen zich in de vleiendste bewoordingen uitlaten over zijne schoone stem en zijn talent van voordracht. Onzen lezers is bekend, dat H. Fontaine aan het koninklijk conservatorium te Brussel den eersten prijs verworven heeft. Te Marseille zong hij dezer dagen, op een groot muzikaal feest van de Société des concerts classiques, eene melodie van Flégier, Le Cor, een aria uit Sacchini's OEdipe en de cavatine uit Gounods Reine de Saba. - Nederlandsche bladen melden dat de beroemde tooneel- | |
[pagina 68]
| |
speelster mej. C. Beersmans Holland verlaten en naar Antwerpen terugkeeren zal, waar zij als tooneelspeelster eene jaarwedde van 10,000 fr. zou bekomen, terwijl haar buitendien eene betrekking van leerares aan de muziekschool zou opgedragen worden met een jaargeld van 8000 fr. Het feit wordt echter tegengesproken. - De 4e aflevering van den 2den jaargang van het Album der Antwerpsche etsers is verschenen en bevat van: W. Linnig vader, Een liefhebber van oudheden; W. Linnig zoon, een leelijken Vrouwenstudiekop; J. Thielens, Stilleven (doode vogelen), zeer veelbelovend voor eene eerste proef; A. Elsen, In de Polders, zeer fraaie plaat; F. Lamorinière, De Venen te Calmpthout, meesterlijk; C. Cap, In eerste klasse, een gedeelte van een zijner gunstig gekende tafereelen, een fraai plaatje, dat ons wat zwaar gebeten en wat te zwart gedrukt voorkomt. - Verschenen bij J.E. Buschmann: Musée d'antiquités d'Anvers. Catalogue de la collection d'Antiquités Egyptiennes. Prix: 50 centimes. Het is de catalogus van de Egyptische oudheden welke het gemeentebestuur in October 1879 aankocht van den heer E. Allemant, voor 22,000 fr., en die bij beslissing van 31 October van hetzelfde jaar geplaatst is in het museum van oudheden op het Steen. (Zie de Vlaamsche School, van 1879, blz. 155.) Wanneer zal er eens een Vlaamsche catalogus van het museum van oudheden verschijnen? Mechelen. Voor het stedelijk museum zijn de volgende voorwerpen aangekocht: 1. eene gravuur van 1760, waarop de keizerlijke Oostenrijksche familie is afgebeeld; 2. vijf geelkoperen platen betreffende de familie Schoonjans die in 1380 het zoogenoemde schilderkapellaanschap in de St.-Romboutskerk heeft gesticht; 3. eene zeer fraaie vaanvormige zijden kaart, ter gedachtenis van het 50-jarig jubileum van Clara-Henrietta Van Kiel, als overste van het begijnhof te Mechelen, op 29 September 1778; de kaart is versierd met teekeningen, die verondersteld worden van W.J. Herreyns te zijn. Brussel. In den laatsten tijd werden voor het stedelijk archief onder andere de volgende handschriften aangekocht: 1. het boek der voorschriften aangaande de draaiers, mandenmakers, bogenmakers enz., over 1562 tot 16 Juli 1795, versierd met oude gravuren, van Wielans en Berterham, voorstellende de Bekoring van den H. Antonius; 2. een register van de gouden zilversmeden, over 1638 tot 1726; 3. een register met verschillende aanwijzingen, opgemaakt door een voormaligen burgemeester, geheeten de Valeriola; 4. een register, groot 708 foliobladen, welk al de akten bevat nopens de stichting van het klooster van Berlaimont, 1625-1678 enz. - Op den Zavel zal voor rekening van het stadsbestuur een standbeeld van Marnix van St-Aldegonde geplaatst worden, en daar tegenover een van Willem den Zwijger. Gent. De Provinciale Syndicale Kamer van Kunstnijverheden bericht de personen, welke verlangen deel te nemen aan prijskampen en aan de tentoonstellingen van oude of hedendaagsche kunstnijverheid, dat zij zich moeten doen inschrijven voor 1 Mei. Er zijn al nog biljetten van inschrijving op aanvraag verkrijgbaar. De verzending van voorwerpen per spoor geschiedt tegen halven prijs. Om inlichtingen kan men zich wenden te Gent, ter secretarij van het provinciaal bestuur; te Antwerpen, tot de heeren P. Genard, J. Pinson, M. Rooses, J.J. Winders; te Brugge, dr. De Meyer, Grossé-Coucke en Vlietinckx; te Brussel, Lintelo, Mignot-Delstanche, L. Sacré en Taman; te Charleroi, Van Bastelaer; te Gistbergen, Ghys-Bruneel; te Leuven, E. Reusens en Ed. Van Even; te Mechelen, A. Dumortier en W. Geets; te Luik, Bronne, M. Buckens, P. Drion, J. Helbig, Poswich, H. Schuermans, Terme en Van de Casteele; te Namen, de Radiguez de Chennevières; te Sint-Nicolaas, Billiet, E. Serrure, F. Van Naemen; te Dendermonde, L. De Bruyn; te IJper, Diegeriek, Arth. Mergelynck de Bauvoorde. Brugge. Een dagblad meldt het volgende: ‘In eenen stadhuiskelder is een goed bewaarde grafsteen gevonden van Lupus de la Garde, geneesheer van Isabella van Portugal, in 1503 overleden, en van zijne echtgenoote Margaretha Breydel, dochter van Cornelius, overleden in 1522. De steen is in het museum geplaatst.’ | |
Buitenland.'s-Gravenhage. Dagbladen melden dat eene schilderij van Kruseman, voorstellende Joannes de dooper, en zich bevindende in het voormalig paleis van Willem II, geheel bederft, doordien de schilder verven en een doek gebruikt had, die niet van de beste soort waren. Het hoofd van den prediker is halverwege in den schouder gezonken, en ook in de andere deelen van de voorstelling heeft dezelfde afzakkende beweging, de zonderlingste en grilligste uitwerking teweeggebracht. Hierdoor ziet men alweer, dat een schilder ook de stoffelijke voorbereidselen, geene kleinigheid van zijn vak, niet mag verwaarloozen. De oude meesters leerden dan ook hunne leerlingen verfwrijven, zelfs voor dat ze hen aan het teekenen lieten beginnen. Ook kunnen wij de schilders niet genoeg op dit belangrijk punt aandachtig maken. Amsterdam. Eduard Bamberg vierde den 27sten April zijn 55-jarig jubilé als tooneelist. Hij werd den 23sten September 1816 te Amsterdam geboren en begon zijne loopbaan reeds op 10-jarigen leeftijd. Leiden. De nagelatene werken van A.-H. Bakker Korff (zie blz. 36) zijn op 21 en 22 Maart verkocht, ten overstaan van notaris Coebergh; het stadsmuseum kocht een klein stukje voor 250 gl., De droefgeestige (eene dame met witte mantille en Perzisch kleed). Parijs. Op eene tentoonstelling in den Cercle du Progrès, had Jan Van Beers twee stukken ingezonden. Een daarvan, getiteld Esmeralda, stelt eene jonge in 't groen gekleede vrouw voor, uitgestrekt liggende op eene rustbank. De schildering was niet droog en eene moedwillige hand heeft met de groene verf van het kleed het gelaat der schoone besmeurd. Engeland. Te Dumfries is dezer dagen een marmeren standbeeld ingehuldigd van den Schotschen dichter Robert Burns, wiens Schoonste liederen Frans de Cort in 1862 overgezet in het Vlaamsch uitgaf (gedrukt bij L. Truyts, te Brussel; zie onzen jaargang 1865, blz. 24, waar ook R. Burns' portret staat). Het beeld werd gemaakt naar een model van mev. D.O. Hill. Burns is afgebeeld staande tegen een geknotten boom, met eenen tuil madeliefjes in de linkerhand; de rechterhand is verborgen onder een los over den schouder geworpen plaid of mantel; een slapende hond rust met den kop op des dichters rechtervoet; naast het dier, eene Schotsche muts, eene fluit en een boek. Het geheel, zoo schrijft een berichtgever, maakt een aangenamen indruk, maar men is het niet eens over de gelijkenis. Rome. Aan de volgende ontwerpen van gedenkteekens voor Victor-Emanuel zijn prijzen toegekend: a. 50,000 fr., aan den Franschman Renot, triomfboog met zuilen, gekroond met des konings beeld, te plaatsen op het Terminiplein; b. 30,000 fr., aan Ettore Ferrari en Piscentini, te Rome, bouwkundig gedenkteeken op het Kapitool; c. 20,000 fr., aan den Italiaan Galetti, een triomfzuil op de Piazza Venezia. De commissie verklaart prijzen te hebben toegekend, omdat in het programma de bekroning van ontwerpen verplichtend was gesteld, maar dat geen dier ontwerpen ter uitvoering kan worden aanbevolen. (Zie onzen jaargg. 1880, blz. 154 en 187.) |
|