Sterfgevallen.
Jozef Mengoni, de bouwmeester der Victor-Emanuel-Galerij te Milaan, is dezer dagen, toen hij zich op een der hoogste bogen van het gebouw bevond, naar beneden gestort met het droevig gevolg dat hij eenige stonden later overleed.
J.J. Hoffman, buitengewoon hoogleeraar in de Chineesche en Japansche talen te Leiden, is aldaar op 19 Januari overleden oud bijna 73 jaren. Hij schreef verschillende gunstig bekende werken betreffende de Chineesche en Japansche talen, waaronder vooral uitmunt zijne voor eenige jaren in het Hollandsch en Engelsch verschenen Japansche spraakleer.
Stephanus Le Roy, kunstschilder, commissaris-keurmeester bij het rijksmuseum te Brussel en vooral gekend als schilderij-hersteller, is op 25 Januari overleden te Elsene, oud 69 jaren en 7 maanden.
George Cruikshank, de vermaarde caricatuurteekenaar, geboren te Londen in 1792, is aldaar in het begin der maand Februari overleden. Hij leverde, onder andere, teekeningen voor het tijdschrift Scourge, voor de Punch, voor de werken van Dickens en andere schrijvers. Zijne kunde was ongeëvenaard. Toen hij reeds over de 70 was, deed hij zich ook als schilder kennen, onder andere door eene verdienstelijke olieverfschildering, getiteld Worship of Bacchus.
Gustaaf Brion, de begaafde schilder is te Parijs overleden in den ouderdom van 53 jaren. Hij was te Rothan in de Vogezen geboren en leerde bij Gabriël Guérin, een goed schilder te Straatsburg. Sedert 1853 was zijn roem gevestigd. Zijne bijzonderste werken zijn door groote en kleine prentafbeeldingen bekend. De fraaie teekening, de smaak en bevalligheid zijner tafereelen, waren eigenschappen die, behalve zijne wezenlijke schildergaaf, hem den algemeenen bijval verzekerden.
J.M. Van Kempen, het oudste lid der firma J.M. Van Kempen en zonen te Voorschoten, is aldaar overleden. Zijne binnenen buitenlands met grooten lof bekende zaak had in 1835 eene eenvoudige zilversmederij te Utrecht, met een klein getal werklieden tot aanvangspunt gehad; langerzamerhand werd die uitgebreid en in 1858 naar Voorschoten overgebracht, waar haar meer ruimte ter beschikking stond. Van Kempen paarde aan eene groote mate van kennis veel beleid en buitengewonen ijver, zoodat zijne zaak al meer en meer in bloei toenam. Hem werd onder andere de vervaardiging opgedragen van het gedenkteeken van Jan Pieterszoon Koen, te Batavia, waarvan de arbeid zoo omvangrijk was en zoo gelukkig mocht slagen, dat de uitvinder der galvano-plastiek, de hoogleeraar Jacobi te Petersburg, opzettelijk een bezoek aan de fabriek bracht, waaruit de kunstgewrochten waren voortgekomen. (Zie De Vlaamsche School 1876, blz. 153.)