Gevelbeelden van de Halle, te IJper.
De 22 beelden, voor den noordgevel der Halle gemaakt door Puyenbroeck, Fiers, Lefebvre en Comein, zijn voltooid en op hunne plaatsen gezet, in de orde als zij hier opgenoemd zijn:
1. | Jan Medem (xiie-xiiie eeuw, een der bijzonderste weldoeners van het Lieve-Vrouwegodshuis, gesticht door het IJpersch magistraat, op eenen grond, hiertoe verleend door Filips van den Elzas, graaf van Vlaanderen); |
2. | Margaretha Voet (stichtster van het Catharinagodshuis, in 1225); |
3-4. | Salomo Belle en Christina van Guines, zijne vrouw (stichters van godshuizen in de xiiie eeuw); |
5-6. | Peter Broederlam en Beatrix, zijne vrouw (stichters van St.-Jansgodshuis in 1278; Broederlam was schepen van IJper); |
7. | Johan Yperman (bijgenaamd de vader der Vlaamsche heelmeesters; leefde op het einde der xiiie eeuw; na verloop van zes eeuwen, zijn zijne werken in het Fransch overgezet en gedrukt, zie de Vlaamsche School 1863, blz. 182); |
8. | Joannes Yperius (abt van St.-Bertinus, te St.-Omer, geboren te IJper, rond de helft der xive eeuw; schreef de merkwaardige kroniek van St.-Bertinus, aanvangende met het jaar 590 en gaande tot 1294, door de geleerde Benedictyners van St.-Maurus opgenomen in hun Thesaurus Novus anecdotorum, Parijs, 1717); |
9. | Jan van Oultre (kastelein van IJper, die in 1383 de stad verdedigde tegen de Engelschen en de Gentenaars); |
10. | Peter Van der Zype (ruwaard van IJper in 1383, eerste voorzitter van den raad van Vlaanderen); |
11. | Melchior Broederlam (schilder van den hertog van Burgondië); |
12. | Jacobus De Paepe (uitstekend Latijnsch dichter, geboren te IJper in de xvie eeuw; zijne werken werden gedrukt te IJper, te Brugge en te Antwerpen); |
13. | Karel Van Yper (schilder, beeldhouwer en bouwmeester, geboren te IJper in 1510; het Belle-godshuis, te IJper, bezit van hem eenige verdienstelijke schilderijen); |
14. | Joos Destrée (IJpers eerste drukker; de raad van Vlaanderen verleende hem in 1546 patent); |
15. | Joos Lancsaem (schepen van IJper, opsteller van het befaamde reglement over de bedelarij (1525), waarvan keizer Karel kopij vroeg, om het in al de steden van zijn rijk te doen
|
| |
| aannemen; Parijs, Chartres, Orleans, Lyon en andere steden in het buitenland namen het over; de Sorbonne, van Parijs, keurde het goed in 1530-31; hij was een der der stichters van de arme-knechtjesschool, te IJper); |
16. | Hendrik de Codt (raad-pensionaris van IJper, een der uitstekendste rechtsgeleerden en staatkundigen van zijnen tijd; Alfons Van den Peereboom schreef zijne levensgeschiedenis in het Fransch); |
17. | Claudius De Clerck (de Vlaamsche dichter, geboren te IJper in 1587; de hoogleeraar Serrure bezorgde zijne volledige werken, uitgegeven door de Vlaamsche bibliophilen in 1869); |
18. | Christiaan De Wulf, alias Lupus (hoogleeraar te Leuven; geboren te IJper, in 1612, schrijver van vele godgeleerde werken); |
19. | Willem Du Thielt (leerling van Rubens, schilder en kopersnijder, geboren te IJper en overleden omstreeks 1669; de IJpersche St.-Pieterskerk bezit vier zijner schilderijen); |
20. | Jan Thomas (geboren te IJper, in 1619, leerling van Rubens, overleed te Weenen, in 1673, als hofschilder van keizer Leopold II; het IJpersch museum bezit van hem eene goede schilderij); |
21. | Karel-Filips burggraaf van Patin (advocaat-fiscaal en voorzitter van den raad van Vlaanderen, schrijver van het in het Vlaamsch en Fransch vertaalde Mare liberum; hij vertegenwoordigde Oostenrijk op het congres van Soissons in 1728; toen, in 1741, Maria-Theresia de door hare vijanden bedreigde hoofdstad moest verlaten, volgde hij de keizerin naar Hongarië, die in hem haren trouwsten raadsman vond; hij keerde naar zijn land terug om het voorzitterschap van den raad van Vlaanderen te nemen; hij bewoonde, op 's keizers verlangen, het Prinsenhof te Gent, in welk paleis, zooals men weet, keizer Karel geboren werd); |
22. | Felix De Wavrans (de door zijne milddadigheid zoo gunstig gekende 17e bisschop van IJper). |
|
|