De Vlaamsche School. Jaargang 21

Kroniek.

Antwerpen. - Verschenen: het eerste en tweede deel van de nieuwe uitgave der volledige werken van Jakob Karsman. Het eerste deel, gedrukt bij B.J. Mees, bevat 146, het tweede deel, gedrukt bij Harry Peters, 144 blz.

- Bij H. Possoz is verschenen: De Vergissing (La méprise), opera in een bedrijf, woorden van Paul Billiet, muziek van Joseph Mertens, opgedragen aan Z.M. den koning. De tekst, in de Nederlandsche en Fransche taal, is gedrukt tusschen de muziek. Het geheel vormt een zeer fraai boekdeel van 100 blz. in quarto, met eene nette op steen gegraveerde titelplaat; gravuur en druk zijn van C.G. Röder, te Leipzig, en mogen keurig verzorgd genoemd worden; de prijs van het werk is slechts 10 fr. Volgens uit Brussel wordt gemeld, zou De Vergissing daar eerlang op den Vlaamschen schouwburg ten tooneele gevoerd worden. De eerste opvoering van het stuk had te Antwerpen plaats op het nationaal tooneel, den 6ⁿ Januari 1869.

- Gedurende het jaar 1874 werd het museum van oude meesters bezocht door 13,753 personen, die, uit dezen hoofde, ieder 1 frank betaalden. Men weet, dat het museum's Zondags en Donderdags kosteloos open is van 10 tot 3 ure. Op andere dagen, moet ieder bezoeker 1 fr. inkoomgeld betalen. In hetzelfde jaar 1874 bracht de verkoop van Fransche en Vlaamsche catalogussen van het museum 3708 fr. op en werd aan het herstellen van schilderijen 4154 fr. 89 c. besteed, terwijl voor het aankoopen van kunstvoorwerpen 4016 fr. uitgegeven werd.

Brussel. - Bij koninklijk besluit van 11 September zijn de heeren ridder van Elewijk, toonzetter te Leuven, en J. Dupont, orkestmeester van den Muntschouwburg, benoemd tot ridders der Leopoldorde.

- De dichter Em. Hiel heeft een nieuwen bundel ter perse, getiteld: De waarheid in het leven. Wij deelen er op blz. 133 een stukje uit mede. Dezelfde dichter arbeidt aan een lyrischdramatisch tafereel, Jacoba van Beieren, dat door Jan Van den Eeden op muziek zal worden gebracht.

- De Belgische academie van geneeskunde heeft van den heer Desportes een bezet ontvangen van 30,000 frank, bestemd voor het stichten van een jaarlijkschen prijs, toe te wijzen aan den schrijver van het beste geneeskundig werk. Die prijs zal den naam van den stichter dragen.

- Op blz. 54 van dezen jaargang meldden wij, dat de kapel der broeders van de christelijke leering, wier muren door J. Portaels beschilderd zijn, afgebroken ging worden en wij schreven, dat de fraaie schilderingen, 20 in getal, hiermede dus verloren zouden gaan. Wij vernemen met genoegen, dat zij zullen kunnen behouden worden. De heer G. Pelle gaat ze namelijk afnemen en overbrengen op doek, een zeer moeielijk werk, dat onder den naam van overdoeking bekend is. Het stadsbestuur had hiervoor eene premie van 10,000 fr. uitgeloofd.

Halle. - Van de geschiedenis dezer stad, door Jan Bouchery en Leop. Everaert, is de laatste aflevering verschenen.

Leuven. - Uitslag van den prijskamp voor sterkwaterplaten, uitgeschreven door het Journal des beaux-arts. Geschiedenis en genre. 1^ste prijs, 300 fr. aan In verlegenheid, door Th. Gérard, van Gent, te Brussel; 2^e prijs, 200 fr., aan De twee vrienden, door A. Sunaert, van Gent. Landschapppen en binnengezichten. 1^ste prijs, 200 fr., aan Ganshoven bij Brussel, door Th. Gérard voornoemd; eerste 2^e prijs, 100 fr., aan Pachthoeve in Vlaanderen, door G. Den Duyts, van Gent. 2^e prijs, 100 fr., aan Hut te Groenendael, door denzelfde. Er waren 11 mededingers.

Gent. - Maatschapij tot bevordering van nijverheid en wetenschappen. De volgende belooningen zijn in de onlangs gehouden tentoonstelling toegekend: aan vrouwe De Vos-Vivé, eene bijzondere belooning voor het maken van bloemen in haakwerk; eermetalen: 1. P. Lotigers, voor drijfwerk in ijzer; 2. A. Boone (pianotranspositeur); 3. E. Schauwvlieghe, voor schoenwerk; 4. J. Sidders, voor paardenhoeven; 5. B. Van Huffel (meubelen); 6. Burvenich, voor geteekende portretten; 7. La belle jardinière (kleedingstukken); 8. J. Beirleere (schoenwerk); 7. J. Haché (bouwkundige teekeningen); 10. J. Corijn (haarkapsels.) Ingevoerde waren: Dutry-Colson, voor huisgerief en Van der Heyden en De Raeve, voor houtvloeren.

Kortrijk. - De stad ontving den 5ⁿ September het door ons op blz. 81 aangekondigd vorstelijk bezoek voor de inhuldiging van het nieuw gerechtshof en van de vernieuwde gothieke zaal op het stadhuis. H.M. de koningin vergezelde haren doorluchtigen gemaal. Hoogst merkwaardig vonden de vorstelijke personen de muurschilderingen van Guffens en Swerts Deze kunstenaars, alsmede de heer Van der Plaetsen, de schilder van het Laatste oordeel in de kapel der graven van Vlaanderen, en de heer stadsbouwmeester L. De Geyne, hadden de eer met HH. MM. te spreken. In Onze-Lieve-Vrouwekerk werden de vorstelijke personen verwelkomd door den bisschop van Brugge, mgr. Faict, die vergezeld was door den zeer eerw. heer deken en een groot getal geestelijken; nadat aan het hoog altaar het Domine salvum fac regem gezongen was, ontvingen HH. MM. den bisschoppelijken zegen. Mgr. Faict geleidde de hooge bezoekers in de kapel der graven van Vlaanderen. De koning en de koningin hebben op het concert in de Halle de voordracht van het Leielied en het Vredelied bijgewoond. Voor deze twee gedichten van A. Verriest, schreef Peter Benoit muziek. De uitvoering, gesteund door een orkest, talentvol geleid door den heer Van Eeckhoudt, geschiedde door 300 zangers en zangeressen. De soli werden gezongen door Blauwaert. De vertolking werd zeer toegejuicht. De toehoorders hebben aan Verriest en Benoit eene warme hulde gebracht. De muziek van den Vlaamschen meester wordt zeer geroemd, en wij lezen in een blad dat Z.M. de koning, die de heeren Verriest en Benoit met hun werk hartelijk geluk heeft gewenscht, aan den componist zou gezegd hebben: ‘Ik waardeer hen, die in eenen tijd dat zoovele

[p. 137]

alledaagsche en onbeduidende voortbrengselen het licht zien, moedig getrouw blijven aan de verhevene kunst.’ Het nieuw paleis van justitie wordt van verschillende zijden allergunstigst beoordeeld.

IJper. - Ferdinand Pauwels heeft thans drie paneelen van zijne schilderingen in de Halle voltooid. Het paneel, voorstellende de eerste inrichting van weldadigheid onder het toezicht der gemeente, werd voltrokken in 1873. Thans is de schilder geheel klaar met de tafereelen verbeeldende Ferdinand van Portugal, graaf van Vlaanderen, die de verdedigingswerken, door de Bovines opgeworpen, in oogenschouw neemt en gravin Margaretha van Konstantinopel en de schepenen van IJper die gevangenen in vrijheid stellen. Laatstgenoemde tafereelen herinneren aan twee aloude IJpersche voorrechten: namelijk van de stad te versterken en de gevangenen uit de grafelijke kerkers te ontslagen. Uit wat F. Pauwels reeds leverde, kan men veilig voorspellen, dat de schilderingen der Halle plaats zullen nemen tusschen de merkwaardigste gewrochten onzer hedendaagsche schilders. In het voorbijgaan zij hier aangestipt, dat de Gentsche Eendracht ten onrechte den Antwerpenaar Ferdinand Pauwels een Gentschen meester noemt.

Buitenland.

Parijs. - Als een bewijs dat ook schilderijen van hedendaagsche meesters zeer duur betaald worden, zij gemeld dat Meissonniers Kurassiers van Reischoffen tegen 30,000 fr. verkocht zijn aan eenen Amerikaan, terwijl de heer Strakosch, van St. Petersburg, mits 40,000 fr., eigenaar werd van een Page met honden, van Roybet.

Balogna. - De maatschappij tot aanmoediging der christelijke kunst looft een prijs van 1000 fr. en een gouden eerepenning uit voor de beste afbeelding in olieverf en op doek van 0^m45 breedte en 0^m60 hoogte van den heiligen Joseph (halver lijf) met het kindje Jezus. De mededingers mogen zich niet doen kennen dan in een verzegeld naambriefje, bij hunne stukken gevoegd; buitenuit moet eene kenspreuk staan, die herhaald zal moeten worden op den achterkant der schildering. De bekroonde schildering wordt het eigendom der maatschappij; de niet bekroonde stukken zullen tentoongesteld worden; in het naambriefje mogen de mededingers op een afzonderlijk papier den prijs opgeven, mits welken zij hun stuk, als het niet zou bekroond worden, zouden willen verkoopen. De stukken moeten vóór 10 November 1875 vrachtvrij toegekomen zijn aan den voorzitter der Società d'incoraggiamento alla pittura christiana, Strada Maggiore 209, Bologna (Italia).