De Vlaamsche School. Jaargang 23
(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 156]
| |
Stad Antwerpen. - Groote gemeentefeesten ter gelegenheid der 300e geboorteverjaring van P.P. Rubens.1577
1877 Lang vóór de eigenlijke feestviering moest plaats hebben, was men niet alleen begonnen met maatregelen tot versiering der straten te nemen, maar het was letterlijk overal Rubens wat men hoorde of zag; portretten van Rubens in olieverf op doek, paneel, glas en papier, op zijden zak- en halsdoeken; gelichtteekende en gedrukte portretten van allen vorm en kleur; men verkocht Rubenssigaren, Rubenstabak, Rubenspijpenkoppen, Rubenspomade, Rubenselixir, Rubenstaarten, prijkende met suikeren of massepeinen Rubensbeeldjes; waaiers, strikken en linten voor vrouwen, versierd met het wapen van Rubens, zijnen naam, de afbeeldsels zijner vrouwen of een zinnebeeld zijner kunst. Waar men zich ook wendde of keerde, 't was al Rubens wat de klok sloeg. Gansch Antwerpen heeft Rubens gevierd, zij het dan ook met minder eendracht tusschen de burgerij dan er bestond tijdens de Rubensfeesten in 1840; de deelneming was algemeener dan bij de feesten van het 200-jarig bestaan der Antwerpsche academie van schoone kunsten in 1864, maar de versiering der straten was van minder gehalte dan toen; in straten, die in 1864 bijzonder hadden uitgeblonken, zag men thans luttel of geene versiering. Er waren evenwel in geheel de groote stad slechts betrekkelijk weinig huizen, die geene vlag uitgesteken of andere versieringen hadden aangebracht. Op Zondag 5 en 12 Augustus namen de eigenlijke feesten aanvang; ten 4 ure 's namiddags hield de heer Max. Rooses voordrachten over Rubens in den Vlaamschen schouwburg, die kosteloos mochten worden bijgewoond en ingericht waren door de afdeeling van het Willemsfonds. Zooals men weet, vinden de kermissen hunnen oorsprong in de kerkelijke feestenGa naar voetnoot(1) en treft de Antwerpsche kermis altijd samen met het octaaf van O.-L.-Vrouw-Hemelvaart, patrones der stad, welk octaaf ditmaal met buitengewonen luister gevierd werd in de hoofdkerk, wier muziekkapel de bakermat is geweest van al de muziekscholen die in Europa gebloeid hebben of nog bloeien. Daar deze tempel buitendien Rubens' meesterstukken bevat, kon het kerkbestuur of de hooge geestelijkheid niet onverschillig blijven aan de verheerlijking des grooten meesters. Wij achten het voor de geschiedenis niet zonder belang, hier de toonkundige stukken aan te teekenen welke tijdens het op 15 Augustus begonnen octaaf uitgevoerd werden.Ga naar voetnoot(2) Op Vrijdag, 17 Augustus, begon er in het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen een letterkundig congres, ingericht door de afdeeling van Fransche letterkunde, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van den kring. Er werd, onder andere, besloten eene maatschappij van Belgische letterkundigen te stichten. De heeren E. Van Bemmel, C. Potvin, E. Leclercq, G. Frederix, E. Dognée, D. Sleeckx, Stoumon, Boëns en G. Eekhoud, zijn gelast geworden met het opmaken van een ontwerp van inrichting. 's Anderdaags, 18 Augustus, ten 10 ure, vereenigden zich de keurmeesters voor de verschillende prijskampen van voortteelende dieren in de internationale tentoonstelling van landbouwwerktuigen en voortbrengselen, ingericht door de Provinciale Landbouwmaatschappij van het Noorden (zie blz. 67), op den nog onbebouwden grond tusschen de Gemeenteplaats en De-Keyserslei. Er waren drie hoofd- | |
[pagina 157]
| |
Ingang der tentoonstelling langs de De-Keyserslei.
Teekening van Frans Gons, houtsnede van Ed. Vermorcken. ingangen, een langs de Gemeenteplaats, een langs De-Keyserslei en een langs de Kunstlei; deze laatste was bestemd voor de leden der maatschappij en voor die van het Koninklijke Genootschap van Hofkweekerij en Landbouw, die op dezelfde plaats hare 129ste tentoonstelling van bloemen had ingericht; de twee andere ingangen waren voor de tentoonstellers en het publiek. Wij deelen de twee bijzonderste ingangen in plaat mede. In de lokalen der middelbare school, in de Eikenstraat, gebouwd in 1857, onder de leiding van wijlen den betreurden dd. stadsbouwmeester en gediplomeerden ingenieur F.J. StoopGa naar voetnoot(1), was insgelijks eene bloemententoonstelling ingericht onder de bescherming van het gemeentebestuur. Ten 6 ure vereenigden zich het bestuur en de juryleden dezer tentoonsteling aan een feestmaal bij Nagant, op de Meir. Ten 4 ure was het museum Plantijn-Moretus geopend. Tot deze plechtigheid waren onder anderen genoodigd de leden der afdeeling beeldende kunsten van het Verbond | |
[pagina 158]
| |
voor kunsten, letteren en wetenschappen. De voorzitter, de heer Verhoeven-Ball, wenschte den heer burgemeester geluk met den aankoop van het voor de kunst zoo hoogst merkwaardig huisGa naar voetnoot(1). De heer D. Vervoort, oud vertegenwoordiger van Antwerpen, schonk aan de stad voor dit nieuw museum het laatste tafereel van wijlen, den Antwerpschen schilder C.J.A. Seghers (1814-1866), voorstellende Jan Guttenberg, uitvinder der drukkunst, in zijn werkhuis. Het stuk, op paneel geschilderd, is 0m84 hoog en 1m08 breed. Ten 6 ure, vergaderden in het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen de leden van het kunstcongres, waarvan wij op blz. 73 het omstandig programma hebben medegedeeld. De nieuwe tentoonstellingszaalGa naar voetnoot(2) in het lokaal der maatschappij was versierd met tafereelen van P. Beaufaux, D. Col, C. Dell'Acqua, F. Marinus, J. Van Luppen, C. Verlat, P. Van der Ouderaa, K. Ooms, E. Beernaert, P.J. Clays, F. Lamoriniere, L. Munthe en J. Van Lerius, ontleend aan het museum van hedendaagsche meesters. Na de tafereelen dezer zaal bezichtigd te hebben, begaven zich de congresleden in de groote aanpalende zaal, die, zooals men weet, geheel versierd is met portretten, tafereelen en beeldhouwwerken, door de vervaardigers geschonken. De heer voorzitter Ed. Pecher heette hier de aangekomene leden welkom in eene redevoering in de Fransche taal, waarna de eerewijn werd aangeboden. Vandaar toog men in stoet, voorafgegaan door de muziek der burgerwacht, langs de Arembergstraat, Komedieplaats, Huidvetterstraat, Meir, Meirbrug, Eiermarkt, Melkmarkt, Kaasrui, Grootemarkt naar het stadhuis. Op het stadhuis had de ontvangst plaats in de zaal Leys;Ga naar voetnoot(3) de burgemeester, schepenen, gemeenteraadsleden en de gemeentesecretaris waren aanwezig en de heer Ed. Pecher stelde de congresleden aan het magistraat voor, waarop de heer burgemeester eene rede hield, waarin hij de congresleden verwelkomde. Des burgemeesters toespraak, gehouden in de Fransche taal, werd in Nederlandsche taal zeer gelukkig beantwoord door den weledelen heer de Jonge van Ellemeet, van Oost-Kapelle (Zeeland). Van het stadhuis begaf men zich naar 't Groenkerkhof, dat letterlijk door het volk was ingenomen en waar men met moeite de voorbehoudene plaatsen kon genaken. Reeds een uur vroeger, was het volk langs al de omliggende straten toegestroomd gekomen; de huizen waren tot op de daken met menschen bezet. Vóór Rubens' beeld, opgericht in 1843, en dat - wij stippen het hier gaarne aan, zijnen maker, Willem Geefs, ter eere - een der verdienstelijkste standbeelden des lands is gebleven, was eene uitgestrekte stellage getimmerd, waarop de zangers en toonkunstenaars hadden plaats genomen. Ten 8 ure werd te midden eener plechtige stilte, door ongeveer 1200 uitvoerders, Vlaanderens kunstroem aangeheven; wij hebben dit gedicht op blz. 78 medegedeeld. De uitvoering mocht in den vollen zin des woords keurig genoemd worden; allen, die er aan deel namen, verdienen den meesten lof. Hunne namen vindt men opgegeven achter den gedrukten tekst der cantate, die ter plaatse tusschen de aanhoorders bij honderde exemplaren werd verkochtGa naar voetnoot(1). Wat de cantate betreft, zij is een meesterstuk, degelijk bewerkt, nieuw en frisch van vinding. Peter Benoit heeft zijnen roem als uitstekend toonzetter op waardige wijze gehandhaafd. Na afloop van de uitvoering, scheen het dan ook wel of er aan de toejuichingen der verrukte menigte geen einde zou komen. Duizende monden herhaalden de slotcoupletten van het gedicht, wat ook gedaan werd door den kapittelbeiaardGa naar voetnoot(2) der hoofdkerk en door de muzieken van het garnizoen, die, onder geleide van fakkeldragers en voorafgegaan van de trommelaars der burgerwacht en manschappen te paard, welke veelkleurige Chinesche lantarens droegen, het Groenkerkhof voorbijtrokken, komende van de Grootemarkt en gaande langs de Oude-koornmarkt en het Groenkerkhof, de Schoenmarkt, Meirbrug, Meir, Huidvettersstraat, Komedieplaats, Leopoldstraat, Leopoldsplaats, den Mechelschensteenweg, de Leopoldslei, Charlottalei, Moretuslei, Mercatorstraat, Simonsstraat, Pelikaanstraat, Statieplaats, De-Keyserslei, Wapperslei, Teniersplaats, Leysstraat, Meir, Katelijnevest, Minderbroedersrui, lange-Koepoortstraat, Kaasrui en Grootemarkt. Vermelden wij hier ter loops, dat het weder ongemeen schoon was. Men zou zich geen prachtigeren Augustus-avond hebben kunnen denken. Geen windje deed zich gevoelen. De natuur scheen als mede te luisteren naar de puikmuziek van Peter Benoit. De latere avond zag in het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen de meeste congresleden, met een groot getal Antwerpsche beoefenaars der kunst, in genoeglijk samenzijn vereenigd. (Wordt voortgezet.) In den trap der zedelijkheid van het opkomende en bloeiende geslacht eens volks, is alleen de mate van geluk gelegen, voor welke het vatbaar kan zijn. |
|