Fritz Van de Kerckhove.
Het comiteit van het Willemsfonds te Brugge, welk op zich genomen had te onderzoeken, tot hoeverre de in 1873 overleden elfjarige Fritz Van de Kerckhove zou geschilderd hebben en of de te Gent, Luik, Antwerpen en Brussel onder zijnen naam tentoongestelde paneeltjes geheel van zijne hand waren, heeft onder dagteekening van 18 October verslag uitgebracht. Het stuk is geteekend door de heeren George Fernau, voorzitter, en Jul. Sabbe, schrijver. De heeren J. Rousseau, leeraar bij de Antwerpsche academie en Collinet, beeldhouwer, die de echtheid der aan Fritz Van de Kerckhove toegeschreven paneeltjes volstrekt betwisten, en daarover meerdere stukken in het licht gaven, hebben geweigerd deel te nemen aan het door 't Willemsfonds ingestelde onderzoek, welk desniettemin is voortgezet en den volgenden uitslag heeft opgeleverd. Aan het comiteit is namelijk gebleken: 1o dat het kind schilderde en dat zijn werk geene vormlooze kladderij was (zooals de tegenstrevers beweren); 2o dat het kind al niet beter teekende dan andere kinderen van zijnen leeftijd; 3o vader Van de Kerckhove heeft erkend, de maker te zijn van sommige boomen en van de bouwkundige lijnen, die zich in het aan Fritz toegeschreven werk bevinden; 4o het comiteit heeft slechts één getuige kunnen opsporen, die met zekerheid bevestigde, den jongen Fritz ooit een tafereel te hebben zien beginnen en voleinden; 5o het comiteit heeft dus niet bepaald kunnen vaststellen, welk deel de jonge Fritz heeft gehad aan de samenstelling der stukken, onder zijnen naam tentoongesteld. De redactie van de Halletoren, het te Brugge verschijnend maandblad, zal al de stukken betrekkelijk het gehouden onderzoek mededeelen; zij zijn neergelegd in de stadsbibliotheek te Brugge.