Niet zonder veel moeite werd in 1620 de kerk van Maria's Boodschap weder opgebouwd door kloosterlingen der Franciskanerorde, die, in 1730, er een klooster oprichtten.
Het stedeken Nazareth ligt aan de westzijde van de kom eener lange, smalle vallei, 821 voeten boven het waterpas der zee en heeft in 't algemeen welgebouwde woningen, met, volgens Oostersch gebruik, platte daken. Volgens jongste berekeningen telt het ongeveer 3500 inwoners, waaronder Melchieten, Maronieten, een duizendtal Grieksche schismatieken, even zooveel Mahometanen en 600 Roomsche katholieken. Het voornaamste gebouw is het Latijnsch klooster, dat, met muren omgeven, eene vesting gelijkt en de rijkversierde kerk van Maria's Boodschap in zijnen omtrek besluit. Onder het hoogaltaar dezer kerk vereert men de plaats waar de H. Maagd de groetenis van den Engel ontving. Zeventien marmeren trappen leiden tot eene kapel, waar, op eene marmeren tafel, deze woorden zijn ingesneden: Verbum caro hic factum est; Hier is het Woord vleesch geworden. Achter het altaar ziet men twee in de rots gekapte vertrekken, die weleer tot het huis der heilige Familie behoorden.
Wij geven geen acht genoeg op wat wij zeggen van anderen en te veel acht op hetgeen anderen zeggen van ons.