De Vlaamsche School. Jaargang 23
(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijRubens' geboorte herdachtGa naar voetnoot(1).
Hoezee! 't is feest!
Hoezee! 't is feest in Vlaanderen!
't Juicht al om het meest!..
Banieren weer zwieren,
En vlaggen weer waaien!
En het klokkengebrom
Juicht ook mee: ‘Wellekom!..’
De Vlaamsche schilderkunst scheen in verval gezonken,
Haar koesterende Zon voor eeuwig uitgeblonken;
Een ster, een nieuwe Zon, die nieuwen glans verspreidt,
Daagt op, en wint in glans..., weldra, in majesteit.
Zij schittert aan de kim van onzen kunstenhemel,
De Zonnestraal gelijk, die ster in lichtgewemel...
Drie honderd jaren thans is 't dat die sterre gloort!
Drie eeuwen telt de Kunst sinds hare weergeboort',
Door Rubens, die haar roem en luister heeft hergeven,
Door Rubens, wiens genie de Kunst weer schonk het leven.
Wie Vlaming blijft er koel bij 't eeuwverjarend feest
Van den geboortedag van hem die, door zijn geest
En zijn talentengloed de Vlaamsche kunst herbouwde?..
Wie, Vlaming, die het werk des meesters soms aanschouwde,
En eens zijn leven las, viert niet, het hart verlicht,
Het eeuwenfeest van hem die 't goede heeft gesticht?..
Gegroet! gegroet, o Vorst der Vlaamsche schilderzonen!
Onsterflijk is uw naam, en eeuwig groen de kronen,
Die 't nageslacht u vlecht, dat, dankbaar van gemoed,
Weer juichend feest, en zingt: ‘O Rubens! wees gegroet!’
Looft den Heere, Vlaamsche Zonen!
Looft Hem om de hooge gunst,
Dat Hij eens der kroon van Vlaanderen
't Pronkjuweel gaf van de kunst!
Looft den Heere, kunstenminnaars,
Die u baaddet in den gloed,
Die de werken van den meester
Als een zonne glinstren doet!
Looft den Heere! looft den Schepper,
Die talent en geest gebiedt!
Looft Hem in den grooten Rubens,
Wiens genie Hij schittren liet!
Alex. Stoops.
|
|