Een goedkoop aquarium.
Dr. D. Huizinga geeft in eene verhandeling het volgende gemakkelijk en onder ieders bereik zijnde middel aan de hand tot het maken van een aquarium: ‘Wie op een voorjaars- of zomerdag langs een van onze talrijke slooten of poelen wandelt, zal zich wellicht verwonderd hebben over vreemde voorwerpen, die hij daar in 't water zag drijven, klompjes van een geleiachtige stof, zoo groot ongeveer als een hand en opgevuld met een groot aantal zwarte kogeltjes, iets grooter dan speldeknoppen. Die zwarte kogeltjes zijn kikvorscheieren, ieder voor zich omgeven met een dik geleiachtig hulsel en daardoor tot één massa aaneenhangend. Neem nu eens zulk een klomp eieren uit de sloot en zet ze in een glas met water. Is het weer dan warm en zonnig, dan zijn ze al na korten tijd (24 uur bij voorbeeld) niet volkomen rond meer; zij worden wat langwerpig, wat onregelmatig van vorm en eindelijk beginnen zich die zwarte voorwerpjes te bewegen. Eerst langzaam, met tusschenpoozen, nu en dan een nauw merkbaar schokje. Maar gij ziet het, er komt leven. Zij worden allengs langer, de beweging wordt sterker; - eindelijk komen wij op een morgen bij ons eenvoudig aquarium, en zie - daar schieten zij heen en weer door 't water, de zwarte vischjes, met hun kort, dik lichaam en hun langen staart die voortdurend in golvende beweging is. Vischjes? Ja, zie slechts die pluimpjes, aan weerszijden van den kop, dat zijn de kieuwen. Maar uit kikvorschen moeten toch weer kikvorschen ontstaan? Zeker, laat ons maar toezien. Die kieuwen verdwijnen al spoedig en dicht bij 't begin van den staart zien wij bij nauwkeurig toezien een paar uitwasjes, die al langer worden en na korten tijd volkomene pootjes zijn. Nu begint de staart korter te worden, dicht bij den kop ontstaan een paar voorpooten, en eindelijk springt de jonge kikvorsch flinkweg heen, eerst nog met een kort stompje staart voorzien, dat al spoedig ook verdwijnt.’