De Vlaamsche School. Jaargang 24
(1878)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 116]
| |
Sterfgevallen.Barthelemy C. Du Mortier, de gekende Belgische staatsman, stierf den 9n Juli te Doornik, waar hij geboren was in 1796. Hij was een van de kundigste en geleerdste mannen die zijn vaderland heeft aan te wijzen. Zijne lievelingsvakken waren de kruidkunde, de geschiedenis der schilderkunst en de oudheidkunde. Sedert hij
Egmond en Hornes.
Houtsnede van wijlen Jan Van Ael. in 1822 zijne zeer geachte Commentationes botanicae uitgaf, liet hij nog verscheidene werken verschijnen, welke afzonderlijk gedrukt of in tijdschriften opgenomen werden. Slechts weinige weken vóór het afsterven van den uitstekenden man, liet het staatsbestuur zijn borstbeeld in eene der zalen van den botanieken hof te Brussel bijzetten. Van zijne gekende navorschingen omtrent de geboorteplaats van P.P. Rubens vindt men in ons tijdschrift gewag gemaakt in 1875, blz. 166. De overledene was graaf van het H. Roomsche Rijk, terwijl Z.M. Leopold I hem in 1872 ook bij den Belgischen adel met grafelijken titel opnam. Joseph Ritte, die zich als dichter van veel aanleg heeft doen kennen, is den 10n Juli te Gent gestorven, oud 47 jaren. Hij was te Doornik geboren. Een blad uit die stad noemt tusschen de gedichten des overledenen, als meesterstukken Le Tilleul du Crampon en Le vieux beffroi. Frederik Jan Van Ael, de eerst ingeschrevene en een der veel belovende leerlingen van de sedert 1872 heringerichte houtgraveerschool bij de koninklijke academie van AntwerpenGa naar voetnoot1, aldaar geboren in de maand Augustus 1860, is den 15n Juli ten 2 ure 's nachts gestorven. De plechtige lijkdienst had plaats den 18n daaraanvolgende ten 9 ure in de Sint-Jacobskerk, de teraardebestelling op de begraafplaats op het Kiel onder een grooten toeloop van vrienden en kennissen. Wij geven hierboven de studieplaat, door den jeugdigen Van Ael verleden jaar tentoongesteld en waarvan wij gewaagden in onzen jaargang 1877, blz. 84. Zij verbeeldt de graven van Egmont en Hornes veroordeeld om onthoofd te worden, voorgesteld op het oogenblik dat zij zich naar 't schavot begeven. Deze gravuur werd uitgevoerd naar eene op hout gesnedene plaat geteekend door wijlen A. Dillens. Het beschouwen dezer plaat, die van zeer veel aanleg voor een moeielijk vak getuigt, zal het ontijdig afsterven van den talentvollen jongeling nog meer doen betreuren, inzonderhid door de kunstliefhebbers. Franciscus-Heliodorus-Josephus Leclef, bouwmeester, te Antwerpen geboren, is aldaar na eene langdurige ziekte overleden den 25n Juli in den ouderdom van 67 jaren. In zijne jeugd onderscheidde hij zich als leerling der klasse van boetseer-en bouwkunde aan de koninklijke academie zijner geboortestadGa naar voetnoot1, in dewelke later talrijke gebouwen onder zijne leiding werden uitgevoerd, zooals: het Sint-Ignatiusgesticht met kerk in de korte-Nieuwstraat, de kapel in het Sint-Josephus-gesticht, het gesticht van de zusterkens der armen, het klooster der broeders van Liefde, Sint-Vincentiusstraat, het klooster der paters Kapucijnen, de torens der Sint-Joriskerk en een aantal meesterswoningen, buitenverblijven, kasteelen en een groot getal huizen. Ook in andere steden des lands werden gebouwen onder zijne leiding uitgevoerd, zooals het klooster en de kerk der paters Kapucijnen te Brugge. De heer Leclef paarde aan veel naarstigheid wezenlijk talent; voor bijzondere gebouwen is hij nog niet overtroffen. In den prijskamp van 1862 voor de herbouwing der Antwerpsche Beurs was zijn ontwerp een der vier bekroonde. De lijkdienst van den verdienstelijken man, door eene groote menigte bijgewoond had in de Antwerpsche hoofdkerk op 29 Juli ten 11 ure plaats, de begrafenis op Berchem kerkhof, waar verscheidene redevoeringen werden uitgesproken. |
|