Vochtige muren.
Ter bestrijding van de vochtigheid wordt het volgende aanbevolen door iemand die bij ondervinding spreekt. Eerst laat ik de mortel van vochtige muren zorgvuldig afkappen, zoodat de steenen zoo zuiver mogelijk worden, en spijker dan, op in de voegen geslagen klampen, in loodrechte richting, latten van ruim 2 centimeters dikte en 7 centimeters breedte 0m40 van elkaar. Dan worden hierop waterpas latten gespijkerd, 1 millimeter dik en ruim 2 centimeters breed, met 8 of 9 millimeters tusschenruimte, zoodat het eene soort van schutting wordt. Daarop smeer ik dan, omtrent 1 centimeter dik, tamelijk vette mortel die behoorlijk met koehaar is gemengd, zoodat zij tusschen de 8 of 9 millimeters dikke voegen gedrukt wordt en deze vult. Moet de muur behangen worden, dan laat ik reeds deze eerste mortellaag, nadat zij gedroogd is, afschuren en anders laat ik den muur met de zoogenaamde fijne bovenlaag bestrijken. Bij goed weder is het bezetsel in ongeveer 8 dagen zoo droog dat er zonder gevaar behangen of geschilderd kan worden. Door het maken van kleine gaten in den benedenrand kan ik den vereischten toevoer van lucht verschaffen. Het geheele middel is zeer eenvoudig en goedkoop, want de latten kunnen van de gemeenste planken gemaakt worden, terwijl het ontegenzeggelijk droge muren geeft. (Den muur goed beklampen met schaliën en dan bezetten schijnt ons evenwel verkieslijker. * * *)