den groeten zeghele vander poort te makene ende stekene, coste V lib. XII s.’ (Stadsrekening van 1394-1395.)
Het tweede zegel der xive eeuw vinden wij eerst aan akten van 1399 en 1407, en heeft voor opschrift: sigillum +++ oppidi +++ ville +++ alostentis +++ ad causas. De banierdrager is hier weer in een ander costuum, terwijl de Vlaamsche leeuw in het veld zelf van het zegel is, en de wapens van het keizerrijk er in gemist worden.
Het derde zegel, dat wij, mits enkele wijzigingen, niet alleen aan eene akte van 1399, maar nog in de xvie eeuw, bepaaldelijk tot in 1559, en misschien iets later, gebezigd vinden, verschilt nogmaals van de voorgaande, doordien de banierhouder in
krijgsuitrusting is, met knie- en armplaten, en helm, en het veld in kleine ruiten is verdeeld, ieder van eene lelie voorzien, en er noch wapen van 't Duitsche keizerrijk, noch Vlaamsche leeuw in voorkomen. Onder dat opzicht komt dit zegel, le grand scel de la communauté, het groot gemeentezegel geheeten, in tegenstelling van 't andere, dat men 't zegel van zaken noemde, het oorspronkelijke zeer nabij, met dit verschil alleen, dat de ringen er op zijn weggelaten, onderscheidend kenmerk waaraan men de te Aalst onder de regeering van gravin Joanna geslagene munt heeft kunnen erkennen. Het opschrift is hetzelfde.
Ook dit zegel, hetwelk wij in 1532 ‘seghele van verbande’genoemd vinden, is van een tegenzegel voorzien, met eenen leeuw in het schild, en het opschrift: + clavis sigilli + de alost. - Op andere luidt het: + clavis + sigilli + villa + alosti + +.
De wapenman verdwijnt in het zegel van Aalst in de tweede helft der xvie eeuw, zonder dat wij zeggen kunnen, wat daar aanleiding toe gegeven heeft. Sedert dit tijdstip bezigde men onveranderlijk het schild met den degen en de twee blazoenen gelijk in het wapen van het graafschap, ter uitzondering echter van de kroon, welke er geen deel van maakte. Gaillard beschrijft het in de volgende heraldische termen: d'argent, a l'espée en pal, de guelle et deux escussons au chief lez la poinct du dict espé le premier au cousté dextere, d'or à l'aigle à deux testes de sable, l'autre au cousté senestre, d'or au lyon de sable, lampassé et armé de gueule. Dit laatste wapen der stad Aalst komt onder verschillige vormen en grootten voor tot op het laatste der verledene eeuw, met een opschrift dat onveranderd luidde: Sigillum urbis alostensis.
Het gebruik van het tegenzegel hield insgelijks op met de xvie eeuw, tegelijk met de verschillige benamingen, die vroeger aan de stadszegels gegeven werden, naarvolgens zij dienden om de stedelijke rentbrieven, de wettelijke akten of de poortersbrieven te bezegelen. De stadsrekening van 1537 behelst: ‘Gelevert twee cleene zelveren zegelkins, daermede men zegelde en sluitende es alle poortersbrieven ende andere beslotene letteren. IIII L.X s.p.’
Het zegelmerk der stad Aalst tijdens de Fransche republiek en onder het keizerrijk hebben wij niet noodig hier te doen kennen, de zegels der plaatselijke besturen toen overal dezelfde zijnde; alleen zullen wij nog melden dat de brieven van den maire, in 't begin dezer eeuw, van eene gravuur zijn voorzien, voorstellende, in eenen lichtkrans, den boom van vrijheid met de republikeinsche muts in den top, en in het verschiet, van den eenen kant, de torens der stad Aalst, van den anderen kant eenen heuvelachtigen grond met eenige boomen en eenen op den heuvel staanden kraaienden haan. Van boven in eene banderole, leest men de woorden: Il est resté intact, en van onder: en Brumaire an vii.
Bij besluit van den hoogen raad van adel, onder dagteekening van 13 October 1819, bekwam de stad Aalst haar oud wapen terug, bestaande namelijk in een zilveren bekroond schild met
rechtstaanden degen, tusschen twee kleine schilden, den dubbelen arend en den Vlaamschen leeuw voorstellende, - welk wapen haar bij koninklijk besluit van 6 Februari 1841 bevestigd, voor randschrift draagt: Administration communale d'alost. Pr. de la flandre orientale. Wij drukken den wensch uit, dat de oude hoofdstad van 't zoogenoemde keizerlijk Vlaanderen dit Fransch opschrift weldra van haar zegel doe verdwijnen, en er Vlaamsche woorden in de plaats late op stellen, hiermede de beslissing bekronende door den gemeenteraad den 4n Augustus 1863 genomen, om voortaan alle van het bestuur uitgaande akten in de moedertaal op te stellen.
De kleuren der stad Aalst schijnen rood, wit en geel te zijn geweest; althans 't was in zulke, dat de vaandrig der gemeente ten jare 1520 in 't leger was uitgedost.
Het werk der heeren F. De Potter en J. Broeckaert is gedrukt bij C. Annoot-Braeckman, te Gent.