Het Zelf.
Friedr. Max Muller, de uitstekende taalonderzoeker en beoefenaar der oud-Indische taal en letterkunde, in 1823 te Dessau (Duitschland) geboren, thans te Oxford hoogleeraar in de Sanskrietsche taal, wier oudste bewaard geblevene schriften naar gissing opklimmen tot 1500 jaren vóór Christus, zond dezer dagen een Sanskrietschen gelukwensch aan zijnen vriend Ralph Waldo Emerson, den bekenden Amerikaanschen letterkundige en wijsgeerig schrijver, in 1803 te Boston geboren, ter gelegenheid van zijn 77sten verjaardag. Bij den gelukwensch waren de volgende schoone zinsneden gevoegd, ontleend aan eene kortelings ontdekte oud-Sanskrietsche oorkonde: ‘Ouderdom en verval tasten het lichaam aan, de zinnen, den geest, het geheugen - maar nooit het Zelf, dat toeziet. Het Zelf wordt nooit moede - maar het lichaam wordt moede het Zelf te torschen. Het Zelf wordt nooit blind - maar de vensters van de zintuigen worden verduisterd door stof en regen. Het Zelf vergeet nooit - maar het schrijfsel in het geheugen verbleekt; en het is goed dat veel vergeten wordt. Het Zelf verdwaalt nooit. De vele raderen van ons eigen klein uurwerk worden roestig - doch wij zien op naar de eeuwige wijzerplaat in de hemelen boven ons, die juist blijft loopen voor immer.’