lezing aan de tooneelisten van den schouwburg van Verscheidenheden te Parijs, van een nieuw stuk der heeren Blum en Toché, getiteld Le cabaret des lilas, dat door hem op muziek was gezet. Hij werd in 1819 geboren te Keulen; in 1842 vestigde hij zich te Parijs en eenige jaren later vroeg en verkreeg hij het Fransch burgerschap. Aanvankelijk voorzag hij in zijn bestaan met wat hij verdiende als vioolspeler. Den 7n October had de lijkdienst in de Magdalenakerk te Parijs plaats. De tooneelisten der Opera zongen op het hoogzaal en het orgel speelde onder andere de klagende melodij uit Offenbachs Lied van Fortunio. De overledene was israëliet van geboorte, maar hij was overgegaan tot het katholiek geloof. Door A. Maquet en V. Joncières werden aan het graf redevoeringen gehouden.
H.T. von SCHMID, den 30n Maart 1815 te Weizen Kirchen geboren, is den 9n October te Munchen overleden. Ettelijke van zijne romans werden in het Nederlandsch vertaald.
William LASSEL, de Engelsche sterrekundige die Hyperion, Umbriel en Ariel ontdekte, is volgens een bericht uit Londen van 12 October in 82-jarigen ouderdom overleden.
TERRY, de kunstschilder, is volgens een bericht van 12 October overleden te Lausanne.
Baron Pietro Ercole VISCONTI, de beroemde Italiaansche oudheidkundige, is omtrent half October te Rome overleden, oud 79 jaren.
ROSIER, een Fransch tooneelschrijver die tusschen 1830 en 1856 zeer in naam was. is volgens een bericht uit Parijs van 20 October overleden in den ouderdom van 81 jaren. Hij was ridder van het Legioen van Eer.
Salvatore MORELLI, de talentvolle Italiaansche dichter, van wien onder andere werken La Donna e la Scienza (de vrouw en de wetenschap) in verscheidene talen werd overgezet, is volgens een bericht uit Rome van 23 October overleden.
Emiel PALLESKE, bekend door zijne voordrachten van Shakespeare's werken en zijne levensschets van Schiller, is den 28n October overleden te Richla (Weimar), oud 58 jaren.
Leo HERPIN, de zeer verdienstelijke landschapschilder, leerling van Daubigny en Bosson, is volgens een bericht uit Parijs van 29 October overleden. Op de Fransche tentoonstellingen van 1878 en 1879 maakte hij veel opgang met twee gezichten uit Parijs, het eene bij avond aan de dusgenaamde Heilige-Vadersbrug, het andere aan de Nieuwe Brug.
Hendrik DEHOU, die als drukker-uitgever te Brussel de Vlaamsche letterkunde zeer aan zich verplicht heeft, onder andere door het uitgeven van zijne bekende Vlaamsche tooneelbibliotheek, is op het laatst van October overleden, in den ouderdom van ongeveer 66 jaren.
Alexander GUILLEMIN, de verdienstelijke schilder, in 1817 te Parijs geboren, is einde October overleden.
Joseph MEYNNE, gewezen kunstschilder, geboren te Nieupoort in 1813, is op het einde van October overleden te Brussel, waar hij sedert een groot getal getal jaren als muziekhandelaar gevestigd was. Hij leerde schilderen bij G. Wappers en aan de Antwerpsche academie, en leverde zeer verdienstelijke genreschilderijen, waarvan er eene, Devermaning, op de tentoonstelling der kunstgeschiedenis over 1830-1880 prijkte. Op de driejarige tentoonstellingen verschenen van hem onder andere in: 1834, Jan Steen, zijne vrouw Margriet bij zijne zuster inleidende; 1836, Het Wachthuis en De Menuet; 1838, Oude vrouw; 1840, Visschersgezin, een op het zeestrand aangespoeld koffer vindende; 1840, tentoonstelling voor het Rubensalbum, Een visscher; 1843, Visschersgezin bij ruw weder; 1845, De molenaar, zijn zoon en de ezel; 1846, In afwachting.
August Engelbertus Petrus ORTS, minister van staat en een van de uitstekendste rechtsgeleerden die België heeft aan te wijzen, is den 3n November overleden te Brussel, waar hij den 7n April 1814 werd geboren. Op staat- en geschiedkundig gebied schreef hij verscheidene werken, waaronder La guerre des paysans, eene verhandeling over het oude Vlaamsche rechtswezen en eene geschiedenis van het kasteel van Beersel.
Remigius DE BUCK, de geleerde pater Bollandist, geboren in 1819 te Audenaarde, is den 5n November in het Sint-Michielscollege te Brussel overleden. Sedert 1838 maakte hij deel uit van de societeit Jezus; hij is gekend door de uitgave van verscheidene geleerde werken.
Bartholomeus Johannes van HOVE, den 28n October 1790 te 's-Gravenhage geboren, is aldaar den 8n November overleden. Hij was een goed schilder van stads- en kerkgezichten en muntte uit in het schilderen van tooneeldoeken. Aan den Haagschen schouwburg was hij gedurende eene lange reeks van jaren als schilder verbonden. Hij behaalde eeremetalen te Amsterdam, te Dordrecht, te Gent, te Douai en (in 1840 bij de Rubensfeesten) te Antwerpen. Toen nu wijlen de koningin der Nederlanden H.M. Sophia nog prinses van Oranje was, ontving zij van van Hove onderricht in de kunst. Hij telde ook Bosboom en Verveer (zie onzen jaargg. 1876, blz. 38) onder zijne leerlingen. Van Hove was ridder van de Eikenkroon en van den Gouden Leeuw van Nassau.
Oleg GOROBETZ, een der laatste zwervende dichters, die gelijk de oude dichters Rusland doorliep om overal de oude volksoverleveringen te gaan bezingen, is overleden in bijna 100-jarigen ouderdom.
Bernard ter HAAR, de voortreffelijke Nederlandsche dichter, is den 19n November overleden te Velp. Hij werd te Amsterdam geboren den 17n Juni 1806 en was opvolgelijk predikant in verschillende gemeenten, tot dat hij in 1854 het hoogleraarschap in de godgeleerdheid bij de hoogeschool van Leiden aanvaardde, welk ambt hij tot in den laatsten tijd bekleedde. Zijne werkzaamheid op het gebied van de dichtkunst en de kerkelijke geschiedenis was zoo groot als vruchtbaar. Zijne gezamenlijke gedichten, na in afzonderlijke bundels meer dan een druk te hebben beleefd, werden door D.A. Thieme uitgegeven, versierd met platen van Nederlandsche schilders.
Edmond VAN HERENDAEL, een onzer meest belovende jonge schrijvers, is op 25 November overleden te Antwerpen waar hij den 31n October 1841 werd geboren. Al den tijd dat hij vrij was van beroepsbezigheden wijdde hij zich meest aan letterkundige studiën. Verscheidene tijdschriften, ook het onze, namen stukken van hem op. Zijn in 1874 in de Vlaamsche School verschenen gedicht Celesta werd ook afzonderlijk gedrukt. In 1874 verscheen van hem: Eenige woorden over de Muziekschool van Antwerpen. De dood heeft hem belet uitvoering te geven aan een lang gekoesterd voornemen, namelijk het verzameld in het licht zenden van de opstellen, nagelaten door twee zijner vrienden, Paul Goossens (zie jaargg. 1867, blz. 52) en J.B. Van Camp (zie 1877, blz. 56). Na eenen plechtigen lijkdienst, ten 9 3/4 ure, in de Antwerpsche hoofdkerk, werd Van Herendael den 27n November in de gemeente Deurne begraven, waar redevoeringen werden uitgesproken door de heeren L. Van Ryswyck, J.A. De Laet, G. Schoiers J. Bouchery, J.I. De Beucker, M. Stappers en J. Van den Bemden.
Leo COGNIET is in de laatste dagen van November te Parijs overleden, oud 87 jaren. Tot zijne voornaamste schilderijen behooren het stuk dat zich in het museum van Versailles bevindt: De nationale garde die zich naar het leger begeeft in 1807, het zolderstuk in den Louvre: Bonaparte die de werken der geleerden in Egypte bestuurt, voorts: Tintoretto die zijne gestorvene dochter uitschildert. Tot in 1863 was hij leeraar aan de school van schoone kunsten te Parijs. Onder andere werden de schilders J.O. Laurens en Bonat door hem in de kunst opgeleid.