De Vlaamsche School. Jaargang 20(1874)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Bloemen en meisjes. Lieve bloemkens, uw ontluiken Duurt een' warmen zonneschijn. Gistren waart gij teere knopjes Heden bladjes van satijn, Die geen schilder na kan malen. Duizend kleuren, schoon vermengd, Glinstren op een enkel bloemken, Door den hemeldauw besprengd. Lieve meisjes, uw ontluiken, Duurt een warmen liefdeblik. Gistren waart gij teere kindren; Thans gevoelt uw hartje schrik, Bij 't aanschouwen van een jongling. Duizend deugden, schoon vermengd Schittren op een maagdenwezen, Door een liefdetraan besprengd! Lieve bloemkens, ach! uw schoonheid, Is zoo broos en welkt zoo ras; Storm en bliksem, natte en droogte Slaan U neder in het gras. Doch ik zal U steeds verzorgen, Schutten voor 't ongunstig weer. Lieve geuren, lieve kleuren, Bloemkens, och wat zijt gij teer! Lieve meisjes, al uw schoonheid Is de glans van eer en deugd, Diep bedreigd bij 't minste wolkje, Dat er opdaagt in de jeugd! Zachte koontjes, lonkende oogjes, Zieltjes rein en hartjes teer, Wie, wie toch zal u bewaken? O, doe Gij het, lieve Heer! V. Ceulemans. Berchem, Mei 1874. Vorige Volgende