De Vlaamsche School. Jaargang 24

Kroniek.

Antwerpen. In zitting van 2 Februari heeft de gemeenteraad beslist, het museum van schoone kunsten voortaan drie dagen per week kosteloos open te stellen, namelijk Zondags, Dinsdags en Donderdags. Tot hiertoe was de toegang alleen Zondags en Donderdags vrij.

- Den 12ⁿ Februari heeft de gemeenteraad goedkeurig verleend op de voorstellen der commissie over de herstelling van schilderijen des museums, bestaande uit de heeren N. De Keyser, Jacob Jacobs, P. Beaufaux, J. Delin, H. Schaefels en J. Dyckmans, strekkende tot het herstellen der 5 groote schilderijen van Jan Erasmus Quellin (n^r 282-286 van den catalogus). De grootste dezer stukken (n^r 282), voorstellende Het badwater van Bethesda

[p. 27]

en n^r 283, zijnde het afgesneden bovendeel van voormelde schilderij, zullen allereerst en zulks wel dezen zomer hersteld worden. De drie andere schilderijen zijn voorloopig opgerold en ingepakt weggezet.

Deze stukken zijn afkomstig van de voormalige vermaarde Antwerpsche Sint-Michielsabdij. Na de vernietiging der kloosters op het einde der vorige eeuw werd n^r 282 aangeduid om deel uit te maken van het toekomende museum van het departement der Beide-Nethen. De mannen, gelast met de verhuizing, beweerden dat het onmogelijk was dit groote stuk geheel weg te nemen van de plaats welke het besloeg in de zijbeuk der abdijkerk en Dargonne stelde voor, de schilderij in stukken te snijden en die tot studiegewrochten te gebruiken voor de leerlingen der École centrale. Gelukkiglijk is zulks niet geschied en wij hopen dat men het groote stuk kort na de andere zorgvuldig herstellen zal; want oprollen en inpakken is eene gevaarlijke zaak voor wat tafereelen betreft.

- Blz. 19 hebben wij gemeld, dat het gemeentebestuur Karel Verlats schilderij De leeuw en de buffel had aangekocht voor 10,000 fr. Met groot genoegen hebben wij vernomen, dat de uitstekende meester het aanbod heeft gedaan, het voornoemde stuk, zonder prijsverhooging, te verruilen tegen eene andere nieuw door hem vervaardigde schilderij van grootere afmetingen en waaraan hij meer waarde hecht, getiteld De verdediging der kudde. Beide stukken zijn in de Twaalfmaandenstraat tentoongesteld geweest en zullen naar de wereldtentoonstelling te Parijs worden gezonden.

- Bij L. De Cort, Markgravestraat 9, is van de pers gekomen het eerste deel van een nieuw belangrijk werk van den verdienstelijken geschiedschrijver Ed. G.J. Gregoir, getiteld Bibliothèque musicale populaire. Het behelst zeer belangrijke bijdragen over het Vlaamsche zangspel, benevens Vlaamsche stukken met muziek, hoogst wetenswaardige bijzonderheden omtrent de muzikale uitvoeringen te Parijs tusschen de jaren 1725 en 1814, verscheidene samenstellingen van den Nederlandschen toonzetter Jacobus Van Eyck, stukken uit de Triomfeerende Min, een ‘vredespel’ van Karel Hacquart (xviii^e eeuw), eindelijk aanteekeningen betreffende de oude koninklijke muziekschool te Brussel. Het werk zal volledig zijn in 3 deelen. De prijs van het eerste deel is 3 fr. De vrienden van de muziek en de belangstellenden in hare geschiedenis zullen ongetwijfeld met welgevallen den nieuwen en veelomvattenden arbeid bejegenen, waaraan de heer Gregoir zich heeft gezet.

- Met eene vorige aflevering hebben wij onze lezers het prospectus toegestuurd van de Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool door Max. Rooses, bekroond in den prijskamp uitgeschreven door den gemeenteraad. De eerste vellen van dit belangrijk werk zijn sedert dien verschenen. Er zullen in 't geheel 20 afleveringen zijn; elke aflevering kost 1 frank. In het werk zullen 40 houtsneden en 10 koperetsen opgenomen worden, deze laatste uitgevoerd door J.B. Michiels.

Brugge. In Augustus zal de inhuldiging van Jan Van Eycks standbeeld, gemaakt door H. Pickery, plaats hebben. Te dezer gelegenheid zal eene cantate worden uitgevoerd, gedicht door Julius Sabbe en getoonzet door L. Van Gheluwe.

Dendermonde. Het beeld van den zendeling pater De Smet, in galvanoplastiek brons, zal den beeldhouwer L. Fraikin 27,000 fr. betaald worden, de kosten van het voetstuk inbegrepen. Het beeld en het voetstuk hebben elk 3^m50 hoogte. Het metselwerk onder den grond en het plaatsen zijn voor stads rekening. De uitgaaf wordt bekostigd met bijdragen van de stad, de provincie, het rijk en het publiek. Het rijk geeft 8000 fr.

- De Oudheidkundige Kring geeft uit het Oorkondenboek van de stad en heerlijkheid Dendermonde. Onder andere stukken komt daarin voor de keure of grondwet, in 1233 aan Dendermonde verleend door Robrecht, heer van Bethune en Dendermonde, benevens de tekst der overeenkomst aangegaan in 1245 tusschen den heer van Dendermonde en het kapittel van Kamerijk, nopens hunne wederzijdsche rechten in de gemeente Audegem. Het werk verschijnt bij Annoot-Braeckman, te Gent.

Hasselt. De heer G. Guffens legt de laatste hand aan de muurschilderingen die hij uitvoert in de doopkapel der St.-Quintenskerk.

Ath. Uit de nalatenschap van den heer Ducorron zijn voor het stedelijk museum aangekocht: Rebecca aan de fontein, schilderij van 1^m80 op 1^m40, door J. Van Helmont; Stormachtig weder, landschap van Juliaan Ducorron, benevens twee portretten van dezen schilder, twee witte marmeren kinderbeeldjes enz.

Charleroi. Opgravingen in het dusgenaamde Turksche bosch te Morlamwelz, in de nabijheid der Romeinsche heirbaan, hebben de overblijfselen van een Romeinsch vestingwerk doen ontdekken, terwijl voorders eenige potten en een penning van Salustus, die in het jaar 363 landvoogd van Gallië was, werden gevonden.

Namen. Voor het stedelijk museum is tegen 8000 fr. aangekocht eene schilderij van den heer Bonet, leeraar bij de stedelijke academie, voorstellende het Oordeel van Salomo. De schilderijen, door de stad aangekocht op de laatste Namensche tentoonstelling, werden als volgt betaald: De doge Foscari, van Hennebicq, 5500 fr., De boschnimf, van Van Camp, 3500 fr., Het Kanaal, van Artan, 1600 fr., De Maas te Waulsort, van Roffiaen, 4000 fr., Eene beek in de Kempen, van juff. Beernaert, 2600 fr.

Buitenland.

Amsterdam. Verschenen bij C.L. Brinkman: De kunstnijverheid, hand- en studieboekje, tevens vademecum voor bezoekers van musea en tentoonstellingen, eene vertaling van den heer De Kruijff, naar de tweede Hoogduitsche uitgave van dr. Bruno Bucher.

- De maatschappij Arti et Amicitiae heeft een huis in de Kalverstraat, van den boekhandelaar Post, aangekocht, om den hoofdingang harer lokalen in die straat te kunnen maken.

- Het hoofdbestuur van het Nederlandsch Tooneelverbond heeft aanbesteed het bouwen van eene tooneelschool met woning aan de Schans, volgens het plan van den bouwmeester A.L. Van Gendt. De laagste inschrijving bedroeg 18,900 gl.

's-Gravenhage. Bij de herstelling van het Mauritshuis heeft men in het bovendeel van den gevel van het gebouw de wapens aangebracht van Joan Maurits van Nassau, den Brazi-

[p. 28]

liaan, den stichter van dat merkwaardige huis. Door de bouwmeesters Jacob Van Campen en Pieter Post in het elfjarig tijdvak van 1633-1644 gebouwd op het terrein van een rondeel, dat in vroeger eeuwen tot verdediging van het grafelijk slot diende, brandde het Mauritshuis in 1704 geheel af, doch werd van 1706 tot 1718 herbouwd. De thans ondernomen herstellingswerken hebben voornamelijk ten doel den voorgevel van het museum een fraaier aanzien te geven door de witte muren met rooden gebakken steen te bedekken en zoodoende aan dien kant het gebouw zooveel mogelijk zijn oorspronkelijk karakter terug te schenken.

- Wij hebben gemeld (jaargang 1877, blz. 27 en 160) dat een tocht naar de Noordpool ging uitgerust worden. Het daartoe opzettelijk gebouwde vaartuig draagt den naam van Willem Barends. Er worden gedenksteenen medegenomen om in de Noordpoolstreken geplaatst te worden. Op deze steenen staan de volgende opschriften: † In memoriam. Spitsbergen of Nieuwland ontdekt tot 79^o 30″ n.-breedte door de Hollanders. Hier overwinterden 1633-1634 Jakob Seegersz van Middelburg en zes anderen. † In memoriam. Het behouden huis IJshaven. Hier overwinterden 25 Aug. 1596-13 Juni 1597 Willem Barends, Jakob Heemskerck, Gerrit De Veer en veertien andere Nederlandsche zeevaarders. † In memoriam. Kaap Nassau ontdekt door den Nederlandschen zeevaarder Willem Barends 10 Juli 1594.

Haarlem. De verzameling Sèvres-porselein, door de Fransche regeering aan de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid geschonken, is in de maand Februari in het museum van kunstnijverheid tentoongesteld geweest. De verzameling bestaat uit eene groote vaas, stijl Lodewijk XVI, met zoogenaamde opgelegde versiering, twee groote vazen, donkerblauw met hoog gewerkt goud versierd, een kop en eene schotel van het allerdunste porselein, een tafelbord met schilderwerk en hoog gewerkt goud, een kop en eene schotel donkerblauw, een kop en eene schotel met zoogenaamd netwerk. Deze voorwerpen behooren tot die afdeeling van het Sèvresporselein, welke de allervoortreffelijkste stukken bevat en niet voor den handel, maar alleen voor geschenken bestemd is. Hunne waarde stond in die afdeeling te boek voor fr. 3106.

Parijs. De heer Germain Gervé heeft eene erfgift van 50,000 fr. gedaan aan het Letterkundig Genootschap (Société des gens de lettres), om met de rente van die som twee studiebeurzen te stichten ten behoeve van zonen van onvermogende talentvolle mannen.

- In de roepzaal van Drouot werd op 14 Februari eene Stradivariusviool, gemerkt 1709, voor 22,100 fr. verkocht.

- De bekende schrijver Chatrian is benoemd tot burgemeester van Reincy.

- De acclimatatie-tuin heeft van den gouverneur der Seychellen-eilanden drie monster-schildpadden ontvangen die elk meer dan 100 jaar oud zijn en waarvan eene de grootste is, die tot hiertoe in Europa gezien werd.

Rouaan. Alhier is een standbeeld onthuld ter eere van den natuuronderzoeker Pouchet.

St.-Mandé. Op het kerkhof dezer Fransche gemeente is een gedenkteeken onthuld ter nagedachtenis van de slachtoffers van den oorlog van 1870/71. Het bestaat in een zuil van 2 meters hoogte op een voetstuk met het volgende opschrift: Aan de 530 soldaten, gesneuveld bij de verdediging van het vaderland, de dankbare gemeente St.-Mandé.

Munchen. Voor het gedenkteeken ter eere van Justus Liebig, dat in deze stad zal worden opgericht, zal men tot 15 Juni 1879 kunnen mededingen. Ook buitenlandsche kunstenaars zijn toegelaten. Voor het beste model is een prijs van 2000 mark uitgeloofd.

Braga. Alhier gaat een getenkteeken ter eere van Dom Pedro van Portugal worden opgericht.