Tegen vocht en vuil gevrijwaarde lichte bouwsteenen
worden op eene nieuwe wijze gemaakt door Grünzweig en Hartmann, te Ludwigshaven aan den Rijn, bij middel van kleine stukjes kurk, met cement, zand, klei, kalkhijdraat, waterglas, haren en plantaardige vezels, onder toevoeging van water in afwisselende verhoudingen gemengd tot eene massa, welke zich laat vormen. De dikke brei wordt op de gewone wijze in de vormen gedrukt en in de lucht gedroogd.
Het voordeeligste is, de stukjes kurk met eene kleine hoeveelheid klei, kalkhijdraat, waterglas en een weinig haren te vermengen.
De toevoeging van klei is noodig omdat zonder die klei de zich vormende koolzure kalk niet aan de oppervlakte der kurkstukjes hecht; werd daarentegen slechts klei als bindmiddel aangewend, dun zou de steen niet tegen water bestand zijn. De bijvoeging van waterglas-oplossing dient in de hoofdzaak om den steen tegen het vuur bestand te doen zijn, en bovendien worden daardoor kalksilicaten gevormd welke de stevigheid bevorderen.
De haren worden toegevoegd om de droge massa tijdens het drogen niet uit elkaar te doen vallen.