Codex diplomaticus Rubenianus.
In de zitting, door den Antwerpschen gemeenteraad op 4 Augustus gehouden, werd een verslag uitgebracht door eene raadscommissie, welk aanvangt met de herinnering, dat het congres, in 1877 te Antwerpen gehouden, op voorstel van den heer C. Ruelens, den wensch te kennen gaf, eene commissie te gelasten met de uitgaaf van eenen Codex diplomaticus Rubenianus of verzameling van stukken betrekkelijk het leven en de werken van den beroemden Antwerpschen meester. Nadat deze wensch was medegedeeld aan het Antwerpsch gemeentebestuur, kwam door zijn toedoen eene voorloopige commissie tot stand, bestaande uit de heeren Gachard, rijksarchivaris te Brussel, Ruelens, bewaarder van de bibliotheek van Burgondië te Brussel, ridder Leo de Burbure, P. Génard, stadsarchivaris en Max Rooses, bewaarder van het huis van Plantijn te Antwerpen. In eene memorie over de inrichting harer werkzaamheden, zegt de commissie: het is bekend, dat Rubens in gemeenzame briefwisseling is geweest met Ambrosius Spinola; men zou dienen aan Italië te vragen dat er opzoekingen zouden gedaan worden om te weten waar de papieren van dien befaamden veldheer zijn gebleven; evenzoo in Spanje met het archief der familie Alba, erfgename van den graaf-hertog Olivares; te Parijs, te Aix, te Carpentras, en wellicht in andere plaatsen van Frankrijk, bestaan stukken van verschilligen aard, die betrekking hebben op den vorst der Vlaamsche schilders; daarvan zouden dienen afschriften genomen te worden; er is weinig bekend over de betrekkingen van Rubens met Maria van Medicis en het Fransche staatsbestuur voor de uitvoering der galerijen van Luxemburg; in het ministerie van buitenlandsche zaken of elders bestaan er waarschijnlijk officieele stukken, die daarmede in verbandstaan, in het State papers office van Londen is zeker wel meer voorhanden dan tot heden bekend is; het archief van Kleef en Gulich, te Dusseldorp, zal ons zekerlijk wel het een of ander bekend
maken aangaande de betrekkingen van Rubens met den prins van Nieuwburg, den hertog van Beieren, enz.; de volledige verzameling der bijeen te brengen en uit te geven stukken zal waarschijnlijk uit 8 of 10 deelen bestaan, te weten: 1o geschiedkundige berichten over Rubens, 2o zijne briefwisseling, 3o stukken betreffende zijne familie en zijn leven, 4o stukken aangaande zijne werken, 5o zijne diplomatische onderhandelingen; jaarlijks zou een deel verschijnen en naar schatting zou voor de uitgave van elk der tien boekdeelen een hulpgeld van 1000 fr. noodig zijn. De gemeenteraad, in zijne voormelde zitting, heeft de commissie voor vast aangesteld en een eerste hulpgeld van 1000 fr. toegestaan.