Sterfgevallen.
Gust. Henric MELLIN, geboren in 1803 te Revolax, is op 2 Augustus te Narre Wram (waar hij sedert 1851 pastoor was) overleden. Hij is een van Zwedens beroemdste schrijvers. Buiten een groot getal geschiedkundige verhalen, in 1866 gezamenlijk uitgegeven, schreef hij eene Fäderlandets Historia en eene schets van de geschiedenis der Zweedsche letterkunde.
Jan-Baptist KINDERMANS, landschapschilder, te Antwerpen geboren in 1821, is op 11 Augustus in zijne woning Lensstraat, 22, te Elsene bij Brussel overleden. Hij begon zijne studiën aan de academie van Namen, onder de leiding van F. Marinus; in 1848 behaalden zijne tentoongestelde stukken het gouden eermetaal; in 1863 werd hij ridder van de Leopoldsorde, in 1864 lid van de Rotterdamsche en in 1866 van de Antwerpsche academie. Hij paarde aan inderdaad uitstekende kundigheden eene groote zedigheid en een goed karakter; als mensch werd hij niet minder gewaardeerd dan als kunstenaar. Hij schilderde zijne meeste landschappen aan de oevers van de Ambleve, de Ourthe en de Maas. Z.M. de koning en het rijksmuseum bezitten van hem meesterlijke gewrochten; hij nam aan schier elke tentoonstelling van schoone kunsten in België deel. De tegenwoordige driejaarlijksche tentoonstelling te Antwerpen bevat van hem een Gezicht uit de Ardennen en De Groote Eiken, der jagers vergaderplaats.
A. VAN DER WILLIGEN is te Rhodersteeg (in Holland) overleden op 22 Augustus. Hij verwierf zich eene welverdiende faam door de uitgaaf zijner Geschiedkundige aanteekeningen over Haarlemsche schilders en andere beoefenaren van de beeldende kunsten, voorafgegaan door eene korte geschiedenis van het schilders- of St.-Lucasgilde aldaar; van dit te Haarlem bij de erven Bohn verschenen werk leverde de schrijver eene Fransche uitgaaf, onder den titel: Les artistes de Harlem.