De Kipdorppoort te Antwerpen in 1583.
Den 1n Augustus besliste
Teekening en steensnede van C. T'Felt.
de Antwerpsche gemeenteraad dat de Kipdorppoort, in 1866 afgebroken, weder opgericht zal worden bij den ingang van het Park, Rubensleiwaarts. Wij gaven in 1868, blz. 65, eene keurige houtsnede van deze poort, gezien van op Sint-Jacobsmarkt, zooals zij was vóór de afbraak. Het model voor de herbouwing was tijdens de kermis op het stadhuis te Antwerpen tentoongesteld; volgens dit model, zal de achterkant der poort, langs het Park, als bouwval worden gemaakt en tegen deze achterzijde boven de poort wil men een beeld van de stedemaagd plaatsen, die de jaartallen der vreemde overheersching en die der vrijwording van Antwerpen, aanteekent. Thans schijnt men echter van dit beeld te willen afzien, om zich eenvoudig te houden aan de wederoprichting der poort, als bouwval, zonder eenige toevoeging; dit schijnt inderdaad verkieslijker.
In het voormelde model was geene rekening gehouden van het verheven dak en den met bladlood en schaliën gedekten zuil, die tot de voormalige poort behoorden en er in 1816 afgenomen werden. (Zie onzen jaargang 1868, blz. 66.) Wij vernemen, dat bij de wederoprichting het oorspronkelijk dak en de zuil niet zullen nagemaakt worden, ofschoon voor het uitzicht en de werking van het gebouw daardoor veel zou gewonnen worden. Wij geven hierboven de afbeelding der poort zooals zij was bij hare oprichting in 1583.
Het blijft ook nog de vraag of het groot gevaarte van de poort, op de plek waar men haar wil stellen, niet zeer veel afbreuk zal doen aan het onbelemmerd uitzicht dat men op het fraaie stadspark heeft, wanneer men het beschouwt langs de dreef, recht over de J.-F.-Stoopstraat, aan welker uiteinde zich de poort zou bevinden.
Ongetwijfeld ware de beste plaats voor de wederoprichting der poort, de St.-Jacobsmarkt geweest, ook omdat het daar is dat Alençons verraderlijke aanval op de stad afgeslagen werd, welk heuglijk feit van heldhaftigen noodweer vereeuwigd werd door den zegeboog die tegen de binnenzijde der poort was aangebracht. Het is uit hoofde van de groote kosten, welke aan de inruiming eener plaats op de St.-Jacobsmarkt verbonden zouden zijn geweest, dat het stedelijk bestuur zich genoopt heeft gevoeld om van deze plaats af te zien. Het spijt ons!