De Tunnel tusschen Engeland en Frankrijk.
In 1867, blz. 18, gaven wij eenige berichten over het plan van dit grootsche werk, welk thans een nieuwen stap heeft gedaan. De Fransche nationale vergadering heeft namelijk, in zitting van 2 Augustus, het wetsontwerp aangenomen waarbij concessie wordt verleend voor den aanleg van den onderzeeschen spoorweg tusschen Frankrijk en Engeland. Aan het verslag over dit wetsontwerp, ontleenen, wij de volgende bijzonderheden. De streek, waarin men, met goede verwachtingen, het boren van den voor de ontworpene verbinding benoodigden tunnel ondernemen kan, strekt zich wat de Fransche kust betreft uit van Calais tot Kaap Grisnez en, op de Engelsche kust, van Southforeland tot Folkestone. De door de internationale Fransch-Engelsche maatschappij, welke de concessie erlangd heeft, voor het werk uitgekozene punten, liggen op de Engelsche kust in de nabijheid van St-Margaret's Bay en op de Fransche tusschen Langatte en Calais; tusschen deze beide punten zal de tunnel, voor zoover dezelve onder de zee te liggen komt, eene lengte bezitten van 28 kilometers. Waar de tunnel het diepste ligt, zal hij 54 meters van de kruin tot op den waterspiegel hebben; de helling van het benedenvlak zal 0.38 0/0 bedragen, welke voor de twee kilometers, het dichtst bij de kusten gelegen, tot 125 of 135 0/0 klimt. De spoorweg zal in aansluiting worden gebracht aan den Zuidoostelijken spoorweg op Engelsch en aan den Noorderspoorweg op Fransch grondgebied. De kosten van het geheele werk worden op 250 millioen frank geraamd; de staat verleent noch hulpgeld noch waarborg van rente, doch geeft aan den concessionaris het recht van afstand te doen van de concessie, wanneer hem binnen vijf jaar na de afkondiging der wet waarbij de concessie is verleend, mocht gebleken zijn dat het ontworpen werk onmogelijk is. Geeft de concessionaris daarentegen binnen hetzelfde tijdvak kennis, dat hij de concessie verlangt te behouden, dan moeten de werken binnen 20 jaren voleindigd zijn en geniet hij da voordeelen der
onderneming gedurende 99 jaar, te rekenen van hel tijdstip waarop de spoorweg in gebruik wordt genomen. Ten aanzien der werken zelve wordt in de concessie bepaald dat de tunnel eene breedte van minstens 8 en eene hoogte van minstens 6 meters hebben moet, dat de spoorweg eene spoorbreedte moet hebben van 1m44 tot 1m45 tusschen het binnenvak der spoorregels gemeten, en dat tusschen de binnenste regels van het dubbel spoor eene ruimte van 2 meters moet overblijven. Het denkbeeld om de rechtstreeksche spoorverbinding van Calais tot stand te brengen, is opgegeven wegens de bezwaren en gevaren welke uit het belemmeren van den doortocht van een zoo druk gebruikt vaarwater zouden kunnen voortvloeien.