Kroniek.
Antwerpen. - De minister van binnenlandsche zaken heeft goedgekeurd de keuze van den grond, door het stadsbestuur gedaan voor den aanbouw van een nieuw museum. (Zie ons tijdschrift van 1875, blz. 187.)
- Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen. Op 11 Januari, ten 11 ure 's morgens, had de inhuldiging plaats van het door ons reeds vroeger vermelde borstbeeld van den laatst overleden voorzitter dezer maatschappij, wijlen den heer J. Van der Linden, uitgevoerd door Julius Pecher. Het is een geschenk van de weduwe van den afgestorvene. De heer E. Pecher, de tegenwoordige voorzitter, heeft in welgepaste woorden herinnerd aan de diensten door den overledene bewezen en vervolgens het borstbeeld onthuld; de heer Hendrik Van der Linden, broeder van den overledene, bedankte namens de familie.
Op 29, 30 en 31 Januari waren in de maatschappij tentoongesteld oude teekeningen, toebehoorende aan den heer Böhm, leeraar aan de academie te Yperen. De verzameling, te Rome gevormd, bevatte merkwaardige stukken van de Italiaansche en Vlaamsche school. Buitendien waren tentoongesteld: waterverfschilderingen, teekeningen en sterkwaterplaten van J. Pauwels, A. Wust, P. Van der Ouderaa, R. Montgommery, C. Cap, Verhoeven-Ball enz., bouwkundige teekeningen van De Groof, Cuypers en J.F. Colfs. 's Heeren De Groofs ontwerpen voor eene openbare bibliotheekzaal, voor lokalen voor volksvoordrachten en werkmansinrichtingen, trokken vooral de aandacht der bezoekers. Men verzekert, dat de heer J.F. Colfs bij J.E. Buschmann een werk in 4 of 5 deelen over de christelijke kunst gaat laten verschijnen. In de zaal waar de tentoonstelling ten voordeele der slachtoffers van Wommelghem ingericht is, waren ook te zien de volgende tafereelen van P. Verhaert, Jong meisje, eene schoone schets, Gretry, uit eene ziekte opstaande, de piano bespelende; A. Delfosse, een goed gelijkend en breed geschilderd vrouwenportret; E. Bolsius, landschap; Joris, eene groep in gebakken aarde, getiteld: Wie is daar? Van B. Wittkamp was er eene kapitale schilderij, getiteld: Parisina (de vrouw van den markgraaf Azo is afgebeeld op hare legerstede, op den oogenblik dat zij zich in haren slaap, dromend, als eene echtbreekster doet kennen, ten aanhoore van haren man, die haar wegens dit vergrijp aanklaagde bij het gerecht, dat haar deed onthoofden).
- De kunstdrijver A. Bertou heeft eene doopvont gemaakt voor de kerk van Tilburg, waarover met veel lof gesproken wordt. Het geheel is in den stijl der kunstherbloeiing uitgevoerd; de kuip, van wit marmer, met verguld opschrift, is met waterplanten versierd, rustende op eenen pilaar met koperen kapiteel, waaronder een zeshoekig marmeren voetstuk. Het in koper gedreven deksel der kuip is kapelvormig. In het midden de H. Dionijs, patroon der stad, met zijne twee gezellen, Rusticus en Eleutherius; boven, op een sierlijken koepel, met engelen versierd, prijkt de H. Guillielmus, abt, patroon van den zeer eerw. deken van Tilburg, als herinnering aan zijn vijftigjarig jubelfeest, dat binnen kort gaat gevierd worden.
- Bij den muziekhandelaar Possoz zijn verschenen: Ons vaderland, Visschersliedeken en Makkerslied, door J. Blockx, bekroond in den prijskamp van de Brusselsche Morgenster.
- De heer F. Grisar heeft de twee volgende schilderijen aangekocht: De beeldhouwer, door W. Linnig zoon, In het werkhuis, door P. Verhaert.
- Vieuxtemps, wiens korte levensschets, met portret, de Vlaamsche school in 1861, blz. 61, mededeelde, heeft onlangs eenigen tijd in Antwerpen doorgebracht, waar hij in 1828 voor de eerste maal voor het publiek optrad. Hij woonde de concerten bij gegeven in de Koninklijke Harmonie en den Katholieken Kring. In de eerstgenoemde maatschappij zong onder andere met grooten bijval eene jonge veelbelovende Brusselsche zangeres, mej. Dujardin; Wieniawski speelde met grooten bijval een concerto van Vieuxtemps. De heer Vieuxtemps heeft eene reeks melodijen en een concerto voor bas in la mineur onder de pers. De beroemde meester, die zich nog steeds niet wel te pas bevindt, is teruggekeerd naar Parijs.
Mechelen. - Het stedelijk museum heeft twee portretten van leden der familie De Munck laten herstellen. Bovendien zijn verdoekt en in nieuwe lijsten gezet de Christus van Rubens, en het portret van Lucas Fayd'herbe, geschilderd door Lucas Franchoys den jonge.
Brussel. - Bij koninklijk besluit van 26 Januari is goedgekeurd de benoeming der heeren G. Guffens en F. Stappaerts, als leden van de klasse der schoone kunsten in de koninklijke academie van België.
- Van de commissie voor het bewerken van wat er noodig is om te geraken tot de eenheid van de toonladder (diapason), zijn de heeren Montigny en Stoumon leden benoemd, bij koninlijk besluit van 26 Januari. (Zie blz. 8.)
- Bij koninklijk besluit van 1 Februari is de stad gemachtigd 25,000 fr. aan te nemen, haar bezet door Nap. Godecharle, pleitbezorger, onder last van op de Martelaarsplaats eene fontein op te richten met het opschrift: ‘Ter nagedachtenis van den beeldhouwer Godecharle.
- In de galerij Ghemar zijn vele schilderijen tentoongesteld, toebehoorende aan den gekenden Londenschen kunstkooper Everard. De bezoekers betalen een inkoomgeld, dat ten bate komt van het fonds ter ondersteuning van Belgische kunstenaars. Wij zagen er, onder andere, twee schoone stukken van Jan Van Beers: De goede herder en Overwonnen moeielijkheid.
- Alfred Stevens heeft drie van de vier hem bestelde paneelen voor eene der nieuwe zalen van 's konings paleis voltooid, namelijk: de Lente (deze schilderij prijkte in 1872 op de Brusselsche tentoonstelling), de Zomer en de Herfst. De drie paneelen worden als meesterstukken geroemd.
- Den 3n Februari vereerden HH. MM. de koning en de koningin de voorstelling in den Vlaamschen schouwburg met hunne tegenwoordigheid; zij werden door het talrijke publiek zeer hartelijk bejegend. De heer Van Driessche heette het vorstenpaar aan den ingang welkom met eene korte Vlaamsche rede, en jonge juffrouw Van Driessche vereerde de koningin eenen ruiker, voor welke beleefdheid zij eenige dagen nadien van H.M. een met diamanten omzet medaillon ontving. De vertooning bestond uit De zoon des beuls, van Van Driessche, Het wiegje, van Van Goethem en Driekoningenfeest, van Geiregat en Miry. HH. MM. betoonden zich zeer ingenomen met het voortreffelijk spel der tooneelisten en bleven tot het einde der vertooning.
- De kunstschilders P. Clays, J. De Haas, Ed. De Schampheleer en W. Roelofs zijn benoemd tot commandeurs der Spaansche orde van Karel III.
- Den 12n Februari heeft plaats gehad de inhuldiging van het nieuw lokaal van 't muziekconservatorium, op den hoek van den Zavel, aangelegd volgens de plannen van den bouwmeester Cluysenaer. Het is 75 meters breed en 36 meters diep. 't Gebouw is afgedeeld in 16 klassen. De concertzaal kan 1200 menschen bevatten. Derzelver klank is allerbest (wat niet kan gezegd worden van de concertzaal van den nieuwen Vlaamschen schouwburg te Antwerpen). De inhuldiging werd bijgewoond door den koning en de koningin en vele hooggeplaatste personen. Het programma werd voortreffelijk uitgevoerd door de leerlingen der klassen van samenspel en samenzang: Haendels Antienne royale onder de leiding van Gevaert, het openingsstuk