De Vlaamsche School. Jaargang 27

Hulde aan Hendrik Conscience.
Conscience-feesten te Brussel.
Zondag, 25 September 1881.

Van 9-30 tot 10-30 ure 's morgens vorming van den stoet langsheen de Antwerpsche laan (Noorderstatie).

Ten elf ure stipt: Optocht van den stoet naar het Wiertzmuseum, woning van den heer Conscience, langs de volgende straten: Kruidhoflaan, Koninklijkestraat, Wetstraat, Kunstlaan, Belliardstraat en Wiertzstraat.

Toespraak door den heer voorzitter E. Stroobant.

Uitvoering in den hof van het Wiertzmuseum der cantate: In Conscience's tuin, gedicht van Em. Hiel, getoonzet door K. Miry.

Na de uitvoering, aftocht naar de Beurs langs de volgende straten: Vauthierstraat, Waverschensteenweg, Marnixstraat, Troonplaats, Paleizenplaats, Koninklijkeplaats, Berg-van-'t-Hof, Magdalenasteenweg, Grasmarkt, Oude-Kleerkoopersstraat, Muntplaats, Nieuwstraat, Noorderlaan, Anspachlaan, en om 2 ure:

Groot feest in de Beurs. Programma
1^o	Feest-ouvertuur door H. Waelput.
2^o	Gij zijt ons lief, koor F.A. Gevaert.
3^o	Dichterslied, te zingen door mevr. De Give-Ledelier (Benoit).
4^o	Feestrede door den heer voorzitter E. Van Driessche.
5^o	Overhandiging der nationale geschenken den heere Conscience door het Vlaamsche volk aangeboden: a) Zilveren drijfwerk vervaardigd door L. Van Ryswyck; b) Gedenkpenning door Leopold Wiener; c) Gesteendrukt portret door Florimond Van Loo; d) Bronzen borstbeeld door Jef Lambeaux;
6^o	Hulde der Noord-Nederlandsche broeders. Aanbieding van het kunstalbum.
7^o	Overhandiging aan Conscience der diploma's van eerelid der Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden en doctor honoris causâ der hoogeschool van Leuven.
8^o	Lied te zingen door E. Blauwaert, van Willem De Mol;
9^o	Huldezang, gedicht van E. Claeys (voor gemengd koor en orkest), getoondicht door Ed. Tinel.

Om 8 ure 's avonds: algemeene verlichting der Grootemarkt.

Volksconcerto. - Programma:
a)	Feestkoor, door Flor. Van Duyse;
b)	Hulde aan Hendrik Conscience, door J. Coppens;
c)	Mijne Moedertaal, gedicht van I.A. De Ryk (Schaeken);
d)	Hymnus, gedicht door Em. Hiel (P. Benoit). 1200 uitvoerders. - Al de muziek- en zangwerken worden uitgevoerd door de muziekschool van St.-Joost-ten-Noode-Schaarbeek, onder het bestuur van den heer H. Warnots, het koninklijk muziekkorps der grenadiers, onder de leiding van den heer C. Bender, de Artisans Réunis, den Katholieken Kring, den Benoit's-Kring, de Fidélité, de Réunion Chorale, den Ste-Gudulakring, den Burgerskring en andere zanggenootschappen der hoofdstad.

De toondichters zullen hunne werken besturen.

Gedurende het volkskoncert:

Avondfeest op het stadhuis

in de gothieke zaal, den heere Conscience door het gemeentebestuur aangeboden.

het hoofdcomiteit:

De secretarissen, Jul. Hoste. H. De Winde.

De voorzitters, E. Van Driessche. E. Stroobant.

Bestuurleden: J.B. Ongenaed, P. Gassée. J. Deveen, Van den Ven dr.

Belangrijk bericht: Al de maatschappijen ten getale van 20 of meer leden, zullen 50 t.h. vermindering op het gewone reizigerstarief der staatsspoorwegen verkrijgen, mits daags voor 't vertrek, op zegel van 50 centiemen en onderteekend door de plaatselijke overheid, eene lijst der reizende personen aan den statieoverste te bestellen. Deze kaarten zijn geldig voor twee dagen.

Bij het toezenden van een exemplaar zijner prachtuitgave in 2 deelen van de Gedichten van Anna Roemers, heeft Nicolaas Beets onzen Hendrik Conscience met het volgende schrijven vereerd:

Waarde taal- en kunstgenoot,

Bij het in 't licht verschijnen van het honderdste boekdeel der boekdeelen, waarmede gij de Vlaamsche letterkunde hebt verrijkt en het Vlaamsche volk verkwikt, heeft uw koning u een nieuw en schitterend eereblijk op de borst gehecht, en bereidt uw volk u eene algemeene en welgemeende hulde.

Vergun eenen vriend uit het u evenzeer waardeerend Nederland, zich daarbij aan te sluiten, door u, als een gering bewijs van ook zijne oprechte hoogachting voor uwe gaven en verdiensten, als een onevenredig blijk van hartelijke deelneming in de gerechte eere, die u wedervaart, bijgaande boekdeelen aan te bieden. Zijn honderdste werk bevatten zij niet, maar zijn

[p. 145]

nieuwste en eigenlijk niet meer dan het geleide, dat hij geeft aan het werk eener andere, maar van eene die in den schoonen dageraad der Nederlandsche Letteren, die een tijd van oorlog was tusschen de zonen van denzelfden stam, de Noorderlijke Nederlanden als ‘haar vaderland,’ de Zuidelijke als een ‘vriendenland’ lief had. Laat het dan deze - de begroeting eener vrouw in de hoogtijden onzes levens heeft voor het mannenhart altijd hare bijzondere waarde - laat het Anna Roemers zijn, die, uit mijn naam en met mij op den achtergrond, eene bloem komt steken in den welverdienden krans, welken vereering en dankbaarheid u dezer dagen op den schedel komt drukken.

Nicolaas Beets.

Conscience heeft als volgt geantwoord:

Hooggeachte heer,

Ik ben u van harte dankbaar voor den vriendelijken gelukwensch, dien gij, meester in de Nederlandsche kunst, de goedheid hebt den minder begaafden Vlaamschen broeder, ter gelegenheid der verschijning van zijn zoogezegd 100^e boekdeel, toe te sturen.

Het Vlaamsche volk wil mij eene plechtige hulde brengen. Heb ik deze eenigszins verdiend, dan is het slechts door het nagejaagde doel en door de hoeveelheid, niet door de verdiensten van het geleverde. Onder dit laatste opzicht toch kan niets van wat ik heb geschreven, opwegen tegen uwe helstralende Camera obscura. Ik had, in alle geval, in mijne lange loopbaan, en met het oog op den toestand van het Vlaamsche volk, aan vele andere vereischten dan die der hoogere esthetiek te beantwoorden, en heb als kunstenaar daartoe vele opofferingen gedaan. Beseft ons volk zulks en wil het mij daarvoor beloonen, dit alleen neem ik in gemoede aan.

Hoe het zij, u zal wel gelooven dat het mij uiterst vleiend is en mij met erkentenis vervult, van uwe hooggeëerde hand eenen hartelijken gelukwensch te ontvangen.

Uw nederige dienaar en kunstgenoot.

Conscience.