De Vlaamsche School. Jaargang 24
(1878)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 208]
| |
Engelsch parlement en gewezen minister van financiën van Indië, door P. Van Havermaet tentoongesteld. Den 25n December en volgende dagen had eene fraaie tentoonstelling plaats van beeldhouwwerk en schilderijen, te weten: Rob. Fabri, een uitstekend marmeren kinderhoofdje; A. Van Beurden, een verdienstelijk kinderborstbeeld en een zeer fraai pleisterbeeld, getiteld De Opschik; F.J. Joris, het beeldje van een kind met een hondje; schilderijen: J. De Kemmel, bloemenstukken; E. Siberdt, een goed vrouwenportret en zijn niet onverdienstelijk Kunst en liefde van de Brusselsche tentoonstelling (zie blz. 205); J.A. Fraustadt, Verloren appelen; H. Houben, het portret zijns vaders, vrij wel gelijkend doch geschaad door den grijzen achtergrond; L. Abry, De eerste strepen (van een pas benoemden kaporaal), een geestig en goed behandeld onderwerp; H. Van Hagendoren, Maasoevers; Verhoeven-Ball, een goed geschilderde bloementuil (aangekocht door den heer L. De Mey); G. Portielje, eene goed afgemaalde herbergzaal met kaartspelers; Jos. Nauwens, een schoon fruitstuk; J. Wagener, De wereldsgezinde, Ik slaap en Godvruchtigheid, drie stukken welke beter samengesteld en geteekend dan geschilderd zijn; F. Van Kuyck, Omtrent Buggenhout, een landschap dat te fleps van kleur is; J. Meyers, een wel getroffen gezicht uit dezelfde streek; L. Pulinckx, een goed Gezicht op de Schelde, Aan 't veer en Haveroogst; J.A. Neuhuys, Minette's deel ('t is een katje dat bedoeld wordt), een waarlijk lief stukje, ook wat betreft de kleur; A. Elsen, een verdienstelijke Septemberacond; A. De Braekeleer, De schoenmaker; A. Serrure, De verjaardag; E. Claus, twee goede heigezichten; H. De Cock, een gezicht op Papendrecht en een op de Herenthalschevaart; W. Linnig zoon, Twee Bohemers, Na de rust en De luitmaker, drie verdienstelijke stukken doch waarvan de kleur zuiverder hadde behooren te zijn; L. Van Engelen, De blauwe vogel; R. Montgomery, twee echt flinke stukken, Op zee en een gezicht uit Schotland; J. Lemmens, bloemen en vruchten; J. Ryssens, stillevens die talent verraden; Jos. Van Oudenhoven, De nieuwsgierige en met hengelroeden Visschende juffrouwen; E. Wolters, Garnaalvangers en Terugkomst in Vlissingen; Th. Verstraeten, een gezicht op de Schelde en een in de polders; C. Cap, Herfst- en Lentemijmering en Welhaast (eene juffrouw in een spoorwegrijtuig 1ste klasse), drie verdienstelijke stukken; R Hirth du Frênes, twee nette wintergezichten; F. Hens, Stranding van eene sloep te Oostende en een gezicht op Engelands kust, beide zeer verdienstelijke gewrochten; E. Quitton, twee lieve stukjes waarop vogelen afgebeeld zijn (gekockt door den heer Giebens); juff. E. Beernaert, Moeras te Hoogstraeteu en Vallei te Herbeumont, zeer fraaie stukken; L. Derickx, twee aangename landschappen uit de omstreken van Antwerpen en Tongeren; F. Vinck, De lezer, puik geschilderd; F. Crabeels, Zomerdag, een verdienstelijk doch niet genoegzaam voltooid stuk; A. De Keyser, De mist; E.J. Leemans, een zeer schoon stuk, getiteld: Bij maanlicht te Anseremme; E. Boks, eene met zwier en kracht uitgevoerde schilderij die den grootsten bijval op deze tentoonstelling verwierf en niet weinig vroolijkheid opwekte: men ziet een soldaat, de vrijer van de meid des huizes, ingeslapen op eene sofa in eene rijk versierde ontvangkamer bij eene tafel waaraan de landsverdediger zich spijs en drank ter deeg heeft laten smaken, op het oogenblik dat zijne vriendin hem een kop koffie aan brengt, terwijl haar meester en hare meesteres onverwacht binnentreden; J. Stobbaerts, Een Antwerpsche koestal; A. De Meerseman, fraai geschilderde schelpen; E. Joors, een goed en breed geschilderd jongensportret ten voeten uit, waarbij een wolfhond. Den 27n December zijn in de afdeeling beeldende kunsten benoemd: Verhoeven-Ball, voorzitter, D. Col, ondervoorzitter, L. Abry en H. Altenrath, schrijvers, A. Bogaerts schatbewaarder, C. Cap, J.A. Fraustadt, A. Plumot, A. De Braekeleer, A. Delfosse, J. Stobbaerts en Th. Verstraeten, commissarissen der tentoonstellingen, V. Lagye, afgevaardigde van het middencomiteit. - Op 28 December hebben de vrienden van den kunstschilder L. Hendrix hem een feestmaal aangeboden ter gelegenheid zijner benoeming als ridder van de orde van Gregorius-den-Groote, benevens een adres waarvan de keurige titelplaat was uitgevoerd door 's meesters leerling J. Anthony. - De verhandeling van den heer Alfons Goovaerts over den schilder M.-A. Immenraet, waarvan wij op onze blz. 192 gewaagden, is opgenomen in de Handelingen der academie van België en ook afzonderlijk gedrukt uitgegeven in 22 bladzijden. Wij hebben met veel belangstelling de verhandeling van den heer Goovaerts gelezen. Zij is zeer volledig en geeft vele en belangrijke inlichtingen over den schilder zoowel als over zijne afstamming en verwanten. Zij is getiteld: Le peintre Michel-Ange Immenraet d'Anvers et sa famille. Gent. Het getal studenten aan de hoogeschool over 1877-78 bedraagt 596. Brugge. In 1877 werden de schilderijen van St.-Jansgasthuis bezichtigd door 3126 personen die ieder ½ frank betaalden. Luik. Einde 1877 bedroeg het getal studenten aan de hoogeschool 1007. | |
Buitenland.Amsterdam. De rijke verzameling oude teekeningen en etsen (vele door Rembrandt) van wijlen den baron d'Isendoorn à Blois van de Cannenburgh zal eerlang in deze stad openbaar verkocht worden. |
|