Sterfgevallen.
Julius De KEGHEL, kunstschilder, is op 15 Maart overleden te Gent in den ouderdom van 44 jaar. Hij begon zijne studiën aan de Gentsche academie waar hij in 1859 een 1en bijprijs voor het teekenen naar het levend model behaalde; later kwam hij zijne studiën voortzetten aan de Antwerpsche academie. Onderscheidene zijner werken prijkten op de driejarige Belgische tentoonstellingen. Hij schilderde: Begraving van eenen christen martelaar (een zijner eerste en 't beste van zijne stukken); De drie weenende vrouwen; Maria-Magdalena; 1868, De wroeging van Judas; 1871, Een moedertje; 1872, De bestemming; 1873, De lezing; 1874, Jongenskwaad en Het breistertje; 1875, Sigarenuitventer; 1878, Een slechte bril; Steeple chase (kinderen); enz. De Keghel koos veelal zijne onderwerpen in de kinderwereld en was ook als portretschilder geacht; onder andere roemt men zijn portret van den bisschop Delebecque (niet naar de natuur, maar toch goed geschilderd); hij was leeraar aan de koninklijke academie en teekenmeester aan der school voor kunsten en ambachten bij de hoogeschool te Gent. Hij laat eene weduwe achter, mej. Dua, en vijf minderjarige kinderen.
W.T. GEVERS DEYNOOT, die zich een gevierden naam verwierf door zijne geschriften over staathuishoudkunde en statistiek, is den 25n Maart overleden te 's-Gravenhage. Hij werd te Wassenaar geboren den 8n September 1808.