Onze strijd, vaderlandsche poëzie,
door V.A. dela Montagne.
Bovenstaand opschrift is de titel van een in het afgeloopene jaar verschenen dichtbundel, door een onzer medewerkers in 't licht gegeven. Het is ons een genoegen geweest, in hem eenen waren dichter te mogen begroeten, een dichter wiens hart hoorbaar klopt voor Vlaanderens heil, en wiens lied met krachtige klanken het grootsche verleden en het treurige heden van zijn geliefd Vlaanderen aan den volke verkondt.
Het werkje bevat waarlijk vele stukken van onberispelijke dichterlijke waarde, geschikt om de vaderlandsche gevoelens in de gemoederen van vele in slaap gedompelde Vlamingen te doen ontwaken. Moge de dichter dit doel bereiken, en hij zal fier mogen zijn op de lauweren, die hem bij zijne eerste schrede in de letterkundige wereld ten deel vielen!
Een der schoonste gedichten, die wij in den bundel ontmoetten, is voorzeker het stuk, geschreven naar aanleiding van den heilwensch, door Leidens geleerden onzen hooggeschatten Conscience, bij zijn zestigsten verjaardag, toegezonden, en luidende als volgt:
‘Vlaanderens roem is Hollands roem,
Ziehier de schoone accoorden, welke die heilwensch aan de lier onzes jeugdigen dichters ontwringt en waarvan de beroemde Duitsche volksdichter Hoffmann von Fallersleben eene vertaling liet verschijnen in: Die Magasin für die Litteratur des Auslandes, welke ook in het boek zijn opgenomen:
O Holland, voor die woorden, dank,
die kreet vol hoop en troost,
geen vlaamsche ziel, of daarbij heeft
ze een blijde zucht geloosd!
Geen vlaamsche ziel, die niet gegloeid
heeft, bij het hartlik woord,
geen oog, of 't richtte hopevol
zich naar het frissche Noord!
Ja, beider roem versmolt tot één!
want Tollens sprak de taal,
die Willems juichend klinken deed,
ten trots van Gal en Waal!
Want Holland roemt op Maerlants schrift,
- hij liet ons zooveel schats -
en Vlaandren wijst met broedertrots
op Vondel, Hooft en Cats!
Wij streden steeds, waar 't vrijheid gold,
wij streden steeds te gaâr,
wij reikten steeds elkaar de hand,
Getuig het Spanje, Frankrijk, tuig,
als kindren van één moederstam
Ja, Vlaandrens roem is Hollands roem,
ja, Neêrlands roem is één,
zijn wij gescheiden machteloos,
zijn wij gescheiden kleen,
wij worden groot, wij winnen kracht,
al nauw en nauwer ons omsluit:
Wij waren eens - 't is lang voorbij -
doch 't droevig uur van scheiden sloeg,
hoe Vlaandren 't heeft beweend.
Doch zij die vlek thans uitgewischt
zijn wij der vreugde alleen:
want Holland reikt de hand ons weêr,
want Neêrlands volk is één.
Gevoelvol en krachtig is deze taal der dankbaarheid voor de broederhand, door Neerlands geleerden den grijzen vader Conscience, en in hem den ganschen Vlaamschen stam, toegestoken.
Uit een ander stuk getiteld: Het Neêrlandsch bloed, troffen ons bijzonder de volgende regels:
O Neêrland! Neêrland! moederstam,
en stoottet ge ons, rechtvaardig gram,
ons Vlaandren heeft zooveel geleên;
het heeft zoo zwaar geboet;
kom, dat de leus ons weêr vereên;
wij zijn van Neêrlandsch bloed!
Op dezen smartkreet antwoorden wij met den onvergetelijken Van Lennep: ‘Oude veten zijn vergeten’!
Aan den dichtbundel, waarvan druk en papier uitmuntend verzorgd zijn, gaat eene goed gestelde inleiding van den heer M.H. de Graaff vooraf.
P.