De Vlaamsche School. Jaargang 21
(1875)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 178]
| |
Christiaan Kramm.Van den verdienstelijken man, wiens portret, gegraveerd door J.W. Kaiser, op de volgende bladzijde voorkomt, deden wij op blz. 127 het overlijden kennen. Wij stipten aan, dat hij zich in de letterkunde een geachten naam had verworven door zijn werk, in zes deelen in 8o: De Levens en Werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van de vroegste tijden tot op onzen tijd,Ga naar voetnoot(1) en wij wezen, te dier gelegenheid, op den schat van gewaardeerde aanteekeningen en inlichtingen welke dit werk behelst. Wij hebben ook gewaagd van Christiaan Kramms verdiensten als bouwkundige en schilder. Den 7n December, ten half elf 's morgens, zal onder de leiding van den gunstig gekenden Nederlandschen uitgever en boekhandelaar, de heer J.L. Beijers, te Utrecht een aanvang gemaakt worden met den verkoop van de ongemeen kostbare en uitgebreide bibliotheek en kunstverzameling, nagelaten door den heer Kramm. De catalogus, met veel zorg bij P.W. Van de Weijer, te Utrecht, gedrukt, en op den omslag versierd met eene nette en zeer duidelijke kaart der stad, bevat niet minder dan 391 bladzijden groot octavo dicht saamgevatten tekst. Hij is voorafgegaan van eene beknopte levensschets van Christiaan Kramm. Wij nemen er hier een en ander uit over, ter aanvulling van wat wij reeds aangaande Christiaan Kramm mededeelden. Zoo vinden wij er in aangestipt, dat, ofschoon zijne ouders vrij welstellend waren, hem niet de gelegenheid werd gegeven uitgebreide studiën te doen. Men was toen in den dusgenaamden Franschen tijd (Kramm werd in 1797 geboren), en de ouders van den jongeling verlangden, hun zoon zoodra mogelijk in staat te zien zichzelve te behelpen. Zooals wij reeds zegden, was hij bestemd om goudsmid te worden. Het was met dit doel, dat men hem bij P.C. Wonder teekenlessen liet nemen. Hij maakte op korten tijd zooveel vooruitgang, dat hij, nauwelijks 28 jaar oud, zelf als teekenmeester les gaf. Toen hij zijne aanstelling bekwam als bestuurder van de klasse van bouwteekening bij de Utrechtsche teekenschool, telde hij geen 28 jaren. Buiten de reeds door ons opgenoemde gebouwen, opgericht volgens de plannen en onder de leiding van Christiaan Kramm, vinden wij in de levensschets, opgenomen in den catalogus, nog vermeld het zinneloozenhuis en de celgevangenis van Utrecht, verscheidene kerken in de provincie Utrecht, benevens vele burger- en winkelhuizen. De schrijver der aangehaalde levensschets verzekert, dat Kramm meer dan driehonderd levensgroote portretten van Utrechtsche ingezetenen heeft geschilderd en zijne miniaturen zeer gezocht werden. Hij vermeldt ook Kramm als de schilder van meest al de nog gebruikte schermen van den Utrechtschen schouwburg. Reeds sedert ettelijke jaren, leefde Kramm tamelijk afgezonderd en eenzaam op zijn door hem zelf aangelegd buitengoed Rusthof. Hij bracht er echter zijnen tijd niet werkeloos door. Onder andere leverde hij nog tot in den laatsten tijd bijdragen aan het tijdschrift de Navorscher en hij schreef een groot getal aanteekeningen op zijne Levens en Werken van Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters. Wij vernemen, dat dit beroemde werk weldra tegen verminderden prijs in den handel zal gebracht worden, en vestigen er hiermede de aandacht op van de personen, die het nog niet bezitten. Wij mogen den heere J.L. Beijers hier den lof niet onthouden die hem zoo welverdiend toekomt voor zijn goed verzorgden catalogus en de daaraan toegevoegde levensschets met portret. Kramms bibliotheek bestaat uit niet minder dan 4000 boeken, waartusschen zeldzame en hoogst belangrijke, werken, onder andere over de geschiedenis en de schoone kunsten. Verder zullen de volgende opgaven toelaten te oordeelen over den rijkdom zijner kunstverzameling. Allereerst vermelden wij de tien volgende schilderijen van Kramm zelve: Hugo de Groot aan het hof van Hendrik IV; een portret van Z.M. Willem III (naar Pieneman); een portret naar Moreelse; een portret van Anna Maria Schurman (naar J. van Keulen); een portret van Jacob Cats (naar J. Ravesteyn); Christus aan het kruis; een portret van P.C. Wonder; Johannes de dooper aan de Jordaan zittende; Een stadsgezicht en Eene kerkgalerij. Schilderijen van: Bertholt Van Bassen, Simon van den Berg, J.W. Bilders, Breugel, B.C. Schneiders van Greijffenswerth, H.M. Haus, Hendriks, L. De la Hire, C. Immerzeel, Pieter Lastman, Louis Moritz, J.P. Van Velzen enz. De catalogus vermeldt ook een aantal teekeningen in kleuren en andere, door Kramm alleen, of door hem met P.C. Wonder gemaakt. Voor het overige bestaat de verzameling gravuren, sterkwaterplaten en teekeningen uit: Portretten van Hollandsche vorsten, staatslieden en andere personen, 1350 exemplaren; Belgische, 1118; Fransche, 1344; Engelsche en Amerikaansche, 1282; Italiaansche, 145; Duitsche, 390; Russische, 24; Poolsche, 10; Hongaarsche, 12; Zweedsche en Noorweegsche, 36. Portretten van Hollandsche en Vlaamsche schilders, plaatsnijders, beeldhouwers, bouwmeesters en kunstliefhebbers, 595; andere dergelijke portretten, 339. Buitendien zijn nog 145 geteekende portretten voorhanden. Gravuren naar tafereelen en kunstwerken van allen aard, grootendeels van Hollandsche en Vlaamsche meesters, vinden wij opgegeven als 1373 in getal. De verzameling bevat 951 sterkwater platen en 229 teekeningen. (buiten de reeds vermelde). Wij hebben er aan gehouden, deze bijzonderheden over de nalatenschap van C. Kramm in dit artikel op te nemen, niet alleen om de aandacht der boeken- en kunstliefhebbers te vestigen op de belangrijke veiling welke te Utrecht gaat gehouden worden; maar ook omdat zij hunne waarde hebben voor de kennis van het karakter des geachten mans, wiens geheele leven aan de beoefening en de bevordering der kunst was gewijd. Terecht wordt in het opstel dat den catalogus voorafgaat de opmerking gemaakt, dat, zoo ooit eene bibliotheek stof leverde voor het beoordeelen van hem, die ze bijeengebracht, de bibliotheek van C. Kramm als dusdanig mag worden genoemd. | |
[pagina 179]
| |
|