Schitterende soeroekoes
(Pharomacrus resplendens).
't Is onder den naam soeroekoes
dat de hier af gebeelde vogelen in Midden-Amerika bekend zijn. Er worden 31 soorten van soeroekoes in Amerika, 11 in Oost-Indië en 1 in Afrika aangetroffen. Hun wetenschappelijke stamnaam is Trogonidoe, van de orde der klimvogels. Onze plaat vertoont een mannetjes- en een wijfjesvogel van de zoogenaamde schitterende soeroekoes(Pharomacrus resplendens). 't Is het mannetje dat op het bovenste gedeelte van den tak zit. Wanneer hij, koekoeloerend als eene duif, zijne gemal in het hof maakt, ontplooit hij zijn weergaloos prachtigen staart die hem vele vijanden berokkent uit winstbejag. De soeroekoes houden zich meestal twee aan twee op de middelste takken van eenen boom; zij behooren tot de zeer eenzaam levende vogelen, vliegen zonder gedruisch te maken en nooit lang aaneen. In de vlucht beschrijven zij eene rechtvallende golflijn. Als zij zich in de zon bevinden, gaat de violetkleur hunner bovenvederen in purpergoud over.
Hun voedsel bestaat hoofdzakelijk uit insecten en allerlei ongedierte: rupsen, torren, sprinkhanen, spinnen. De saprijke vruchten dienen hun als 't ware tot nagerecht. Men heeft meenen op te merken, dat de soeroekoes in de boomen om zoo te zeggen liggen te loeren op het ongedierte; zij wachten tot er zich insecten vertoonen om op te vliegen en ze te vangen, waarna zij weer plaats nemen op den tak dien zij hebben verlaten. Het vrouwtje legt hare eieren, drie of vier in getal, in de holen van oude boomen.
De soeroekoes laten zich niet wennen om in gevangenschap te leven. Er bevinden er zich twee opgevulde (mannetjes) in het museum van den Antwerpschen dierentuin; zij werden door den schenker, graaf de Hompesch, van Brussel, met fijnen hagel geschoten in Guatemala, terwijl zij vochten in eenen eikenboom.
G.J. Van den Nest,
leeraar van natuurkunde bij de koninklijke maatschappij van dierenkunde te Antwerpen.