Vlaamsche schrijvers der oude hoogeschool van Leuven.
VI. Jan Frans Foppens.
Deze geschiedschrijver, wiens voorouders herkomstig waren uit Friesland, dat zij om geloofszaken verlaten hadden, werd den 17n November 1689 te Brussel ten doop gehouden door den kanselier J.-B. Christyn,Ga naar voetnoot(1) den geleerden vriend zijns vaders Francis, die den boekdrukkersstiel deed. In 1706 was hij de tweede der eerste linie van Leuvens wijsgeerigen kampstrijd. Na zijne studiën in de godgeleerdheid in 1713 geëndigd te hebben, werd hij op het laatste diens jaars tot leeraar der wijsbegeerte benoemd, en hij bleef dit tot 1722, wanneer hij naar Brugge werd ontboden om er kanunnik en leeraar van godgeleerdheid in 't seminarie te worden. In 1715 had hij zijne licentie met onderscheiding gedaan. Maar de kanunniken van St.-Rombout en de kardinaal Thomas-Philippus zagen hem liever te Mechelen en daarom maakten zij hem in 1729 kanunnik der hoofdkerk, waar hij dan ook moest komen verblijven. De aartsbisschop droeg Foppens eene bijzondere achting toe, en smaakte zijne wijze raadgevingen. Daarom vereerde hij hem achtervolgens met den titel van landdeken, langs Mechelens westzijde, van groot penitencier en in 1740 van aartsdiaken. Foppens stierf den 16n Juli 1761, algemeen betreurd om zijn vroolijken en vinnigen aard, om zijne deugden en begaafdheden, om zijne geleerdheid en wijsheid, maar inzonderheid om zijnen reinen godsdienstijver. Een mijter zou wel op zijn schrander hoofd gepast hebben. Behalve zijne zeer gezochte Latijnsche boeken, als daar zijn: Bibliotheca Belgica, de geschiedenis der bisdommen van Antwerpen en van 's-Hertogenbosch, de door hem vermeerderde en verbeterde uitgave van Aubert Miraeus' Opera Diplomatica et Historica en andere, deels gedrukt, deels in schrift gebleven werken, liet hij ook
dit Vlaamsch handschrift achter: Kronijke van Mechelen sedert 750 tot den tegenwoordigen tijd. Dit werk is verschillend van Foppens Mechlinia Christo nascens et crescens, Hs. in-fol. of 3 D. in-4o, hetwelk de kanunnik M.C.H. Dhanis vertaalde en in 1857 gedeeltelijk bij Steenackers te Mechelen liet drukken onder den titel: Opkomst en bloei van het Christendom in Mechelen of merkweerdige voorvallen rakende de stad en de Kerk van Mechelen, alsook de doorluchtige mannen die uit haren schoot zijn voortgesproten, van het begin der aankondiging van het H. Geloof in deze streken tot op onze dagen toe, verzameld enz. Het drukken van dit nuttig werk werd na de eerste aflevering van 96 blz. des tweeden deels, de geschiedenis tot het jaar 1572 behelzende, gestaakt. Zie nog over Foppens Goethals, Histoire des lettres, des sciences et des arts en Belgique, etc., t. i, blz. 350-75.
Wilsele bij Leuven.
L.W. Schuermans, pr.