Schimmel, J. Alberdingk Thijm, H. de Veer en A. Wertheim. Er zullen geldprijzen en eermetalen worden uitgereikt.
- Op 18 Mei werd Thorbecke's standbeeld ingehuldigd (zie onzen jaargang 1875, blz. 162). Te dier gelegenheid werd uitgevoerd eene cantate van G. Nicolaï, op woorden van H.J. Schimmel.
Rotterdam. - Op de alhier geopende kunstenttoonstelling prijken tafereelen van de volgende Belgische schilders: Bource, Boks, C. Cap, Cleynhens, Dansaert, De Vriendt, Jacobs, Meyer, Oeyens, Portielje, Van der Ouderaa, Van Luppen, A. Wust enz. Was zij maar edel! eene zeer verdienstelijke schilderij van P. Van der Ouderaa, is verkocht. Die zoekt, vindt, van C. Cap, werd aangekocht door den heer Fop Smit.
Parijs. - Door den heer de Reverdy is, bij laatste wilsbeschikking, een prijs van 1500 fr. gesticht, die om de twee jaren zal vergeven worden, voor het huisgezin te Parijs, welk, de meeste kinderen hebbende, hun tevens de beste opvoeding en geleerdheid zal hebben verschaft. De prijskamp is thans voor de eerste maal opengesteld door het gemeentebestuur van Parijs, bij hetwelk de mededingers verzocht zijn, zich te doen inschrijven.
- C. Blanc en G. Boissier zijn benoemd tot leden der Fransche academie, in de plaats van Carné en Patin. (Zie blz. 24 en 40.)
- Verschenen: het xe en laatste deel der Histoire de la peinture flamande, van Alfred Michiels.
- De volgende Belgische kunstenaars hebben onderscheidingen bekomen op de tentoonstelling van schoone kunsten: plaatsnijders: Biot, medaille 1e klasse, Pannemaker, medaille 2e klasse; schilders: Robert Mols en E. Wauters, medaille 2e klasse.
- In de laatste dagen der maand Mei, werden verkocht de tooneelkleeren, dito wapens en zeldzaamheden, nagelaten door twee in den laatsten tijd overledene beroemde Fransche tooneelisten, mej. Paulina-Virginia Dejazet (in 1798 te Parijs geboren) en Frederick Lemaître (wiens korte levensschets wij op blz. 24 mededeelden). Dejazets tooneelkleeren brachten te zamen slechts 4111 fr. op. Oneindig minder golden de voorwerpen die aan Frederick Lemaître hadden toebehoord. Zijn degen van Cesar de Bazan ging niet hooger dan 16 fr., zijn yatagan van Othello, 13 fr., zijne snuifdoos van Robert Macaire, 9 fr., zijn maliënkolder van Buridan, 6 fr. Des kunstenaars borstbeeld van gebakken aarde (dus een eenig exeraplaar!), gemaakt door Debay, werd toegewezen voor arme 44 frank. Wat het meeste opbracht, was Lemaître's valsch gebit. Daarmede is een tandmeester gaan strijken voor 47 frank. Sic transit gloria mundi.
Londen. - Op 31 Mei werden in de roepzaal van Christie en Manson een aantal sterkwaterplaten van Rembrandt geveild, uit de nalatenschap van baronet Abraham Hume; geheel de verzameling bracht ongeveer 110,000 fr. op. Onder andere golden: een portret van Cappinal (jaar 1661), 12,250 fr.; een portret van Janus Lutma (goudsmid en teekenaar te Groningen in 1584), 3875 fr.; een portret van Ephraim Bonus, 4800 fr.; een landschap, 5750 fr.; eene grot met eene kerk, 2550 fr.; een landschap met drie boomen, 3000 fr.; Christus de zieken genezende (alias de honderdguldensprent), 5125 fr.
- In dezelfde roepzaal is de kleine schilderijenverzameling van Clewer Manor verkocht, behoudens een Stilleven, van Weenix, eene H. Familie, wan Murillo, en een stuk van Ruysdael, die ingehouden werden. Wat er verkocht is, bracht ongeveer 830,000 fr, op. Onder andere betaalde men voor een Heuvelachtig landschap, van A. Cuyp, 126,200 fr.; eene Dorpsherberg, van Van Ostade, 94,500 fr.; een tweede landschap van A. Cuyp, 78,750 fr.; een Bergpas, van Wouwermans, 40,000 fr.
- De laatste roman van George Eliot (mev. Lewes), getrokken op 40,000 exemplaren, was in zeer korten tijd uitverkocht; volgens wordt beweerd, trok de schrijfster een pond sterling (25 fr.) per boekdeel, wat hare verdiensten met dit werk op een millioen frank zou brengen. Het werk kost in den handel 50 fr.
- Harer Majesteits stoomschip The Challenger, in 1872 uitzonden om de wereld rond te varen en wetenschappelijke waarnemingen en diepzeepeilingen te doen, is van zijn langen tocht teruggekeerd. Het diepste water werd gevonden in het Noordelijk deel der Stille-Zuidzee, op 11'24 Noorderbreedte en 143'14 Oosterlengte: 4500 vademen; vervolgens bezijden het Maagden-eiland, in West-Indië: 3875 vademen. Uit de diepte der zee, waar de drukking van het water schier onbegrijpelijk groot is, werden merkwaardige soorten van visschen opgehaald; uit de Chinesche zeeën heeft men tal van de bekoorlijke sponsen opgedregd, die gekend zijn onder den naam van Venus' bloemenmand. In de Humboldtbaai zag men de wilden in al hunne grootheid en kracht; zij waren gewapend met speren, peil en boog en verzetteden zich tegen elke landing. Vuurwapenen (waarvan deze natuurmenschen geen besef bleken te hebben) heeft men tegen hen niet willen gebruiken. De Challenger had voorgenomen, op geheel zijnen tocht geenen druppel menschenbloed te vergieten en hij heeft woord gehouden. De inboorlingen kwamen met kanoes naar de zijde van het schip en ruilden speren, bogen, steenen bijlen en delfstoffen met graagte tegen ijzeren hoepels en koralen, doch waren niet te bewegen om aan boord te komen. De Challenger bezocht ook Japan, de Sandwich-eilanden, de Gezelschaps-eilanden, Juan Fernez, het eiland waar Selkirk, de oorspronkelijke Robinson Crusoë, heeft verbleven (zie de Vlaamsche School van 1874, blz. 29). Op zijne reis heeft het schip 68,500 Engelsche mijlen wegs afgelegd, 4700 ton steenkolen verstookt en is zesmaal den evenaar, of, gelijk de zeelieden zeggen, de linie gepasseerd. Aan boord van de Challenger bevonden zich 12 geleerde natuurkundigen. Het schip heeft eene gansche lading kisten vol merkwaardigheden en zeldzaamheden op het gebied van natuur- en volkenkunde meegebracht
- In Engeland is Zondags geen enkel museum van schilderijen of andere kunstwerken geopend. De wet op het vieren van den Zondag laat het niet toe. Sedert eenigen tijd ziet men te Londen alle Zondagen honderde menschen voor de deuren van het museum post vatten, al weet men ook dat die gesloten zullen blijven. Die menschen heffen geene kreten aan of maken geenerlei rumoer. Zij blijven eenvoudig min of meer lang voor het museum staan, om hiermede te doen zien, dat zij daarin des Zondags zouden willen toegelaten worden. Men verwacht, dat uit die stille betoogingen meetingen zullen groeien, dat de gazetten en het parlement de zaak van het openen der museums op de Zondagen in behandeling zullen nemen en langs dien weg wellicht in korten tijd het beoogde doel zal worden bereikt.
Berlijn. - Dr. Schmidt gaat, voor rekening der Pruisische regeering, eene groote door hem opgemaakte maankaart uitgeven, waaraan hij 35 jaren gewerkt heeft. Deze kaart wijst op de oppervlakte der maan 35,000 kraters en een ontzaggelijk getal rivieren aan.
- Pruisens minister van binnenlandsche zaken verbiedt aan alle eigenaars van beestenspelen de slangen in het bijwezen van 't publiek te spijzen met konijnen of andere levende dieren, ‘omdat dit gezicht de wreedaardigheid versterkt, die den mensch innerlijk eigen is.’ Wat in Pruisen verboden wordt, heeft voortdurend plaats in den dierentuin te Antwerpen, en bij deze slangenmaaltijden ontwaart men steeds ook vrouwen en kinderen, die wel ach en wee roepen als zij de aan de slangen voorgeworpen duiven of konijnen zich angstig zien terugtrekken in eenen hoek van het hok der monsters, maar desniettemin blijven tot dat zij de weerlooze diertjes hebben zien verslinden.