De Vlaamsche School. Jaargang 22

Kroniek.

Antwerpen. - Koninklijke academie van schoone kunsten. In 1876 is de dusgenaamde prijs van Rome in de schilderkunst te verdienen, voor Belgen van geboorte of bij groote naturalisatie, die, op den dag dat de prijskamp aanvangt, minder dan 30 jaren oud zijn. De bekroonde zal, gedurende vier jaren, jaarlijks eene beurs van 4000 fr. genieten, om in het buitenland te studeeren. Er kan ook een 2^e prijs (300 fr.) en eene eervolle melding worden toegekend. De kamp voor den prijs van Rome heeft plaats tusschen de zes mededingers, die, in een voorbereidenden wedstrijd, het beste werk zullen geleverd hebben. De kamp neemt aanvang in de academie, op 27 Maart, 's middags. De mededingers moeten persoonlijk of schriftelijk bij den bestuurder der academie indienen; hunne vraag tot inschrijving, hunne akte van geboorte en; des noodig, van naturalisatie, hun adres; zij moeten opgeven, waar zij hunne studiën hebben gedaan en zich aangeven als leerling van de academie of van eenen schilder. Na 11 Maart, 's middags, worden geene mededingers meer aangenomen.

- Wij hebben in 1874, blz. 167, gemeld, dat het stadsbestuur voornemens was, zoo mogelijk, het stoffelijk overschot van den in Hollandsch Putte begraven schilder Jordaens naar Antwerpen te doen overbrengen. Uit eene grafschouwing is thans gebleken, dat het stoffelijk overschot van den grooten meester geheel vergaan is.

- Van de letterkundige afdeeling der maatschappij het Vlaamsche volk is aangekondigd een jaarboekje van 150 blz. met bijdragen van A. Van Acker, A.V. Bultynck, J. Kessels, A. Dekkers, A. Stoops, W. Suetens, J.B. Van Camp, J. Van der Voort, J. en E. Van Herendael. Prijs: 1½ fr.

- Het gemeentebestuur heeft aangekocht van Ferd. De Braekeleer, tegen 4000 fr., eene schilderij, voorstellende de voormalige Kipdorppoort te Antwerpen, gezien van den buitenkant der vestingen. Wij meldden in 1867 (blz. 60), dat de stad alstoen van denzelfden meester eene schilderij had gekocht, voorstellende de oude Berchemschepoort. (Zie, over deze poort, De Vlaamsche School van 1868, blz. 57 en 65.)

- Karel Verlat, die zich sedert eenige maanden in Egypte ophoudt, arbeidt in dit voor hem nieuwe land met onvermoeibare vlijt en schept er werkelijke meesterstukken. In eene tentoonstelling van kunstgewrochten, bestemd om verloot te worden, ten behoeve der slachtoffers van den jongsten watersnood in Frankrijk en die in de Twaalfmaandenstraat is geopend, zijn van Karel Verlat de volgende schilderijen te zien (hoewel niet om verloot te worden): Egyptische meloenverkooper (neergezeten bij zijnen voorraad, dien een schilderachtig barrevoets meisje in oogenschouw neemt); Arabische muzikant (gewikkeld in een rood bruinen mantel; zijne dochter luistert naar zijn spel); De bedelares en de ezeldrijver (de drijver is afgezeten en doet zich te goed aan een meloen, terwijl eene bedelares hem hare hand toesteekt om wat te krijgen); Boerin uit het dorp Hifta (met eene waterkruik op het hoofd en haar dochtertje aan de hand; Arabische waterdrager (water gerievende aan een meisje, terwijl een kind krijschend daar bij staat); Boerinnen van Bethania (Jeruzalem). Buitendien wordt gemeld, dat de heer Verlat de laatste hand legt aan twee groote schilderijen, getiteld: Vox populi en Vox Dei.

- In 1864 zond de maatschappij ter aanmoediging van schoone kunsten haren inschrijvers eene schoone kopersnede, uitgevoerd door den plaatsnijder J.B. Michiels, naar Dyckmans' beroemde schilderij de Blinde, welke, in 1872, fr. 25,000 betaald werd voor het Antwerpsch museum der academiekers. Van verschillende zijden werd herhaaldelijk de wensch uitgedrukt,

[p. 8]

daarvan een tegenhanger te bezitten; deze wensch gaat kunnen vervuld worden, dank zij den verdienstelijken plaatsnijder F. Lauwers, die, in 1874, zooals men weet, primus van Rome was. Hij heeft, namelijk, eene schilderij van Dyckmans, het Gebed, uit de galerij van den heer Jos. De Bom, gegraveerd en stelt exemplaren daarvan verkrijgbaar tegen de volgende prijzen:

Kunstenaarsproeven fr. 15.00;

Exemplaren vóór de letter, fr. 12.00;

Exemplaren met letters, fr. 10.00.

De plaat zal te Parijs gedrukt worden, in het bijwezen van den heer F. Lauwers. De kunstvrienden zijn verzocht, hunne bestellingen ten spoedigste te doen.

- Het Davidsfonds geeft uit: De Geuzen in de Kempen, door dr. R. Snieders, 2 boekdeelen van 500 blz. Prijs 4 fr.; voor de leden 3 fr.

Brussel. - Bij koninklijk besluit van 14 December is art. 1 van het koninklijk besluit van 10 Juli 1858 als volgt gewijzigd: Art. 1. ‘Er is ingesteld een driejaarlijksche prijs voor het schrijven van een Vlaamsch tooneelstuk. De medekampers zijn vrij in de keuze aan het onderwerp, maar bij gelijke verdiensten, zal de prijs toegekend worden aan het stuk, waarvan het onderwerp zal ontleend zijn aan de vaderlandsche geschiedenis of zeden.’ Dezelfde wijziging is gebracht aan den prijskamp, voor Fransche tooneelletterkunde.

- Bij koninklijk besluit zijn de volgende deskundigen in commissie gesteld om werkzaam te zijn voor het verkrijgen van eene gewenschte eenheid van toonladder (diapason): F.A. Gevaert, J.T. Radoux, A. Samuel, P. Benoit, L. Van Gheluwe, J. Staps, J. Du Pont en Mahillon.

- Den 9ⁿ Januari brachten de Gentsche Melomanen, met 300 uitvoerders, in het hertogelijk paleis, eene reeks samenstellingen van H. Waelput ten gehoore, namelijk: symfonie ii (mi-bemol) ter gedachtenis van Hanssens, stukken uit het nog niet verschenen zangspel Berten de diamantslijper, uit de symfoniën iii en iv en de cantate De zegen der wapens. Het schoone feest werd door de koninklijke familie bijgewoond. De bijval was overgroot.

-Een nieuw zangspel van Karel Miry, Driekoningendag, wordt met den meesten bijval op den Vlaamschen schouwburg vertoond.

Gent. - Den 26ⁿ December hield het Willemsfonds zijne algemeene jaarlijksche bijeenkomst, welke besloten werd met een banket, waarop, onder andere, J. Vuylsteke, dr. Heremans, Peter Benoit en Karel Miry het woord voerden.

- In de Taal is gansch het volk heeft dr. Heremans voorgelezen eene novelle van wijlen Rosalie Loveling, Pô en Paoletto; Paul Fredericq las er een geschiedkundig drama van Willem Geets, Willem de gek van Burgondië, bewerkt naar een verhaal van Hendrik Peeters, verschenen in het Taalverbond van 1848.

- De kunstschilder De Bleye heeft een welgelijkend portret van E. Blaes voltooid.

- Wij vestigen de aandacht op de fraaie tentoonstelling van schilder- en beeldhouwwerken, geopend door het Kunstgenootschap in eene stadhuiszaal. Dezelfde maatschappij heeft eene tentoonstelling ingericht van kunstwerken, bestemd om verloot te worden tusschen hare leden. Het Kunstgenootschap is een zeer verdienstelijke kring, die de ruimste ondersteuning waardig is. De jaarlijksche bijdrage beloopt slechts 10 fr. De leden ontvangen jaarlijks eene fraaie gesteendrukte plaat en kunnen in de verloting van kunstwerken ettelijke prijzen winnen.

Moescroen. - Van den Gentschen kunstschilder Vital Sterck zijn in de gasthuiskapel twee matte schilderingen op doek tegen de muren aangebracht en zullen eerlang nog twee andere geplaatst worden; alle vier hebben liefderijke daden van Vincentius van Paula tot onderwerp.

Buitenland.

Amsterdam. - Gabriël Max, kunstschilder te Munchen, heeft aan de diergaarde eene fraaie schilderij geschonken, een dooden orang-oetang voorstellende.

- Het tafereel: De Haagsche magistraat de schutterijofficieren onthalende, van Johan van Ravenstein, uit het gemeentemuseum, is op nieuw verdoekt door den heer Hopman, van Amsterdam. De kosten dezer herstelling zijn volgens de bladen gl. 750. De Kunstkronijk zegt: ‘De bizonder schoone schilderij is thans weder voor langen tijd gered. Het stuk is zeker een dertig duizend gulden waard. Bij de herstelling heeft geenerlei overschildering plaats gehad; alleen verdoeking en verwijdering van eenige plompe verf- en gipskladden. Overigens is de oude schildering geheel geëerbiedigd.’

- Amsterdam vierde onlangs den 600ⁿ verjaardag zijner opkomst. Te dier gelegenheid is door M.C. De Vries Jr. een gedenkpenning vervaardigd. Op de voorzijde staat de Latijnsche tekst van den brief, waarbij Floris V op 12 October 1275 Amsterdam met tolvrijheid begunstigde. Op de keerzijde prijkt de Amsterdamsche stedemaagd; boven haar ontvouwen twee geniussen den giftbrief van den graaf met het grafelijk zegel en dat van het oude Amsterdam (het koggeschip); Neptunus vertoont zich links achter haar, terwijl de handelsgod aan den anderen kant boven haar zweeft. Ter zijde verheft zich rechts het oude stadhuis, thans het paleis des konings; links ziet men een deel van Rembrandts beroemde schilderij De nachtwacht. Op den tweeden grond een stoom- en een koopvaardijschip en op den achtergrond een spoortrein en eene fabriek. Zinnebeelden van handel, kunst en wetenschap. Het randschrift luidt: Door het bloeiend Amsterdam feestelijk herdacht 27 October 1875.

Deventer. - Behalve de reeds ontbloote muurschilderingen in de kerk alhier, heeft men er nog ontdekt in de krocht of kript, ouder het choor; alle worden voor rekening van het staatsbestuur hersteld.

Het Loo. - De monumentale zaal, door koning Willem III aangelegd, op zijn slot alhier, is thans voltooid. Zij is geheel gemaakt van blank eikenhout, fraai gebeeldhouwd, en verrijkt met verzilverde lijsten en sieraden. Hare grootte is 7 op 14, hare hoogte 3 op 4 el; ingang 3 op 4 el. Aanleg en meubelen zijn in den trant van het tijdvak van Lodewijk XIV. Schilderingen van Joh. Stortenbeker vereeuwigen Neerlands beroemdste mannen uit de drie laatste eeuwen; in de kroonlijst prijken de portretten van Marnix van St.-Aldegonde, Jacob Van Lennep, Tollens, Willems, Burlage, J.W. Pieneman, N. Pieneman, Ch. Rochussen, Herman Ten Kate en L.H. Eberson, afgewisseld door ongeveer honderd namen van beroemde kunstenaars en geleerden.

Londen. - Aangekondigd de aanstaande verschijning der levensschetsen van John Franklin en zijne vrouw, door hunne nicht, miss Cracaft.

Reims. - De Fransche staat is voornemens de stedelijke hoofdkerk te doen herstellen; de werken zijn geschat op 2 millioen.

Verton. - In de grondvesten van den toren dezer Fransche gemeente zijn ontdekt overblijfselen van eene bidplaats, door den heiligen Martinus op het einde der vi^e eeuw gesticht, benevens een wit marmeren zijstuk van eene Gallisch-Romeinsche grafstede, 6 vierkante decimeters groot en waarop is uitgewerkt een griffoen, die een ramshoofd tusschen de klauwen houdt.

Valparaiso. - De door ons in 1874, blz. 56, aangekondigde uitvoering van Gevaerts cantate Jacob van Artevelde (overgezet in het Spaansch), heeft den 31ⁿ October met veel luister plaats gehad door 2400 zangers.

Rekjavik. - In deze IJslandsche stad is een bronzen beeld, ter eere van den grooten beeldhouwer Thorwaldsen, opgericht.