De Vlaamsche School. Jaargang 21

Tentoonstelling van nijverheid, kunst en oudheidkunde te Gent.

In het S^t.-Josephsgesticht, Wellinkstraat, is reeds sedert geruimen tijd eene tentoonstelling geopend, die in vele opzichten voor de nijverheid en de christelijke kunst merkwaardig mag genoemd worden. De stukken, die tot de afdeeling oudheidkunde behooren, zijn meer dan 600 in getal en ons verlangen is, eenige der bijzonderste daarvan in dit opstel aan te halen. Vooreerst zij aangestipt, dat de rangschikking der verschillende voorwerpen met zooveel smaak als doorzicht is geschied door den heer De Buyser, den gekenden verdienstelijken oudheidkundige.

Op den trap die naar de bovenzaal geleidt, hangt een fraaie koperen kroonlichter. De zijmuren der trapzaal zijn bekleed met schoone schotels uit de xviii^e eeuw, de achtermuur met vermoedelijk Audenaardsche tapijten, waarop landschappen afgebeeld zijn. In genoemde zaal prijken een aantal goede schilderijen van de oude Vlaamsche, Hollandsche en Italiaansche school, waartusschen een aan Van Dyck toegeschreven Dominicus die geknield eenen rozenkrans uit de handen van Maria ontvangt (toebehoorende aan het Gentsche predikheerenkloosster), een H. Franciscus, van Van Kleef (eigenaar: de heer Van de Velde, te Gent), eene Onze-Lieve-Vrouw met het kindje Jezus enz. Onder de uitstekende schilderijen der tentoonstelling, noemen wij nog: Onze-Lieve-Vrouw in een bloemenstuk, van Daniel Seghers, toebehoorende aan het kerkbestuur van Watervliet; eene vleugelschilderij, voorstellende de H. Drievuldigheid op het middenstuk en op elk zijpaneel eene geknielde non (eigenaar: kanunnik Janssens); Christus bezwijkende onder het kruis (eigenaar: de heer Van der Auwermeulen); Mozes en 't serpent; Koning Salomo en de koningin van Saba; Christus met het kruis; Portret in een bloemenstuk van Rachel Ruys en Rotenhamer Kalkoen met jongen, van Hondekoeter; een Rembrandtachtig portret van Luther (eigenaar: de heer J. De Ryck); Oorlog (eigenaar: de heer baron Dons-Cardon), een bloemenstuk van Brueghel, toebehoorende aan den heer C. Wante; een aan Holbein toegeschreven portret van eene oude vrouw; een portret van een overleden man, op zijn doodbed uitgestrekt; eene Kroning van Maria en Christus aan het kruis (xiv^e eeuw); negen tooneelen van Jezus' lijden (behoorende aan het gasthuis van Aalst); Tempeliers en Christus het kruis dragende (behoorende aan baron Bethune); een miniatuurportret der barones van Baronaige (behoorende aan den heer F. Le Fevere van Tenhove); drie verschillende Kruisafdoeningen, waarvan eene toebehoort aan het Gentsche predikheerenklooster en eene aan den heer M. Zens; een aan Quinten Massys toegeschreven Zegenende Christus, van kleine afmeting, toebehoorende aan den eerw. heer Moreels, pastoor te Oostakker. De bestiering der godshuizen van Aalst zond 16 schilderijen; van den heer Croquison, provincialen bouwmeeeter te Kortrijk, verdienen melding, zes afbeeldingen van heiligen, vermoedelijk van Italiaanschen oorsprong.

Het Gentsche predikheerenklooster stelde eenige zeldzame boeken ten toon, waarvan het oudste gedrukt werd in 1475 en waaronder wij opmerkten een in 1503 bij Van Eckert te Antwerpen gedrukt Leven ons liefs heeren Jhesu Christi.

De Gentsche hoofdkerk had vier diplomas van de ix^e, x^e, xi^e en xii^e eeuw tentoongesteld, benevens een charter van 12 April 819, waarbij Karel de Goede aan de Sint-Baafsabdij zekere inkomsten toekent.

Tusschen de merkwaardigheden op het gebied van handwerk en kunstnijverheid verdient in het bijzonder melding gemaakt te worden van eene halsketen, die, naar men gist, in de xv^e eeuw bij plechtige gelegenheden de borst versierde van den deken eener buitenlandsche, men vermoedt Duitsche goudsmidsgilde; het stuk bevindt zich sedert de xviii^e eeuw in bezit der familie de Kerchove van Ouselgem, die het uit Italië schijnt te hebben ontvangen. De halsketen bestaat uit 16 keurig bearbeide schakels, waarop de bereiding en bewerking van het zilver in al zijne gedaanten zijn afgebeeld; aan de keten hangt een medaillon met de beeltenis van Sint-Eloy. Het is een uitmuntend stuk, waarvoor men beweert dat reeds 40,000 fr. aangeboden werd.