Een paar bijzonderheden over J.B. Greuze.
Onlangs werd te Parijs eene verzameling handschriften verkocht, nagelaten door den heer Chambry. Daartusschen bevond zich een brief van J.B. Greuze, gedagteekend den 28n van Regenmaand (Pluviose) jaar ix. De uitstekende schilder was toen 75 jaren oud en werkte aan eene schilderij, die hem besteld was door de Fransche regeering. De brief werd geschreven om eene afkorting te vragen op wat de schilder voor zijn werk zou te ontvangen hebben. Onder andere laat hij zich in de volgende worden uit: ‘J'ai tout perdu, hors le talent et le courage. J'ai soixante-quinze ans, pas un seul ouvrage de commande. De ma vie, je n'ai eu un moment aussi pénible à traverser.’ Naar aanleiding van het vorenstaande halen wij hier aan, dat de heer C.J. Stier van Aertselaer, van Antwerpen, terwijl hij langs Parijs op reis was naar Italië, aldaar Greuze aantrof en hem voor 500 fr. eene schilderij bestelde en op voorhand betaalde; terugkeerende uit Italië ging hij in 1805 den schilder te Parijs opzoeken, doch vernam dat Greuze inmiddels was overleden, zonder het bestelde stuk te hebben gemaakt. Des schilders weduwe verontschuldigde er zich bij den heer Stier over, dat zij niet in staat was het geld terug te geven, maar zij verzocht hem in haars mans werkhuis te zien of er zich daar wellicht eenig schilderwerk bevond dat hem bevallen mocht en hij aannemen wilde. De Vlaamsche kunstliefhebber vroeg vergunning om het palet en de penseelen van den grooten schilder te mogen medenemen, wat hem zonder moeite werd bewilligd. Deze voorwerpen zijn thans in bezit van den heer F. Mols-Brialmont, te Antwerpen, die ze uit de nalatenschap van wijlen den heer Stier bekwam.