De Vlaamsche School. Jaargang 27
(1881)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 31]
| |
Egidius Franciscus Leemans.
sterkwaterplaat naar een zijner tafereelen.
Deze reeds gunstig gekende maanlichtschilder werd te Antwerpen geboren den 28n April 1839. Hij is een zoon van wijlen den bekwamen schilderijhersteller van het Antwerpsch museumGa naar voetnoot(1) en van Maria Oyen. Van toen hij nog zeer jong was volgde hij de lessen aan de academie zijner geboortestad en vooral de klasse van landschapschildering, onder de leiding van wijlen Jacob JacobsGa naar voetnoot(2). Op de driejarige tentoonstelling van Gent in 1862 verscheen zijn eerste tafereel getiteld: Tegen den avond, een landschap, en te Antwerpen: in 1864, Gezicht uit de omstreken van Brussel; 1867, Gezicht uit de omstreken van Dinant, dat wij als te droog uitgevoerd aanteekenden. Hij hield zich ook geruimen tijd onledig met het vak waarin zijn vader had uitgemunt, namelijk het herstellen van oude schilderijen. De studie der weergalooze meesters van de oude Hollandsche school bracht hem als 't ware onwillens tot het vak waarin hij nu sedert eenige jaren inderdaad uitmunt, in den vollen zin des woords. Wie herinnert | |
[pagina 32]
| |
zich niet des jongen schilders eerste maanlicht, dat op 26 October 1873 tentoongesteld was in het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen te Antwerpen? Oprecht dichterlijk tintelde de zilveren glans der maan op het water, tooverachtig afstekend tegen het lamplicht dat uit eene rustende boot naar buiten scheen. Deze keurige en uitmuntend getroffene tegenstelling verleende aan het nachttafereel eene treffende levendigheid die indruk maakte op alle toeschouwers. Op 25 December van hetzelfde jaar stelde hij in voornoemde maatschappij ten toon De Maas nabij Dordrecht, ook een uitmuntend maanlicht. Het volgende jaar stelde Leemans in voornoemden kring twee landschappen ten toon die het echter niet konden halen bij zijne maanlichten; hetzelfde mag gezegd worden van een landschap, dat hij in voormeld jaar op 1 December zichtbaar stelde, gelijktijdig met twee uitmuntende maanlichten; 1876, 24 December: Vertrekkende visschersschuiten bij maanlicht; 1878, 8 December: Zicht te Anseremme bij maanlicht; 1879, te Luik: De Visscherij te Gent 's avonds en Op den Amstel; te Antwerpen (zie jaarg. 1879, blz. 145); 1880, te Brussel: De molen bij maneschijn en De Schelde bij Antwerpen; te Gent: Het einde van den dag en Maneschijn (Holland). Behalve de door ons reeds vermelde stukken zag de heer Leemans zich reeds een aantal zijner tafereelen afkoopen voor bijzondere verzamelingen. Uitstekende kunstliefhebbers gunden zijne stukken eene plaats in hunne kabinetten. Ook de heer Leemans, het is ons een genoegen dit te kunnen vermelden, heeft de etsnaald opgevat, en dat hij ze reeds flink weet te hanteeren, daarvan, wij vleien ons het te gelooven, vindt men het overtuigend bewijs in zijne eerste plaat, die wij hiermede onzen lezers aanbieden. |
|