Sterfgevallen.
Raden SALEH, de bekende Javaansche dieren- en landschapschilder, is den 23n April overleden te Buitenzorg, in hoogen ouderdom. In 1836 en daarna verbleef hij een geruimen tijd in Europa. Zijne afbeeldingen van gevechten tusschen buffels en tigers worden gezegd de meeste kunstwaarde te bezitten. Het Nederlandsche rijksmuseum bezit van hem verscheidene Javaansche landschappen.
Victor EECKHOUT, een onzer verdienstelijkste Belgische schilders, is overleden te Tanger (Marokko). Nog niet lang geleden behaalde hij met zijn tafereel De bazuinblazer van Tanger veel bijval.
Lodewijk Jan SOMERS, kunstschilder, te Antwerpen geboren den 25n November 1813, is aldaar op 3 Juni overleden in de Van-Schoonbekestraat, nr 8. Hij leerde bij Ferdinand De Braekeleer en trad verscheidene jaren in de tentoonstellingen op met genretafereeltjes die in België en Holland bijval vonden, zooals zijne Dorpsschool, zijn Familieconcert, het Koor eener dorpskerk, dat voor de verzameling der heeren Van Loon te Amsterdam werd aangekocht; later rijpte zijn talent op ernstige wijze en voerde hij ettelijke geschiedkundige stukken uit. Aan de nagemelde driejarige tentoonstellingen nam hij deel met de volgende stukken (het museum zijner geboortestad bezit geen enkel zijner gewrochten, in verband waarmede wij verwijzen naar onzen jaargang 1864, blz. 7): 1833, Puinen van het Antwerpsch kasteel, gezien van de Fernandoschans en Melkboerin melk afleverende aan eenen ouderling; - 1834, Liedjeszanger, Tapperijhouder met zijn kind (sneeuwgezicht); - 1836, Kostschoolhouder met zijne kweekelingen terwijl zijn huis door brand wordt vernield; De mededingers; Een politieker en Afwachting; - 1837, Olivier Cromwell die eene samenzwering tegen zijn leven ontdekt heeft en overweegt hoe hij daaraan zou kunnen ontsnappen (dit stuk bevindt zich in het museum te Leipzig); Zangles (destijds aangekocht door ridder de Coninck te Gent); Patriot van 1790 als schildwacht uitgezet (voormelde drie tafereelen prijkten hetzelfde jaar op de tentoonstelling te Brugge met de reeds vermelde Brandende kostschool en de Dorpspolitiekers); - 1838, Baanstroopers,
Politiekers, Twist en een
Ziek soldaat (waren hetzelfde jaar op de Mechelsche tentoonstelling); - 1840, voor het Rubensalbum, Het portret, in waterverfschildering; - 1841, Kind door een onweder overvallen (hetzelfde jaar prijkte van hem op de tentoonstelling van 's-Gravenhage eene Uitdeeling van levensmiddelen); - 1842, Kerkgezang door kloosterlingen (thans in het museum te Luik); - 1845, De kinderen van Jacob van Armagnac, hertog van Nemours, aan den voet van het schavot gekluisterd gedurende de onthoofding huns vaders en twee portretten; - 1847, Adriaan Willaert de uitvoering van een zijner muziekstukken besturende; - 1852, Karel I van Engeland eenige oogenblikken voor zijne onthoofding; - 1854, het stuk van 1852, en Armoede en weelde; - 1860, Vrouwenportret en De overweging; - 1861, Armoede en weelde, De wees, Het gebed; - 1863, Broederlijkheid en De wees van 1861; - 1864, Na den lijkdienst en Brevierlezende kloosterlingen; - 1866, Karel I van Engeland en koningin Augusta hunne kinderen aan de studie verrassende, De leermeester en Bedelmonnik; - 1868, De Karel I van 1866, Een monnik in vrome overpeinzing, Visschersvrouw en de Kloosterlingen van 1864; - 1870, Eene eerste proef, Aan het nagerecht en Een concert; - 1873, De boekenliefhebbers. Aan het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen te Antwerpen schonk Somers een tafereel dat de groote zaal versiert. Des schilders ter-aardebestelling had plaats den
6n Juni op de begraafplaats van het Kiel, na eene treffende redevoering van den heer Verhoeven-Ball. Bij den plechtigen lijkdienst, den 10n Juni, in de Sint-Laurentiuskerk, was de toeloop van belangstellenden zeer groot.