Tusschen de landschapschilders munt F. Lamorinière uit met zijn Prinse-vijver, een gezicht dat genomen is op het goed van den heer de Jonge van Ellemeet, op het eiland Walcheren, in Zeeland. Wij zagen zelden een aantrekkelijker landschap. Terwijl men er zich in de aanschouwing van verdiept, waant men inderdaad de stem der natuur uit water en groen te hooren fluisteren. En hoe heerlijk en koesterend schijnt niet de zon en hoe doet het grazende vee zich te goed aan hare milde stralen! De toon en kleur van het stuk verdienen niet minder lof dan de teekening. Met genoegen vermelden wij, dat het is aangekocht voor het Antwerpsch hedendaagsch museum; er werd voor betaald 18,000 fr. Dezelfde schilder stelt nog ten toon een Gezicht uit den omtrek van Berlijn en eene ontwerp-schilderij, Wartburg, besteld door den heer V. Lijnen.
J. Van Luppens Gezicht te Villenhof en Nevelgezicht te Waulsort zijn zeer schoone schilderijen, waardig van het penseel dat haar het aanzijn schonk. Het gezicht op de baan van Hastieres naar Givet, getiteld Na den regen, brengt op den toeschouwer een eigenaardigen en aangenamen indruk te weeg; men ondervindt als 't ware moeite, om van het fraaie stuk te scheiden. Het boeit al wie er voor stil blijft. Wij hadden er de bruine en rosse tonen evenwel liefst wat minder heerschend in gezien.
Mej. Beernaert (Brussel) zond drie landschappen ter pronkzaal, uitmuntend door kracht van bewerking en natuurwaarheid, doch niet in alle deelen met de vereischte zorgvuldigheid voltooid. Nauwgezetheid is vooral eene vrouwelijke eigenschap. Laat de verdienstelijke schilderes, aan wier stukken wij deze regelen wijden, dit niet vergeten. Het stuk: De eikenboomen van Wodan in Gelderland is aangekocht voor het Antwerpsch hedendaagsch museum voor 6,000 fr.
Van A. Wüst (overleden in den loop dezes jaars, zie blz. 90) zijn de volgende stukken tentoongesteld: Kust van Noorwegen, Landschap bij maanlicht en Het beslissend oogenblik. Zij behooren tot het beste, wat de pronkzaal in het vak te zien geeft. Het is alsof de jong gestorven kunstenaar, in het vooruitzicht van zijn naderend einde, al de kracht van zijn dichterlijken geest en al de kunde van zijne vaardige hand in deze gewrochten heeft willen ontvouwen. Zij zullen dan ook zijne faam met eere gestand doen.
R. Mols geeft ons de Chartonskaai te Bordeaux in December te aanschouwen, terwijl hij ons tevens een Gezicht op Burcht gunt, in twee verdienstelijke schilderijen. Deze kunstenaar begint inderdaad uit te munten in het vak dat hij zich heeft verkozen. Hij hoede zich evenwel voor gemis aan afwisseling, waaraan schilders zich in deze nog al licht bezondigen. Nog zij hier aangehaald eene puike sterkwaterplaat van den heer Mols, voorstellende een Gezicht op Antwerpen.
L.A. Neetesonne, teekenmeester in het Antwerpsch atheneum, maakt op de tentoonstelling een zeer goed figuur met zijne Schelde bij kalm weer en een Zeegezicht. Twee zeer verdienstelijke schilderijen. De laatste is verkocht.
Goede portretten werden tentoongesteld door de schilders G. Guffens (afbeeldsel van eene dame met een bruin kleed, het puikste portretstuk der tentoonstelling), P. Van Havermaet (kinderportret), A. Delfosse, E. Claus, A. Dael (Gent), F. De Wilde (St-Nicolaas), W. Geets.
(Wordt voortgezet.)