De Vlaamsche School. Jaargang 27

Amerika's ontwikkeling.

Meer dan ooit richt de stroom der landverhuizing zich naar Amerika. Den 27ⁿ Mei vertrok de stoomboot Waesland uit Antwerpen naar Philadelphia met niet minder dan 1300 meest Duitsche landverhuizers die den 10ⁿ Juni in den vroegen ochtend gelukkig hunne bestemming bereikten. Gedurende de maand April van het loopende jaar landden in Nieuw-York 60,000 landverhuizers uit Europa. Van 1 Januari tot 30 April 1881 kwamen in laatstgenoemde stad 105,543 landverhuizers aan. Het verleden jaar (gedurende 1880) bedroeg het gezamenlijk aantal landverhuizers die in Amerika belandden ruim een half millioen menschen. Naar schatting, zullen er gedurende 1881 wel 600,000 aankomen. Den 19ⁿ April dezes jaars werden te Nieuw-York, in een enkelen dag, uit zeven stoombooten, 6975 landverhuizers ontscheept. Van 1830 tot 1880 zijn in de Vereenigde-Staten ruim 10 millioen landverhuizers aangekomen, grootendeels bestaande uit Ieren, Duitschers, Zweden, Noorwegers, Denen, Engelschen, Schotten, Hongaren, Russen, Italianen en Zwitsers. Franschen, Hollanders en Belgen komen tusschen de landverhuizers slechts bij kleine getallen voor. Sedert eenigen tijd evenwel wordt vooral in Oost-Vlaanderen zucht tot landverhuizing en wel naar Amerika tusschen de landbouwende bevolking waargenomen. Deze beweging is vooral sterk in den omtrek der stad Eecloo. Vele gezeten boeren uit die streek zijn naar de Vereenigde-Staten opgebroken. Wat deze uitwijking vooral in de hand schijnt te werken, zijn de gunstige tijdingen die men nu en dan ontvangt van Vlaamsche boeren die in Amerika een nieuw vaderland zijn gaan zoeken. Het te Maldeghem verschijnend weekblad de Volksbode behelsde in zijn nummer van 29 Mei ll. het volgende bericht uit Moerkerke, een West-Vlaamsch dorp van omstreeks 3500 zielen: ‘Evenals in andere omliggende gemeenten neemt hier de landverhuizing naar Amerika groote uitbreiding. Onder de karavaan uitwijkelingen die deze week naar de nieuwe wereld vertrokken, was een ambachtsman, met een talrijk gezin. Voor reiskosten had hij 1500 fr. betaald.’ West-Vlaanderen begint dus ook aan landverhuizing mede te doen. De Duitsche regeering tracht de landverhuizing tusschen hare landzaten te keer te gaan door ze te bemoeielijken. Aldus werden dezer dagen de besturen der bijzondere spoorwegmaatschappijen in Duitschland van regeeringswege uitgenoodigd, om in hunne standplaatsen geene bekendmakingen van scheepsgelegenheden voor het vervoer van landverhuizers meer te laten aanplakken. Voor de standplaatsen der Duitsche staatsspoorwegen is daarop reeds verbod gesteld sedert 1877. De meeste in Amerika aankomende landverhuizers zijn tusschen 20 en 50 jaren oud. Volgens opgaven, die betrouwbaar genoemd worden, brengen de landverhuizers, door elkander genomen, bij hunne aankomst in Amerika, ieder omtrent 500 fr. mede. Op dezen voet, zou er dus sedert 1830 niet minder dan 5 milliards aan geld door landverhuizers in de nieuwe wereld zijn aangebracht. Dank aan dezen toevloed van menschen en kapitaal, nemen handel en nijverheid in Amerika dan ook van lieverlede eene hoogere vlucht. Zoo brengt

[p. 104]

Zuid-Amerika jaarlijks 6 1/2 millioen balen katoen voort, terwijl het overige gedeelte der wereld er nauwelijks 2 millioen oplevert. De Amerikaansche mijnen, waaronder vooral die uit Pennsylvanië, gaven in 1880 ruim 70 millioen tonnen steenkolen; de hoogovens 4 millioen tonnen gietijzer. De graanoogst leverde in de Vereenigde-Staten 160 millioen hectoliters op, buiten nog 445 millioen hectoliters Turksche tarwe (maïs). In 1880 hebben de Vereenigde-Staten voor meer dan 100 millioen frank levend vee uitgevoerd. In 1876 bedroeg de landsschuld in de Vereenigde-Staten 10 milliards franken; gedurende de 4 jaren van het presidentschap van den heer Hayes, die den 4ⁿ Maart 1881 afgetreden is, onderging de schuld eene vermindering van 1 milliard.