Sterfgevallen.
Knud BAADE, deken der schilders van Munchen, geboren in 1808, is aldaar overleden in November 1879.
Karl HUBNER, de ook ten onzent zeer gunstig bekende Duitsche kunstschilder, geboren te Koningsberg in 1814, is den 5n December te Dusseldorp overleden.
Pieter ECREVISSE, geboren te Offlicht (Limburg) op 3 Juni 1804, is den 16n December 1879 overleden te Eecloo, in welke gemeente hij van 1839 tot 1860 vrederechter was en voor wier bevolking hij zich verdienstelijk maakte als lid van den plaatselijken raad en van den provincieraad van Oost-Vlaanderen, zonder nog te spreken van zijn ieverig schrijven in het door hem gestichtte Weekblad van Eecloo. De Vlaamsche letterkunde dankt aan zijne vlijtige pen buiten ettelijke verspreide stukken opgenomen in tijdschriften als De Vlaamsche Stem, Vlaamsch België en andere, de volgende werken: 1844, De Teuten; 1845, De Drossaerd Clerckx, De bokkenrijders, De verwoesting van Maestricht; 1846, Jacob Van Artevelde; 1850, Egmonds Einde; 1858, De Meikoningin; 1859, De Vadermoorder, De Gemzenjager, Patrick, Norbertina en De gebroeders De Witt; 1860, De kanker der steden; 1861, De Stiefzoon; 1864, De nicht uit de Kempen, waarvan sommige meer dan eens herdrukt werden. De heer Ecrevisse was sedert 25 Augustus 1871, weduwenaar van Hubertina-Louiza Burgens.
Hepworth DIXON, de schrijver van Spiritual Wives, White Conquest, New America en andere werken, is dezer dagen overleden.
Karl GEYLING, de beroemde glasschilder, wien men onder andere de prachtige ramen der St.-Stephanuskerk te Weenen heeft te danken, is in voornoemde stad overleden.
Anselm FEUERBACH, de bekwame schilder uit Neurenberg, is den 3n Januari plotselings overleden te Venetië.
D. POUJOULAT, een van de veteranen der Fransche dagbladpers, is den 6n Januari te Parijs overleden, 80 jaren oud.